Om zonden zuchten

"En de HEERE zeide tot hen: Ga door, door het midden van Jeruzalem en teken een teken op de voorhoofden der Heden, die zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden."

Ezechiël 9: 4

In de ballingschap in Babel ontvangt de profeet Ezechiël van de Heere een visioen, waarin hem de afgodische gruwelen worden vertoond, die in de tempel in Jeruzalem bedreven worden. In plaats van de Schepper wordt het schepsel vereerd. Afgodsbeelden en fresco's van dieren worden aanbeden.

In het acht.ste hoofdstuk wordt dit ons beschreven. In hoofdstuk negen ziet de profeet de straf die de Heere op deze gruwelen doet komen.

Ezechiël ziet zes mannen komen in de richting \'an Jeruzalem. Zes vcvderfengelen. Ze hebben een verder- \'end wapen in hun hand.

Hij ziet evenwel nog een zevende man. Deze is met linnen bekleed en heeft geen wapen maar een schrijversinktkoker bij zich. Hij komt niet om te verderv'en maar om te behouden. Wie worden gered in de afgodische stad? Wel, deze zevende persoon krijgt van de Heere de opdracht om de stad door te gaan en een teken aan te brengen op de voorhoofden van de mensen van wie in de tekst gezegd wordt, dat zij zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in de heilige stad worden bedreven.

Deze man met linnen bekleed is een Oudtestamentische verschijning van de Heere Jezus (Christus. In Hem is schuilplaats tegen de toorn van God over de zonden.

We moeten er op letten, wat hier van de \'romen gezegd wordt. De profeet gebruikt een leerzame typering!

Het \Tome volk, dat een teken ontvangt, is een zuchtend volk. Er is in Jeruzalem nog een overblijfsel, dat de Heere vreest; dat heeft Gods eer op het oog. Dat gaat gebukt onder de zonden en gruwelen van anderen. Laat de vraag eens op ii afkomen, of u ook gebukt gaat onder de zonden van anderen. Van Land en volk.

Maar - zo \Taagt u- is het niet beter om eerst op mijzelf te letten? Op eigen zonden en fouten? Ja. Het behoort tot het geestelijk leven, dat u zou wenen over uw eigen zonden. Dat u zich daarover verootmoedigt voor Ciod. En zeg dan maar, of het daartoe al wel eens is gekomen. Zodat u als Da\'id zegt: Mijn zonden zie 'k mij steeds voor ogen zweven. Gewis, wie de Heere gaat liefkrijgen, gaat zijn eigen zonden haten, maar ook de zonden van anderen. Die laten u dan niet meer koud en onverschillig.

Denkt u eens aan de man van Psalm 119 in zijn 53e vers: Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Vw wet verlaten.

Ziet u, dat Gods volk een zuchtend volk is. Zij zijn measen, die zuchten en uitroepen. De Hebreeuwse woorden voor deze beide werkwoorden lijken op elkaar: Anak en anach. We zouden het kunnen weergc\'en met: kreunen en steunen. Het gaat eigenlijk om het kermen van een dodelijk gewonde. Gods volk kan niet zeggen: laat ieder het maar voor zichzelf uitzoeken. Gods volk is niet liberaal.

Als u mensen kent, die veel vloeken, zal dat u pijn doen. Dat doet u zuchten. Als u tenminste zelf de Heere liefgekregen hebt. Dan is Zijn Naam u lief Als u mensen kent, die Gods dag misbruiken voor zichzelf zal dat u verdriet doen. Dat doet u zuchten. Als u tenminste zelf de Heere liefgekregen hebt. Dan is Zijn dag u lief Nee, dan kunt u niet meer zeggen: ze moeten het zelf maar weten.

Zuchten over de gruwelen van andere mensen. Niet omdat u zelf beter zou zijn dan die ander. Een kind van God moet erkennen, dat hij ook nog steeds de handen vol heeft aan zichzelf iMaar dat zuchten en klagen is er wel, omdat de Heere in Zijn eer en rechten wordt aangetast. En dat doet u pijn in het hart.

Herkent u deze dingen? Er mag wel gezucht worden in de binnenkamers en op het Binnenhof Of is dit zuchten u vreemd? 1 let is waar. zuchten en kreunen zijn zaken die wij liever wegdrukken. Maar zij zijn hier een vrucht \an (iods genade en een werk van de Pinkstergeest. Gods volk weet van zuchten. Zij bedrijven niet alleen rouw over hun eigen zonden, maar ook over die van anderen.

Op zuchten en uitroepen komt het aan. De Heere in het oog houden en Hem achterna klagen. En dat door de kracht van Zijn genade.

Zo"n zuchtend volk wordt \'an een teken voorzien door de man met de inktkoker. Natuurlijk niet omdat dal kreunen en steunen hen waardig zou maken om behouden te worden. Zij zijn geen verdien.stelijke oorzaak. Integendeel, ze zijn een vrucht \'an (iods genade.

Vraag de Heere om een verbroken en verslagen hart. Dan zal de Heere u om Ghristus' wil niet verachten. Dan zult u ook het merkteken \'an (^hristu.'' ontvangen uit Zijn inktkoker.

Ziet, daar komt Hij tot u. En Hij te kent Zijn teken op uw voorhoofd. En kijk, daar komen de verder\'ers achter Hem aan. Maar zij kimnen u geer kwaad meer doen. Want wie de zon de belijdt en haat en achter (^hristir schuilt, is absoluut veilig tegen di toorn van God. Tot in der eeuwig heid.

Daar ik moet zien, hoe snoodaards Uwe wet verlaten, heeft beroering mij bevangen; maar van het recht, dat Ciod heef ingezet, heb ik gemaakt mijn blijde lofgezangen. (Psalm 119: 27 ber.)

Barneveld

ds. J.P. Nap

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen