Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gesprekken over de eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gesprekken over de eredienst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij, jongeren

Gesprekken ove Deze keer hebben we verscheidene brieven die alle gaan over het zingen en het orgelspel in de kerk. Dat komt goed uit. In onze serie „Eén dag in Uw huis" waren we daar juist aan toe. We nemen dus nu de draad van toen weer op.

Psalmen zingen

Een lezeres stuurde ons een brief waar we het volgende gedeelte uit overnemen, (ze schreef nog meer, maar dat komt later nog):

„Het zingen vind ik wel eens moeilijk omdat het meestal aansluit bij de preek. Als het dan net eens een keer duidelijk is dat je nog lang geen kind van God bent, is het moeilijk om versjes van ps. 116 of ps. 43 : 4 te zingen. Maar niet meezingen is ook niet goed, want dan kamt het duiveltje je influisteren dat je toch beter doet dan degenen die het zómaar meezingen. Op het zomerkamp hebben we er ook over gesproken en de conclusie was dat wij als gemeente moeten zingen tot Gods eer en als het iets is dat we persoonlijk niet kennen dat we het dan biddend moeten zingen." Tot zover deze briefschrijfster.

Zij geeft dus zelf al het antwoord. Meezingen. Al schiet er een brok in je keel. Al denk je: was het maar waar. . Als ik dat eens echt kon zingen: „Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God, de bron van vreugd!" Doe het dan biddend. Zon loflied van heilszekerheid kan juist dan een brandend verlangen daarnaar bij ons oproepen. Want ook een psalm is het Woord van God, dat nooit „ledig wederkeert"! En, als je met David instemt: „Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo dorst mijn ziel naar God, " dan mag je ook horen wat David daarna tegen zichzelf zegt: er de eredienst Hoop op God, want ik zal Hem nog loven!

Orgelspel.

De eerste brief ging dus over de inhoud van de psalmen. Daarom ging die voorop. Nu een brief, die meer over de uormgeving gaat. Over de kerkmuziek dus. Een lezer schrijft daarover het volgende:

„Nu vind ik persoonlijk dat het met de muziek in onze kerken over 't algemeen droevig gesteld is. Gelukkig niet in alle gemeenten. Allereerst over het spelen vóór en na de kerkdienst. In vele gevallen is het in onze gemeenten verboden om uit andere boeken te spelen dan Worp en De Vries. Het komt er dus op neer dat ze de voorspelen spelen c-n dan de psalm. Dan spelen ze het voorspel nog een keer met andere registers en dan weer de psalm met uitkomende stem voor de afwisseling. Veel organisten gaan dan ook „improviseren", maar aangezien dat terdege geleerd moet worden, ontaardt het meestal in „fantaseren". En dat is volgens mij niet goed. Geef de organist dan meer vrijheid, en laat hem goede muziek uitzoeken en dat instuderen. Hij werkt uiteindelijk mee aan de erediensten dan geldt ook op dit gebied: voor God is het beste nog niet goed genoeg. Het hoeft geen concert te worden, dat ben ik wel met ze eens. Toch geloof ik dat het goed is, als ze bepaalde eisen aan een organist gaan stellen en niet zeggen: als hij maar een psalm kan spelen."

Aldus de mening van deze lezer. Natuurlijk is het orgelspel heel belangrijk. De organist leidt een deel van de dienst. Hij moet dus wel degelijk bekwaam zijn. Dan kan hij ook uit het or-

gel halen wat er in zit. Maar in de eredienst is het orgel er niet voor de muziekliefhebbers, die met speciale gevoelens luisteren en hoge eisen stellen aan het spelen van de muziek. In de gemeente is het vooral belangrijk wat er gespeeld wordt, liet orgelspel vóór de dienst b.v. kan al het middel zijn dat onze verwarde gedachten op God gericht worden. En dat kan alleen als de gemeente in het spel de woorden herkent van een psalm. Een organist is pas goed als hij weet wat hij speelt. Dat merken de mensen aan zijn keus cn de hele manier waarop. En als je zo eens luistert wat de gemeenteleden ervan denken, dan waarderen zij dat het meest. De genadeloze kritiek van anderen laten we maar buiten beschouwing. Daar word je soms koud van.

Ook gezangen?

