Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verlening van een eenmalige uitkering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verlening van een eenmalige uitkering

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door ir. B.J. van der Vlies

MAXIMUM HAALBARE

Weer moeten wij het woord voeren bij de beslissing om een financiële voorziening te treffen voor alleenstaanden en gezinnen, die uitsluitend van een minimumloon of een minimumuitkering moeten rondkomen, ten behoeve dus van dezelfde groep van mensen op wie de koopkrachtmaatregel van het vorige jaar betrekking had.

Tijdens de schriftelijke voorbereiding hebben wij te kennen gegeven dat wij evenals de bewindsman van oordeel zijn dat het onderhavige wetsontwerp als het maximum haalbare moet worden beschouwd, met gebruikmaking van het beschikbare wettelijke instrumentarium en de huidige uitvoeringsmogelijkheden. Evenals het vorige jaar verkeren wij weer in de luwte van een op handen zijnd en naar wij hopen spoedig nieuw kabinet. Wat dit betreft, is er dus weinig nieuws onder de zon. Veelzeggend voor de huidige impasse is wel dat een aantal onvolkomenheden, klevend aan de regeling op dit punt, dient te worden gecontinueerd, zij het met een verbreding en een over­ loop van de kring der uitkeringsgerechtigden. Dat de zorg voor de benarde inkomenspositie van groepen van kleine zelfstandigen alsnog, zij het ietwat verlaat, haar beslag zal krijgen, stemt tot gepaste vreugde. Mijn fractie heeft aangedrongen op een regeling in voorkomende gevallen voor zelfstandigen, die op het minimum „zitten", ondanks vaak grote krachtsinspanningen. Het is niet geheel vreemd aan de traditie dat maatregelen voor kleine zelfstandigen wat later komen dan maatregelen voor andere groepen onder de bevolking.

Ik haast mij echter, eraan toe te voegen dat hun inkomenspositie wat gecompliceerder is dan die van de reguliere inkomenstrekker. Mijn fractie staat op zichzelf achter de beoogde bescherming van de koopkracht voor de echte minima. Daarover mag geen twijfel bestaan.

MERKWAARDIG

Merkwaardig blijft het dat sinds de eenmalige uitkeringsregeling van het vorige jaar nog steeds geen wijzigingen zijn aangebracht in de bestaande uitvoeringsstructuur van organen, belast met de uitbetaling van de sociale verzekeringsuitkeringen en de bijstand, terwijl ook nog steeds geen wettelijke bevoegdheden voor die organen zijn geschapen, die een andere, verbeterde uitkeringsregeling voor de echte minima mogelijk zou dienen te maken. Moet dit louter en alleen aan beleid ad hoc worden toegemeten of is er met inachtneming van de aangevoerde argumenten meer in het spel?

In de memorie van toelichting wordt hieromtrent opgemerkt dat daartoe eerst meer inhoud zal moeten worden gegeven aan een structureel beleid voor de echte minima. Uit deze zinsnede mag toch worden afgeleid dat niet per se hoeft te worden gewacht op een afgeronde structurele beleidsbeslissing voor de minima. Hoe moet in dit verband de zin, dat eerst meer inhoud moet worden gegeven aan een structureel beleid ten aanzien van de echte minima, worden begrepen? Jaarlijkse budgettering met wisselvalligheden voor de tegemoetkoming inzake de koopkrachthandhaving van de echte minima levert nauwelijks of helemaal geen bevredigend resultaat op. Men kan niet blijvend met noodverbanden in het rond springen. Daarom moet zo snel mogelijk - anderen hebben ook hierop aangedrongen - een notitie over een structureel beleid voor de echte minima bij de Kamer worden ingediend. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt hieromtrent opgemerkt dat een structureel beleid niet los mag worden gezien van de thans plaatsvindende discussie over de algehele herziening van het sociale-zekerheidsstelsel, terwijl tevens het algemene inkomensbeleid en het mede baseren van een stelselherziening bij voorbeeld op de vangnetfilosofie in de beschouwing worden betrokken. Als men dit zo leest, vraagt men zich in gemoede af of dit niet tot gevolg zal hebben dat ons niet alleen het komende jaar, maar ook ettelijke jaren hierna noodgedwongen een incidentele maat- regel te wachten zal staan. Het jaar 1983 is reeds met zoveel woorden genoemd terwijl de jaren daarna ook een weinig structureel perspectief beloven, als er staat:

„Zouden de uitgangspunten in hoofdlijnen en de mogelijkheden van een structureel beleid zijn uitgekristalliseerd, dan zullen daarop te baseren maatregelen nog de nodige voorbereiding vergen."

Binnen welke tijdspanne kan nu dit incident worden opgelost, gelet op deze beschrijving van de verbreding van de problematiek? Ik vraag een uitspraak met werkelijkheidszin. Ik besef zeer wel dat wij niet over een eenvoudige zaak spreken. Vroegtijdige verwachtingen mogen dan ook niet worden gewekt of gevoed. In elk geval hoop ik dat de bewindsman mij de nodige opheldering hierover kan verschaffen.

