Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOERUSTING VAN JONGE GEMEENTELEDEN MET HET OOG OP HET AMBT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOERUSTING VAN JONGE GEMEENTELEDEN MET HET OOG OP HET AMBT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De probleemstelling

De titel roept wellicht direct bij de lezer een vraag op. Kun je je op het ambt in de kerk voorbereiden? Het gaat in dit artikel speciaal over het ouderling- en het diakenambt. Een predikant moet zich zelfs voorbereiden op zijn ambt. Dat gebeurt meestal omdat hij zich voor (of tijdens) zijn studietijd tot het ambt geroepen weet.

Hier zit eigenlijk het probleem van het thema. Wie nog niet metterdaad tot het ambt geroepen is als ouderling of diaken, zou zich kunnen schuldig maken aan vooruitgrijpen op zijn roeping, wanneer hij zich daarvoor gaat of laat toerusten.

Betekent zo’n toerusting niet zoiets als solliciteren, (zich laten) voorsorteren voor de intrede in het ambt? Dat is de ene kant van de zaak. Vooruitgrijpen, zichzelf (laten) klaarmaken en daardoor zelf ervoor kiezen ambtsdrager te worden. Een dergelijke activiteit is juist het tegendeel van wat bij de bevestiging van ambtsdragers wordt gevraagd - namelijk dat zij zich geroepen weten door de gemeente en mitsdien door de Here God. Geen sollicitatie, geen lobby, geen zich naar boven werken om toch vooral op te vallen. Neen, door God Zelf uitgekozen en door de gemeente geroepen te zijn - om de gemeente als ouderling of diaken te dienen.

Een vraagteken erbij zetten?

Ik weet dat sommige kerkleden bij de roeping van ouderlingen en diakenen vraagtekens plaatsen. Het gaat er soms zo vreemd, zo echt menselijk aan toe, dat men zich afvraagt wat in dat gebeuren de leiding van de Here is. Ik vermeid het probleem. Dit artikel is niet de plaats om er op in te gaan. Het verdient wel bespreking, ook in ons blad.

De ene kant hebben we nu bezien. Dan komen we tot een afwijzend antwoord. Zichzelf voorbereiden op het ambt lijkt in strijd met de gedachte dat een broeder tot het ambt geroepen wordt.

Vanuit de gemeente bezien

Er is echter ook een andere kant. Daaraan zit een gemeentelijk en een persoonlijk aspect. De kerk heeft behoefte aan mensen die wel toegerust zijn voor hun dienst in het midden van de gemeente. Wat de predikanten betreft is daar de theologische opleiding in Apeldoorn. Deze draagt niet alleen een wetenschappelijk, maar ook een praktisch karakter.

De deputaten Adma en vooral de functionarissen van het Diakonaal Bureau doen veel aan toerusting van diakenen. In het jaarboek 1997 vindt men op bladzijde 154 bij de heer Van Well vermeld: vorming en toerusting.

Het landelijk Comité ter voorbereiding van ouderlingen- en diakenen-conferenties tracht voor beide ambten vormend en toerustend werk te doen. We denken aan de jaarlijkse conferenties, aan ons blad en aan publicaties die vanuit het Comité zijn geïnitieerd. Dit betreft broeders die tot het ambt geroepen zijn.

Zouden de kerken er niet goed aan doen om een reservoir aan krachten te vormen waaruit de plaatselijke gemeenten kunnen putten?

Niet pas achteraf

Het wil mij voorkomen dat, wanneer men achteraf die taak ter hand neemt, het volstrekt terecht is om het ook vooraf te doen.

Aan het bezwaar dat bepaalde broeders dan “voorgesorteerd” zouden worden til ik niet licht. De vraag is echter of dat de intentie is van de opzet van een’Voorbereidende” cursus en van deelname daaraan.

