Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maatschappelijke gevolgen van de micro-elektronica

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maatschappelijke gevolgen van de micro-elektronica

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

door de heer Van Dis

BOUWEN EN BEWAREN

Als wij spreken over de maatschappelijke gevolgen van de micro-elektronica dan realiseren wij ons dat ook deze nieuwe technologie deel uitmaakt van onze cultuur. Een allesbeheersende vraag in de ethische beoordehng van de techniek als onderdeel van de cultuur is: beheerst de mens de techniek of wordt de mens beheerst door de techniek? De principiële geluiden die wij van onze kant hebben laten horen bij de behandeling van de Innovatienota gelden ook hier. Wij spraken toen over de opdracht van onze Schepper om de aarde te bouwen en te bewaren, als dienst aan Gbd en dienst aan de naaste. Wij denken hierbij ook aan psalm 8, waarin het volgende geschreven staat over de scheppingsrelatie God-mens: „Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen, Gij hebt alles onder zijn voeten gezet". Indien wij in vertrouwen op God gevolg geven aan onze opdracht hoeven wij niet te vrezen voor de techniek met al haar maatschappelijke gevolgen. In de H. Schrift wordt toch ook heel duidelijk gesteld dat de grenzen liggen daar waar de mens niet meer beseft als rentmeester verantwoordelijk te zijn aan Zijn Schepper en in eigen gekozen weg die grenzen overschrijdt.

De hoofdinhoud van die grenzen wordt bepaald door de Wet van God in de bekende Decaloog als uitdrukking van Zijn wil hoe de mens tot eer van

Vervolg op pagina 4 Vervolg van pagina 3

God met de gaven en krachten in de schepping gelegd moet omgaan. Juist een dringende waarschuwing om toch vooral zich te gewennen aan, beter gezegd, zich vrijwillig te onderwerpen aan die Wet is op zijn plaats, omdat wij de bewijzen voor het oprapen zien liggen dat daarmede de hand gelicht wordt.

Ik denk dan aan de eugenetica, het DNA onderzoek, maar ook aan massabeïnvloeding waartoe de techniek zozeer in staat stelt. Dit zal niet dan tot onherstelbare schade voor het geestelijke en materiële welzijn van enkeling en samenleving leiden. Onze fractie vraagt dan ook dringend aan de bewindsman met name deze fundamentele visie aan zijn beleid ten grondslag te leggen.

Vanuit deze visie heeft onze fractie gepoogd haar bijdrage in deze discussie te zetten.

WERKGELEGENHEID

In de memorie van toelichting op de begrotmg van Economische Zaken staat dat er ook in de sector Elektronische industrie sprake is van een sterk teruglopend binnenlands marktaandeel. Is dit misschien het gevolg van weerstanden die er bestaan ten aanzien van verdere ontwikkelingen van de micro-elektronica? Vele mensen vrezen dat invoering van micro-elektronica grote gevolgen zal hebben voor de omvang van de werkgelegenheid. Op zich is dat natuurlijk waar.

Immers nog meer geestdodende of eentonige arbeid dan thans het geval is zal plaats moeten maken voor robotachtige handelingen. Daartegenover heb ik het gevoel dat onvoldoende aandacht wordt besteed aan de schepping van andere werkgelegenheid. De behoefte aan meer informatie lijkt ons daartoe grote mogelijkheden te bieden.

Waar het om gaat is wel de verschuiving naar andersoortig werk. Hier liggen aansluitingsproblemen, waartoe de overheid in zijn onderwijs, maar ook het betrokken bedrijfsleven in zijn vraag naar gespecialiseerde werknemers op dit vlak als het ware geconcerteerd tot spoedige oplossingen moeten komen. In dat verband trof mij dat volgens de studie die verricht is door het Bureau „Metra Consulting" naar de gevolgen van de micro-elektronica voor de werkgelegenheid in sommige sectoren verlies van arbeidsplaatsen onvermijdelijk is. Is dat niet één kant van de medaille?

Voor een juiste benadering van dit probleem zal die vraag andersom gesteld moeten worden, met andere woorden: wat is het effect op de werkgelegenheid wanneer we zouden pogen de invoering van de micro-elektronica in ons land tegen te houden? Wij vinden dat de Minister ons daarin meer inzicht zal moeten geven.

HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN

VEN ' Het Nederlandse bedrijfsleven neemt wat betreft de invoering van microelektronica reeds nu een nadelige positie in ten opzichte van het bedrijfsleven in de ons omringende landen. Daar kunnen de bedrijven al jarenlang rekenen op omvangrijke overheidssteun, zoals uit de gegeven antwoorden blijkt. Ook daardoor heeft het Nederlandse bedrijfsleven te kampen met een aanzienlijk concurrentienadeel. Zijn er wellicht indicaties dat deze achterstand in ins land al veel arbeidsplaatsen heeft gekost? De Regering schrijft in een antwoord op een vraag onzerzijds naar ontwikkelingen in het buitenland, dat de overheden in de ons omringende landen vaak directe steun verlenen aan individuele bedrijven ter stimulering van de ontwikkeling en produktie van microelektronica. Het gevolg hiervan is dat aanzienlijke concurrentievervalsingen zijn opgetreden.

De vraag die bij mij leeft is of dit niet in strijd is met de richtlijnen van de EG. De Europese Commissie is immers op vele andere terreinen zeer alert op het voorkomen van dit soort kwalijke ontwikkelingen. Wij zouden het op zijn plaats gevonden hebben als Nederland ter zake actie had ondernomen. Juist omdat het door die steun voor nieuwkomers onmogelijk is om ter zake op redelijke gronden een aandeel van de markt te verwerven. In ieder geval vindt onze fractie dat de achterstand, die het Nederlandse bedrijfsleven heeft op het buitenland, niet wordt vergroot. Te denken valt dan met name aan de belangrijke positie die in de toepassingssfeer door de Nederlandse industrie reeds is verworven. Dat is ons inziens van groot belang voor de werkgelegenheid. Welke mogelijkheden ziet de Minister om dat doel te bereiken? Hij schrijft namelijk in antwoord op vraag 42, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de Regering grote invloed kan uitoefenen op het tempo van de invoering van de microelektronica.