ZELFLEGITIMATIE

De benadering van de echte minima door zelflegitimatie heeft onder de huidige omstandigheden de instemming van mijn fractie. Wij hebben te maken met mondige burgers, aan wie niet direct het verlies aan koopkracht kan worden verweten. Het lijkt mijn fractie een te volbrengen opgave om daadwerkelijk persoonlijk op maatregelen in te haken. Vandaar ook dat ik mij vooralsnog kan vinden in de argumentatie om de ambtshalve toekenning aan met name de uitkeringsgerechtigden ingevolge de Algemene Bijstandswet af te wijzen. Afgezien van de financiële gevolgen, die in deze tijden van financieel-economische moeilijkheden wel degelijk van belang zijn, moeten ook de mensen die het aangaat attent zijn op de mogelijkheden die hen van overheidswege worden geboden om het verlies aan koopkracht te compenseren. Het is verre van mij, de eenmalige uitkering als een fooi te kenschetsen. Als er echter mensen zijn die deze overtuiging zijn toegedaan, moeten zij in mijn ogen het recht hebben deze fooi te weigeren.

Mijn fractie vindt het van belang dat met voortvarendheid wordt gewerkt aan verbetering van de meting van het inkomen op een bepaald moment, te weten de dag van aanvraag.

De argumentatie dat bij de koopkrachtberekening voor de echte minima in 1982 geen rekening kan worden gehouden met het effect van de eenmalige uitkering in 1981 vond mijn fractie overtuigend. Wil dat zo blijven, dan moet wel zo snel mogelijk de maatregel ad hoc worden omgezet in een structurele. Dit argument verliest door opstapeling van negatieve effecten anders alle kracht.

Het probleem van de voortschrijdende koopkrachterosie van de echte minima wordt onderkend, echter alleen in het kader van de eenmaligheid. Kan op voorhand worden uiteengezet hoe deze problematiek structureel tot oplossing kan worden gebracht, of moeten wij erin berusten dat deze problematiek onontkoombaar is?

DE KRING VAN GERECHTIGDEN

Tot op zekere hoogte kunnen wij ons vinden in de afbakening van de kring der uitkeringsgerechtigden door de bewindsman. Wij blijven echter met hem van mening verschillen inzake de buitenhuwelijkse samenlevingsvormen. Dit zijn vormen van samenleven die kennelijk ten doel hebben een alternatief te zijn voor het monogame huwelijk, dat de Bijbel ons voorhoudt en zoals dat ook in het Burgerlijk Wetboek ligt verankerd. Het veelvuldig verwijzen naar de Algemene Bij­ standswet had mijn fractie in genen dele overtuigd. Dat alle buitenhuwelijkse samenlevingsvormen over een kam worden geschoren en binnen de kring van uitkeringsgerechtigden zijn en worden gebracht, had en heeft dan ook geenszins de instemming van mijn fractie. Zij zou dan ook op Bijbelse gronden de bewindsman willen ontraden verder op deze heilloze weg voort te gaan. Zij raadt hem terug te keren op de rechte, gebaande wegen die in Gods Woord zijn te vinden. In de praktijk kan deze mogelijkheid ook tot oneigenlijk gebruik leiden. Dat wordt trouwens in brede kring onderkend. Is het immers niet zo dat twee samenwonenden elk een ongehuwden-uitkering kunnen aanvragen en zo in een bevoorrechte positie komen te verkeren ten opzichte van een echtpaar? Samenwonenden kunnen immers alleen op verzoek met gehuwden worden gelijkgesteld. Hoe zal echter worden gehandeld als dit verzoek uitblijft? Het gaat toch om ondersteuning van huishoudens? Ik vraag mij af of wel de goede koers wordt gevaren inzake het recht hebben op een uitkering van thuiswonende, meerderjarige kinderen.

KOSTENDEKKENDE VERGOEDING

Uit de eerste uitkomsten van een steekproefonderzoek onder gemeenten bleek dat ongeveer 4500 mensen tegen de beschikking naar aanleiding van hun aanvraag in beroep gingen. Uit de nota naar aanleiding van het verslag blijkt dat geen AROB-beroepen zijn ingesteld. Moet hieruit worden begrepen dat de gemeenten in alle gevallen naar aanleiding van een ingesteld beroep tot heroverweging van een beschikking in positieve zin zijn overgegaan?

Is de gemeenten reeds gevraagd in hoeverre minder sporadisch een confrontatie met het echte-minimabestand enerzijds en het bestand van de ABWen de WWV-gerechtigden anderzijds kan plaatsvinden? Voor een controle achteraf en een te vrezen herhaling van de eenmalige uitkering lijkt het mij zinvol daartoe snel over te gaan.

De Minister voert een moeizame discussie met de VNG onder andere over de onkostenvergoeding voor de ge-

Vervolg op pagina 17 Vervolg van pagina 15

meentebesturen. Mijn fractie gaat er van uit dat het kabinet tot het uiterste zal gaan om de vergoeding kostendekkend te maken, ook na uitspraak van net om advies hierover gevraagde college. Kan de Minister dit concreet toezeggen?

Ik hoop dat er geen onherstelbare ver­tragingen in de uitvoering zullen optreden. Ik verwacht tevens dat de uitvoering zal worden begeleid door duidelijke en gerichte voorlichting onder andere aan de onder ons verkerende buitenlandse werknemers. Ik kan het waarderen dat in dit stadium het voor-Hchtingsmateriaal ook in de meest voorkomende vreemde talen wordt verstrekt.

Het geheel overziend, moet ik zeggen - zij het dat ik dit met pijn doe - dat mijn fractie haar fiat zal geven aan het wetsontwerp. De principiële tegenwerpingen tegen bepaalde onderdelen onthoud ik de Minister niet! Tenslotte spreek ik de wens uit dat wij zo snel mogelijk door structurele maatregelen worden verlost van gelegenheidswetgeving als de onderhavige.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1982

De Banier | 24 Pagina's

Verlening van een eenmalige uitkering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1982

De Banier | 24 Pagina's