Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kostelijke Hoeksteen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kostelijke Hoeksteen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarom, alzo zegt de HEERE HEERE: iet, Ik leg de grondsteen in Zion, een beproefde steen, een kostelijke steen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten. (Jes. 28 : 16.)

(SLOT)

Een beproefde steen. De Heere Jezus moest eerst lijden en daarna in Zijn heerlijkheid ingaan. Hierom is het ganse leven op aarde van Christus' geboorte tot Zijn opstanding een diepe vernedering geweest. Hij moest de beproeving doorstaan. Hij was het, die de last des toorns Gods tegen de zonde moest dragen. Op hem werden alle vurige pijlen der Goddelijke, heilige wet afgeschoten. Hij moest volgens Jesaja's profetie de pers alleen treden en niemand der volkeren was met Hem. De boogschutters hebben hem wel bitterheid aangedaan en beschoten en hem gehaat, maar zijn boog is in stijvigheid gebleven en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen des Machtigen Jacobs, daarvan is Hij een herder, een steen Israëls. In het vuur der hitte van Gods toorn, in de aanvechtingen van de vorst der duisternis door de handen van de goddeloze mensen is Jezus de Heere zwaar beproefd geworden, maar Hij heeft de duivel de kop vermorzeld en heeft alle machten der hel aan Zijn voeten onderworpen.

Een kostelijke steen. Die beproeving, dat nameloze lijden was plaatsbekledend, borgtochtelijk en dat niet gedwongen, maar gewillig, uit eeuwige zondaarsliefde om goddelozen. te redden van het eeuwige verderf. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen. Hij is om des volks wille arm geworden om hen voor eeuwig rijk te maken. Zijn borgtochtelijk werk is van een eeuwig geldende waardij. De losprijs die betaald moest worden was oneindig groot, daarom roept de apostel Paulus het uit: Gij zijt duur gekocht, zo verheerlijk dan God in uw lichaam en uw geest welke Godes zijn." Maar niet alleen is deze steen kostelijk, maar hij wordt ook genoemd bij 1 Petr. 2 : 4

Een levende steen. Hiermede worden we op twee gewichtvolle zaken gewezen.

a. Christus heeft het leven in Zichzelven en

b. Christus deelt het leven aan anderen mede.

Immers Christus getuigt van Zichzelven: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij bezat de macht om het leven af te leggen en om hetzelve wederom op te nemen. Dat leven bezat Christus van eeuwigheid, immers Hij getuigt, eer Abraham was ben Ik. Maar Hij is ook de levenwekker, d.w.z. Hij deelt het leven aan anderen mede. Hii schenkt het leven en Hij onderhoudt het leven. Daarom noemt ook de H. Apostel Christus de levende steen. Maar ook wordt die steen nog genoemd:

De uitverkoren steen, ziende op de eeuwige generatie des Vaders en op de zalige gift van de van eeuwigheid gegenereerde Zoon. Eveneens is hij, dierbaar, onmisbaar, noodzakelijk en beminnenswaardig omdat Hij de enige Persoon is, Die de schuldige zondaar in een verzoende gemeenschap met de Vader brengt. De bruid getuigt er daarom van in het Hooglied: „Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk, " terwijl Ps 45 het uitzingt: > „Gij gaat het schoon der mensen ver te boven."

Wat hebben zij te wachten, die op die grondsteen gebouwd zijn en waardoor zijn ze aan die grondsteen verbonden? Het laatste gedeelté van de tekst luidt: „Wie gelooft, die zal niet haasten."

Door de apostel Paulus worden deze woorden aangehaald, doch enigszins gewijzigd, nl.: „En een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden." Wij moeten deze laatste woorden beschouwen in verband met de verzen 15 en 17. In vers 15 wordt ons aangetoond, dat Israëls volk voor het merendeel zich de leugén tot een toevlucht gesteld had en dat zij zich onder de valsheid had verborgen. Maar in vers 17 wordt door de Heere aangetoond, dat leugen en valsheid voor Hem niet kunnen bestaan, want wij lezen, dat de toevlucht der leugen door de hagel zal weggevaagd worden en dat de schuilplaatsen der valsheid door de wateren van Gods oordelen zullen overlopen. Bovendien zal het verbond met de dood te niet gedaan worden en zal evenzo het voorzichtig verdrag der hel niet bestaan, als de overvloeiende gesel doortrekken zal. Er heeft dus een tegenstelling plaats. Aan de ene zijde degenen, die hun toevlucht bij Christus zoeken, bij de beproefde en kostelijke steen, die zullen niet beschaamd worden, die zullen niet teleurgesteld worden, die hebben geen gevaar van omkomen te vrezen. Daarentegen, die een schuilplaats bij de valsheid zoeken en die tot de leugen hun toevlucht stellen, die zullen door Gods oordelen vergaan.

Laat ons nu tenslotte nog nagaan, waardoor de levende stenen de stenen des heiligdoms aan de hoofd-, hoek-of grondsteen verbonden zijn. Bij Efeze 2 : 4 worden de gelovigen genoemd huisgenoten Gods. Van hen wordt gezegd, dat zij als één geheel uitmakende gebouwd zijn op het fundament der apostelen en profeten waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen, op welke het gehele gebouw bekwamelijk samenge-

voegd zgnde opwast tot een heilige tempel in de Heere. Christus en Zijn volk onderling zijn dus samen nauw verbonden, nauw ja zelfs onverbrekelijk verenigd. Christus is daarom ook het hoofd en Zijn volk de leden van Zijn lichaam. Zij worden door de Geest Christi aan Christus verenigd en worden met Hem een plant in de gelijkmaking Zijns doods, maar ook in de gelijkmaking Zijner opstanding. Het geloof, dat door de liefde werkende is, is de onverbrekelijke band waarmede zij aan de Heere Jezus verbonden worden. Door die Geest des geloofs leunen en steunen zij op hun liefste en worden ze bekwaam gemaakt om te volharden tot het einde toe. Zalige geloofsvereniging, dat bij de dood veranderen zal in een nog zaliger aanschouwen. Van die kostelijke hoeksteen mag wel gezegd worden: „Gode zij dank, voor zijn onuitsprekelijke gave."

Wijlen Ds A. JANSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1949

Daniel | 8 Pagina's

De kostelijke Hoeksteen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1949

Daniel | 8 Pagina's