Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOE SAULUS PAULUS WERD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE SAULUS PAULUS WERD.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Handelingen 9 : I—30

1. Saulus de vervolger der Gemeente.

2. Saulus' bekering.

3. Saulus te Damaskus.

Het opschrift wekt de gedachte dat Saulus na zijn bekering een andere naam heeft gekregen.

Daarvoor vinden we geen steun in de H. Schrift. Hij blijft Saulus heten, zolang hij bij de Joden is en onder de Joden werkt.

Komt hij echter met de Grieks-Romeinse wereld in aanraking, dan wordt van dat ogenblik de naam Paulus gebruikt.

In Handel. 13 : 9 vinden we de overgang.

Beide namen hebben dezelfde betekenis.

Saul is de Hebreeuwse vorm, een naam, die vooral in de stam van Benjamin veel voorkwam.

Daar achter komt dan de Latijnse uitgang us. Paulus is de Latijnse vorm, een naam, die onder de Romeinen veel in zwang was.

Toch heeft de naamsverandering voor Gods Kerk wel enige betekenis.

De naam Saul doet ons denken aan een man die groot was en boven het gewone volk uitstak.

De naam Paulus betekent „de Kleine".

Wanneer God Zijn volk bekeert verliezen zij alle eigen grootheid en waardigheid en maakt de Heere ze klein en ootmoedig.

„Hij slaat, ofschoon oneindig hoog, op hen het oog, die nedrig knielen."

Hij zal Zijn hand tot de Kleine wenden.

Hij zal Zijn hand tot de Kleine wenden. En toch, als we echte genade ontvangen leren we met David instemmen: „Door Uwe verootmoediging, hebt Gij mij groot gemaakt."

Zulke mensen roemen niet in eigen grootheid, maar mogen er de nadruk op laten vallen, dat God hun groot gemaakt heeft.

Hij vernedert deze en verhoogt gene.

Als de Heere het heeft gedaan dan geeft het niet of we een Saul dan wel een Paulus zijn. „Soli Deo Gloria."

ge-Toen Jakob ging sterven heeft hij zijn zonen zegend.

Van Benjamin heeft hij geprofeteerd, dat hij des morgens roof zou roven, maar des avonds buit zou uitdelen.

Saulus van Tarsen was uit de stam van Benjamin die een woeste wolf wordt genoemd.

Als een wolf wilde hij de schapen van de grote Opperbevelhebber, Jezus van Nazareth verscheuren.

Maar Jezus van Nazareth was ook de Leeuw uit Juda's stam.

Een leeuw is sterker dan een wolf.

Toen dan ook de wolf uit Benjamin zich opmaakte om ook in de buitenlandse steden de schapen te verscheuren en die schapen in hun doodsnood de grote Herder hebben aangeroepen, is de Leeuw uit Juda van Zijn troon opgestaan en heeft de wolf uit Benjamin neergeveld.

Neen, Hij heeft hem niet verscheurd, maar bekeerd. Voor een doorn zal een denneboom, voor een distel zal een mirteboom opgaan.

De vervolger wordt een boeteling.

Aan die gehate Nazarener, die een streep haalde door zijn wettische rekening en een nul zette onder de optelsom van al zijn verdiensten, vraagt hij ootmoedig: „Wat wilt Gij, dat ik doen zal? "

Zolang die Middelaar ons niet van Boven wordt geopenbaard, blijven we net als Saulus van Tarsen tobben om God te behagen.

Gelukkig de mens, die van Godswege aan zijn blindheid en vrome vijandschap wordt ontdekt.

Neen, die ergert zich niet aan een scherpe, ontdekkende prediking en maakt Gods knechten, die alle wettische vroomheid bij de wortel moeten afsnijden, niet verdacht.

Die kruipen niet weg achter de vijgeboombladeren van een eigengemaakte bevinding.

Die zijn niet werkzaam met hun eigen geest om met een beschouwende kennis Gods genade te stelen, maar die worden door Gods Geest werkzaam gemaakt om alleen door een oprecht geloof in Evangelische gehoorzaamheid de voetstappen te drukken van Hem, Die geen plaats vond in de herberg maar wel aan het kruis.

In Zondag 33 van onze Heidelberger wordt van de waarachtige bekering gesproken.

Er is zoveel schijn en zo weinig wezen.

Zoveel schijnbevinding en zo bitter weinig echte bevinding.

Er is zoveel vroomheid, die opkomt uit angst en zo weinig, die opkomt uit het beginsel der liefde.

Zulke angstchristenen zijn liefhebbers van zichzelf en praten de gehele dag over zichzelf, maar ze zijn eerrovers Gods.

De dag der eeuwigheid zal straks de waarheid van deze woorden ten volle openbaren.

laat de zui-De nagtegaal van het levende geloof verste klanken horen als het donker is.

, , En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukking, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hope en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten is uitgestort."

Die taal horen we helaas zo weinig, omdat en het geestelijk en het zedelijk peil onrustbarend zakt.

Er wordt veel leven gemaakt in de brouwerij van ons godsdienstig leven, maar er is helaas weinig echt geestelijk leven.

Waar de geestelijke dood heerst, daar is ontbinding en verwarring, waar het leven heerschappij voert, daar is gemeenschap, vereniging, vrede en blijdschap.

Met wat mooie rechtzinnige grafbloemen kunnen we de stank van de geestelijke dood niet verdrijven.

Dat allen, die bidden geleerd hebben, met de Bruid mochten instemmen om de komst van de Noorden-en van de Zuidenwind.

Al is onze bekering, wat de wijze betreft, een beetje anders dan van Saulus van Tarsen, dan is zij toch wat het wezen betreft precies eender.

Als een machteloze blinde man wordt Saulus naar Damascus gebracht.

Voor zo iemand behoeft Ananias niet bang te zijn.

Als de Heere ons bekeert dan worden we aan Hem verbonden, maar ook aan Zijn Woord, aan Zijn ; volk, aan Zijn zalige dienst.

Dan zullen de vrome Joden onze bittere vijanden worden en het heidendom Zijn lof getuigen, dienstvaardig tot Zijn eer.

Zo is Saulus van Tarsen een Paulus geworden, maar bovenal een vat ter ere in de werkplaats des Geestes toebereid.

Zulke mensen raken alle schijnvrienden kwijt maar stemmen in met de dichter:

„Ik ben een vriend, ik ben een metgezel Van allen, die Uw Naam ootmoedig vrezen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's

HOE SAULUS PAULUS WERD.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1951

Daniel | 12 Pagina's