Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De voorgestelde hoop als een anker der ziel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorgestelde hoop als een anker der ziel

J.C. Philpot in een predicatie over Hebreeën 6:18-20

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

… om de voorgestelde hoop vast te houden; welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste des voorhangsels.

(…) Naarmate onze hoop het binnenste van het voorhangsel ingaat en in deze heerlijke Immanuël ankert, naar die mate zal de tegenstand zijn die door de natuur, zinnen en rede wordt geboden. De natuur, de zinnen en de rede, met het ongeloof en de ontrouw van ons hart, zullen soms zo krachtig werkzaam zijn, dat het anker het schijnt te begeven. Bij ogenblikken schijnt het dat wij nauwelijks een anker hebben. Het schip wordt zo door de golven gebeukt dat er geen houvast, geen ware ankergrond in de Persoon, het bloed en het werk van Jezus schijnt te zijn. Toch houdt het schip! Het wordt niet van zijn ankergrond geslagen. Het slaat niet te pletter tegen de rotsen. Het lijdt geen schipbreuk en het gaat niet verloren.
Ondanks de natuur, de zinnen en de rede, houdt het dankzij een onzichtbare kabel. Daarom zegt de apostel: hetwelk zeker en vast is. Het is vast en het wordt tegengehouden. Het kan uit het oog zijn. Soms schijnt het te begeven. De golven en baren mogen zelfs zó hoog oprijzen, dat ze de tros aan ons oog onttrekken; en terwijl de tros onder de golven duikt, mag het schijnen dat hij gezonken en verloren is. Toch is er aldoor een verborgen, vast, onzichtbaar houvast.

Hebben niet duizenden verzoekingen over ons gewaaid, om ons van Jezus af te drijven? Ik ben er zeker van dat ze over mijn ziel zijn gewaaid. Zijn ze niet over uw ziel gewaaid? Hebben niet duizenden golven van ongeloof ons bijna op de rotsen geworpen? Zijn wij soms niet door de begeerlijkheid verzocht? Zijn we er door de wanhoop soms niet bijna toe gedreven onze ankergrond op te geven? Hebben wij soms niet getwijfeld en gevreesd of onze hoop eigenlijk geen misleiding was? En of wij ooit werkelijk door een daad des geloofs het anker hebben uitgeworpen in het binnenste van het voorhangsel?

Toch zal het absoluut niet begeven! Er is nog altijd een komen tot de Heere. Een uitgang van tere liefde. Er zijn nog enige werkzaamheden des geloofs in Zijn bloed en gerechtigheid, een hijgen van het hart naar Hem, enige liefde tot Hem, enige omhelzingen van Hem als onze enige Hoop en Hulp.
Dan heeft het anker het nog niet begeven. Ja, bewijzen de vele beproevingen niet de sterkte van het anker en de vastheid van de ankergrond? Wat kan het begeven? Kan de ankergrond het begeven? Die kan het niet begeven, want het is de Persoon van Jezus.
Kan het anker zelf het begeven? Dit kan het niet begeven, want het is het werk des Geestes. Kan de tros het begeven, de verborgen verbinding die er is tussen de ziel en Jezus? Kan die breken? Nee, die is gevlochten door een eeuwige hand, die werd geweven door Gods vingers. Die kan niet breken.

Wat kan het dan begeven? Zal het schip vergaan? Als het een vrijgekochte ziel is en als de Heere van leven en heerlijkheid de Loods is, dan kent Hij alle klippen en kan het schip de haven der eeuwige gelukzaligheid binnenloodsen. Als de onfeilbare Loods, Die nog nooit de haven miste, haar heeft gekocht en bevracht en haar naar haar thuisbestemming loodst, hoe kan de schuit ’De Goede Onderneming’ dan ooit schipbreuk lijden?
Als geen van deze dingen het kunnen begeven, wat een sterke vertroosting is er dan voor degenen die de toevlucht hebben genomen om de in het Evangelie voorgestelde hoop vast te houden! Wat opent deze beroemde ankergrond haar ruime armen om ieder levend kind van God te ontvangen!

