Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed om Gods werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed om Gods werk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de maanden waarin velen hebben mogen genieten van enige tijd rust worden we in de septembermaand weer voluit tot werken geroepen. Hoe echter hervatten en doen we ons werk? Bovenstaande woorden uit Psalm 90 onderwijzen ons daarin op een bijzondere manier. Psalm 90 is een lied dat bij het lezen steeds weer een diepe indruk op ons maakt. Naar het opschrift: „een gebed van Mozes, de man Gods" herinnert het ons aan wat er met Israël gebeurde tijdens de reis door de woestijn, toen, ondanks de bevrijding uit Egypte, gedurende de veertig jaren die daarop volgden zovelen, zelfs allen die bij de uittocht twintig jaar en ouder waren (een hele generatie dus met uitzondering van Jozua en Kaleb) in de woestijn werden neergeveld door de dood.

Niet alleen voor Israël, maar evenzeer voor ons is het een duidelijke stervenspsalm. De vergankelijkheid van het aardse leven, waaraan wij alleen om der zonde wil onder het oordeel van God onderworpen zijn, wordt ons op aangrijpende wijze voor ogen gesteld. Toch is het niet alleen een stervenspsalm, maar ook een levenspsalm, waarin de eeuwige God, Die van geslacht tot geslacht ons een Toevlucht wil zijn, gebeden wordt om datgene wat ons leven, ondanks het sterven en dwars door het sterven heen, voluit leven doet zijn. In de laatste verzen wordt tot driemaal toe over "werk" gesproken. Voorop staat het gebed om het werk van God: „laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden."
Te midden van een wereld vol dood en vergankelijkheid wordt gesmeekt om de instandhouding en voortgang van het werk, dat God naar Zijn verkiezend welbehagen in Israël, als het volk van Zijn verbond, begonnen is. Ziende op Israël, ziende op ons, had de Heere dit werk allang stop kunnen zetten. „Maar Heere...", zo klinkt het gebed aan het slot van de psalm, doel U dat toch niet, houd U er toch niet mee op, maar zet het voort. Laat het niet verdonkerd en verduisterd worden. Maar wilt U het zo openbaar doen worden, dat zij die als Uw knechten U dienen en vrezen de heerlijkheid ervan zien en erkennen zullen.

Daarbij aansluitend volgt het gebed voor ons werk. En dan niet als een gebed dat de Heere ons daarin voorspoedig zal doen zijn en goede resultaten zal doen behalen, opdat wij zelf er voordeel van zullen hebben. Tot tweemaal toe wordt gebeden om Gods bevestigen van ons werk. Bevestigen is iets vast en bondig maken, zo vast en bondig dat het niet verloren gaat, dat het niet ijdel, niet tevergeefs is, maar blijvende waarde en betekenis heeft. Bevestigd is ons werk alleen dan wanneer het op de heerlijkheid van Gods werk gericht, daarin gefundeerd en daaraan dienstbaar mag zijn.
Psalm 90 laat ons weten dat, zo wij het werk van God niet kennen als de basis van ons bestaan, wij met al ons werken, met al wat we daarmee bereiken en tot stand brengen, onder het oordeel van God, op de meest aangrijpende wijze aan de vergankelijkheid onderworpen zijn.

Daarom laat niet ons werk, maar Gods werk voorop staan. In die volgorde zij het ons gebed: U, o eeuwige Vader van onze Heere Jezus Christus, verheerlijk zo Uw werk in ons, dat in ons werk niet onze, maar Uw Naam geheiligd worde, dat niet ons, maar Uw Koninkrijk daardoor kome, dat niet onze, maar Uw wil daardoor geschiede, dat wij getrouw en gewillig als de engelen in de hemel ons ambt en beroep uitoefenen, dat we door U gesterkt ons dagelijks brood ontvangen en genieten, anderen daarin doen delen, dat wij geloven in de boodschap van Uw verzoening, in vergevende liefde leven en doen leven, dat wij voor het verwoestend werk van de boze, met ai zijn verzoekingen, bewaard blijven en dat het zo in al ons werk mag gaan om het werk van U, aan wie en het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid is in der eeuwigheid. Wanneer zo ons werk in het werk van de Heere bevestigd is, mogen we weten dat onze arbeid niet ijdel is in Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 september 1997

Terdege | 85 Pagina's

Gebed om Gods werk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 september 1997

Terdege | 85 Pagina's