Dezelfde brief heeft het ook nog over de gezangenkwestie: „Dan vraagt u of we het jammer vinden dat we alleen maar de psalmen zingen. Nou, soms wel, en wel voornamelijk met de feestdagen, zoals Kerstdagen, Pasen enz. Er zijn gezangen bij die ik prachtig vind wat de muziek betreft en wat de woorden aangaat is er zelden iets op aan te merken, het zijn n.1. bijbelteksten. Wat dat betreft hebben ze vaak een vooroordeel bij ons. Zo gauw ze het woord „gezang" maar horen, dan klopt er al niets meer van en dat vind ik geen juiste houding." Hierbij sluit aan wat een andere briefschrijver in één zin zei: „Waarom worden er geen gezangen gezongen? Psalmen zijn het Oude Testament, gezangen vertegenwoordigen het Nieuwe Testament."

Ja, wat zullen we daarop zeggen? Het is maar gelukkig dat wij in onze gemeenten geen gezangenkwestie hebben. Dat bespaart ons een hoop narigheid. In de Hervormde Kerk is dat anders. Daar vergroot deze kwestie de verdeeldheid. Natuurlijk voelen wij ons innig verbonden met de Gieref. Bondsgemeenten die geen gezangen zingen. Maar we mogen dit verschilpunt nooit opblazen. Hoe vaak halen ook onze predikanten niet een gezang aan? Er zijn gezangen van Lodenstein cn Groenewegen. In het vragenboekje van Hellenbroek staat het prachtige lied van Mac Cheyne: „Eens was ik een vreemdeling...." Achter ons psalmboek staan de „enige gezangen". En in onze gezinnen worden bij het huisorgel ook gezangen gezongen. We moeten dus niet doen alsof gezangenzingen een principiële kwestie is. En toch. . . . Naast de puur-bijbelse gezangen vind je in allerlei bundels liederen waar meer romantiek cn religiositeit dan vreze des Heeren uit spreekt. In sommige gezangen proef je de vrijzinnigheid van cle dichter. Geen wonder dat

de reformatorische richting in Nederland bijzonder huiverig is geworden voor gezangenbundels. Ook bestaat het gevaar dat de gezangen de psalmen gaan verdringen, en dan vooral de boetpsalmen, die juist uitdrukking geven aan het echte geloofsleven. Daarom stellen wij in de eredienst de liederenbundel die we in de Bijbel zelf aantreffen, het psalmboek, centraal. We moeten dat niet zonder meer oud-testamcntisch noemen. We hebben het eens opgezocht in een lijst van teksten uit het O.T., die in het N.T. geciteerd worden: de mééste psalmen worden in het N.T. aangehaald! De bekende psalm: „De steen die door de tempelbouwers. . .." wordt in het N.T. zelfs vijf keer aangehaald. Deze psalm slaat ook regelrecht op de kruisiging en de opstanding van de Heere Jezus. De Heere Jezus heeft trouwens ook Zelf met Zijn discipelen psalmen gezongen in de Paaszaal (De „lofzang" is het zg. Hallel, psalm 113 t.m. 118). Kan het nieuw-testamentischer? Psalmen bij het Avondmaal!

Spreekt Paulus dan niet van gezangen zingen? (Ef. 5 en Col. 3). Ja, maar uit het verband blijkt dat hij het hier niet heeft over de openbare eredienst, maar over regels voor het gezin, dus thuis. Laten we dat ook niet vergeten te doen: zingende en psalmende de Heere in uw hart!

De kinderen ook

Tenslotte nog iets anders. Een goede opmerking uit een vroeger al behandelde brief. Daar stond: „Als voormalig onderwijzeres weet ik hoe de kinderen, en vooral de kleintjes die nog niet mee kunnen lezen, erop hopen dat er een Psalmvers wordt gezongen dat ze uit het hoofd mee kunnen zingen. liet lijkt me een kleine moeite voor voorgangers om, als ze zelf geen kleine kinderen hebben, eens te informeren welke versjes er op school geleerd zijn, en er rekening mee te houden. Ze doen er de kleinsten, die van de preek nog zo weinig begrijpen, een groot plezier mee, omdat ze dan toch het gevoel hebben er ook bij te horen."

Ja, er is zoveel voor het kind — ook in de kerk — wat het nog niet begrijpt, wat vreemd voor helm is. Als het dan een psalm herkent, veert het op: „Die ken ik!" Niet dat ze altijd ook begrijpen wat ze zingen. Daar zijn grappige staaltjes van. De taal van de psalmen is ook soms te moeilijk. De juffrouw op school heeft de prachtige taak gekregen om de kinderen een psalm uit te leggen en te léren zingen. Ook een kind kan aanvoelen waar het om gaat. Het is soms ontroerend om een kind te horen zingen. Zo eenvoudig, zo overtuigd soms, zo.... kinderlijk. Wat zei de Heere Jezus ook weer? Voor zulken is het Koninkrijk Gods!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1967

Daniel | 16 Pagina's

Gesprekken over de eredienst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1967

Daniel | 16 Pagina's