Het organiseren van zo’n cursus op zichzelf hoeft in geen geval onder dat verwijt gebukt te gaan. Als er mensen zijn die zo’n cursus voor hun ambities in de kerk willen volgen, kunnen ze blijken niet de geschikte personen voor het ambt te zijn. Kerkenraad en gemeente zijn dan vrij van hun ambitieuze diensten geen gebruik te maken.

Wat ik zojuist schreef klinkt misschien wat onvriendelijk. Zo is het niet bedoeld. Ik wil er alleen mee zeggen dat een kerkenraad niet verplicht is iedere broeder die zo’n cursus heeft gevolgd te kandideren.

Opzet en deelname zijn in die zin vrijblijvend, dat niemand voor zichzelf er een recht of voor de gemeente een verplichting aan kan ontlenen.

Ik zie zo’n toerustingscursus dus als een parallel van wat nu gebeurt, als broeders tot het ambt geroepen zijn en nadere vorming willen ontvangen.

Eventueel wat breder

Om de schijn te vermijden dat zo’n cursus toch verplichtingen tot kandidering voor het ambt meebrengt, zou men de naam zelfs wat kunnen verbreden. Een cursus die toerust tot kerkelijk werker. Men kan dan een lijn naar het ambt van ouderling en diaken trekken, ook naar evangelisatiewerker en vrijwilligerswerk binnen de gemeente en vanuit de gemeente in de samenleving.

Ik besef dat dit voorstel wat erg breed is en veel tijd en kracht van toerusters vraagt. Toch noem ik de gedachte. Men kan zien dat mijn opzet niet uit is op het creëren of stimuleren van ambities op kerkelijk terrein. Het gaat erom dat we van God ontvangen gaven vormen en verdiepen, praktisch bruikbaar maken voor enige taak in de gemeente.

De opzet

Wie zou zo’n cursus moeten opzetten? Men moet niet langs bestaande instanties heen werken en wel allerminst daar tegenin.

Ik kan me wel voorstellen dat men, profiterend van de praktische ervaring van anderen, dit classicaal opzet.

In hoofdlijnen zouden de volgende punten aan de orde moeten komen:

- Bijbelse gegevens over de gemeente, over ambten en de taak van gemeenteleden.

- Het praktisch met de Schrift kunnen omgaan in verschillende situaties.

- Zicht op behoeften en noden van mensen in de gemeente, Jong en oud.

- Hoe zet je een gesprek op en hoe raak je daarbij het hart van de ander? Hoe breng je hem tot spreken (en eventueel tot zwijgen)?

- Hoe richt je de praktische hulpverlening in?

- Hoe ziet de moderne samenleving eruit? Welke invloed gaat er van die samenleving op mensen uit?

- Hoe zit de moderne mens in elkaar? Is de gemeente zich ervan bewust dat zij zelf ook van het moderne leven de nodige invloed ondergaat?

- Welke roeping heeft de kerk naar binnen en naar buiten?

- Wat is het confessioneel gehalte van kerkelijk werk?

- Hoe brengen we in dat werk ons reformatorisch christen-zijn tot uitdrukking?

Een aanzet

De lezer merkt dat het zojuist genoemde geen gestructureerd programma is. Ik noem-zonder volledigheid te beogen - een aantal punten. Daarbij staat mij wel voor ogen dat we naar binnen en naar buiten kijken. En dat in dubbele zin: binnen de gemeente en daarbuiten; ook naar het hart van de mensen en naar hun optreden in gezin, kerk en samenleving.

Dit onderwerp is mij door de redactie voorgelegd. Het artikel is niet meer dan een eerste aanzet.

Een kerkeraad zou op zijn minst in de gemeente moeten peilen of er voor zo’n cursus belangstelling is.

Als er kerkenraden en predikanten zijn die er wat in zien, dan doe ik graag mee aan de nadere uitwerking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1998

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TOERUSTING VAN JONGE GEMEENTELEDEN MET HET OOG OP HET AMBT

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1998

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's