U dient echter wel te weten of dit in uw ziel heeft plaatsgehad. Verkeerde u eenmaal in een toevluchtsoord van leugen? En kwam er toen een storm die u eruit sloeg? U moet weten of er een uitgang, een uitzien, een verlangen, een zich uitstrekken, een streven naar het aangrijpen van een dierbare Zaligmaker was. U moet weten of deze dingen ooit een plaats hadden in uw ziel, als u deze gevoelens hebt. U moet weten of Jezus ooit een plaats had in uw hart. Of u Hem ooit hebt aanschouwd door het oog van een verlicht verstand. Of het geloof ooit tot Hem uitvloeide. Of de hoop ooit in Hem ankerde en de liefde Hem ooit omhelsde.

Dit kan niet in iemands binnenste plaatshebben, zonder dat hij dergelijke zaken met kracht in zijn ziel heeft ervaren. Hij kan wel veel twijfel, vrees en zorg hebben over de echtheid van het werk. Zijn geloof kan zwaar beproefd worden. Hij moet echter weten of hij deze dingen heeft gevoeld of niet. Of deze dingen een bepaalde uitwerking op hem hadden, die hem uit de toevlucht van leugen heeft gevoerd, om ’de hem in het Evangelie voorgestelde hoop vast te houden.’

Als God de Heilige Geest deze dingen tot op zekere hoogte in uw hart heeft gewerkt, hoewel in een geringe mate, dan bent u een ’erfgenaam der beloftenissen.’ En als u een ’erfgenaam der beloftenissen’ bent, dan hebt u aanspraak op sterke vertroosting. Uw ziel rust immers op de onveranderlijkheid van Gods raad en op de onveranderlijkheid van Gods eed. Is het geen genadeweldaad dat het zo moet zijn?

Veronderstel dat ik me tot een heilige had gevormd. Dat ik, door een zware gang van boetedoening, had geprobeerd mijn zonden te verzoenen. Dat ik door strenge werken van gehoorzaamheid een mate van eigengerechtigheid had uitgewerkt. Zou ik dan niet altijd in onzekerheid verkeren? Zou de uitkomst uiteindelijk niet de wanhoop zijn?

Als het echter komt tot een ’toevlucht nemen om de in het Evangelie voorgestelde hoop vast te houden;’ als het zó vaststaat dat dit het kenmerk is dat God op de ’erfgenamen der beloftenissen’ heeft gestempeld en Zijn vinger bij deze bevinding heeft gelegd; als u dit bezit, dan bezit u alles. Als dit met Goddelijke kracht in uw hart is gewerkt, dan bent u een kind van God. Uw ziel zal behouden worden, zo zeker als er een God in de hemel, een raad van God in de eeuwigheid en een eed van God in de tijd is. Als deze onveranderlijke dingen die niet kunnen teleurstellen, aan uw zijde zijn, wat biedt dit dan een schuilplaats voor iedere overtuigde zondaar. Voor ieder die de plaag van zijn hart kent. Voor ieder, in wiens ziel de gezegende Geest een werk der genade is begonnen en voortzet!

De Heere stelle ons in staat het met meer duidelijkheid te zien! De Heere stelle ons in staat het krachtiger te ervaren! De Heere stelle ons in staat van dag tot dag als ’erfgenamen der beloftenissen’ geopenbaard te worden. Om voortdurend de toevlucht te nemen om de gezegende hoop vast te houden die ons is voorgesteld. Zodat, als de eeuwigheid komt, als de tijd is voorbijgegaan en als er geen tijd meer zal zijn, wij dan van aangezicht tot aangezicht, in de hemel zullen aanschouwen wat wij door het oog des geloofs op aarde hebben gezien. Dan zullen wij ten volle genieten wat wij ons in dit leven slechts met een flauwe, zwakke voorsmaak hebben toegeëigend. Amen.

Uit: De gangen van Gods Kerk deel 2, pag. 174 e.v. Uitg. Gebr. Koster, Barneveld, 2009.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De voorgestelde hoop als een anker der ziel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Wachter Sions | 8 Pagina's