Wij zouden de Regering willen uitnodigen om een aantal van de vertragende factoren zoals financiering, niet deskundig personeel, enz., die een snelle toepassing van de mogelijkheden van micro-elektronica in de weg staan, op korte termijn weg te nemen.

TEMPO VAN UITVOERING

Gesteld wordt dat het tempo van invoering van groot belang voor de omvang van de werkgelegenheid is. Enerzijds vereisen de werkgelegenheidsbelangen een snelle invoering van de micro-elektronica, anderzijds kan niet ontkend worden dat invoering van micro-elektronica in een aantal sectoren juist negatieve effecten voor de werkgelegenheid meebrengt. Dit is met name het geval in de dienstensector, aldus de Regering. Zij vervolgt dan, dat de invoering van de micro-elektronica in deze sector echter een zodanige voorbereidingstijd vergt, dat de gevolgen zich naar alle waarschijnlijkheid niet op betrekkelijk korte termijn maar geleidelijk aan zullen manifesteren. Zie het antwoord op vraag nr. 48. Hieruit leiden wij af dat dit ook de conclusie is van de Regering. Dat leidt ons tot de volgende opmerking. De te verwachten verkloosheid in de dienstensector kan het gevolg zijn van een te langzame invoering van de micro-elektronica omdat in dat geval negatieve gevolgen in concurrentieverhoudingen met buitenlandse ondernemingen moeten worden gevreesd. Aan de andere kant is werkloosheid ook het gevolg van een te snelle invoering van de micro-elektronica. Beide aspecten tezamen genomen leidt ons tot de vraag: heeft dit ook consequenties voor de richting van het stimuleringsbeleid? De gevolgen voor de werkgelegenheid van bepaalde categorieën op de arbeidsmarkt hangen sterk af van de mogelijkheden die er voor deze groepen zijn elders een nieuwe baan te vinden. Deze mogelijkheden hangen enerzijds af van het feit, hoeveel nieuwe arbeidsplaatsen er worden geschapen door de komst van de nieuwe technologie; uiteraard is ook van belang in welke sectoren deze arbeidsplaatsen zullen komen.

Anderzijds hangen de mogelijkheden tot het vinden van een nieuwe baan sterk af van de flexibiliteit, op te brengen door werknemers die door de komst van de micro-elektronica hun huidige arbeidsplaats verliezen. Deze flexibiliteit wordt bepaald door een aantal factoren, zoals het opleidingsniveau en de beroepservaring. Wat kan met betrekking tot de flexibiliteit gezegd worden over de categorieën werknemers in de dienstensector die straks op zoek moeten naar een nieuwe baan? Onze fractie vindt dat! wij wezen er alglobaal op - tijdig aan de nodige faciliteiten en vooral ook mentaliteitsverandering die nodig is om op de juiste manier in te spelen op de gevolgen van de invoering van dit soort processen, wat moet worden gedaan. Wij vrezen anders dat frustraties en aanpassingsmoeilijkheden dermate grote gevolgen aannemen, dat de werkbeleving er sterk onder gaat lijden. Aan de her- en omscholing, maar ook aan nieuwe scholing dient op verantwoorde wijze alle aandacht te worden besteed.

CENTRUM VOOR MICROELEKTRONICA

Naast deze grote problemen met betrekking tot de werknemers, zijn ook op andere gebieden de nodige stappen te doen. Dan denken wij met name aan de penetratie van de micro-elektronica in het bestaande industriële gebeuren en vooral ook aan de manier waarop het industriële bedrijfsleven optimaal kan worden betrokken bij niet alleen het gebruik maken van, maar vooral ook het inschakelen bij het produktieproces zelf. Dan komen de woorden „innovatie" en „produktievernieuwing" aan de orde.

In dat verband staan wij wel positief tegenover de gedachte van de oprichting van een centrum voor micro-elektronica. Zeker omdat een van de hoofddoelstellingen van het centrum gericht is op de dienstverlening aan de kleine en middelgrote industrie. Onze fractie is echter bevreesd dat deze doelstelling wat in het gedrang kan komen, gezien de vormen van samenwerking die van verschillende zijden is geopperd tussen enerzijds de hogescholen en universiteiten in samenwerking met TNO en anderzijds Philips. Tussen deze instellingen bestaat immers een groot verschil in doelstelling? Past de doelstelling dienstverlenend bezig zijn voor midden- en kleinbedrijf wel in de doelstellingen van de samenwerkende instanties? Wij horen graag het oordeel van de Minister hierover. Wij vinden dat werkelijke kennisoverdracht dringend nodig is, juist aan die midden- en kleinbedrijven, die daarvoor mogelijkheden hebben. Ook zullen deze zelf actief moeten worden begeleid, hetzij via de Kamers van Koophandel en de Rijksoverheidsdienst, hetzij via een meer rechtstreeks contact tussen universiteiten en bedrijfsleven. Wij moeten af van het imago alsof de wetenschap maar vrijblijvend bezig kan zijn en dat de samenleving, in dit geval de industrie, verworvenheden uit het wetenschappelijk onderzoek te veel zélf moet opsporen. Dit is een pleidooi voor open en veelvuldig contact tussen universiteitslaboratoria en het bedrijfsleven.

GEVOLGEN VOOR DE KWALITEIT VAN DE ARBEID

De invoering van micro-elektronica kan ook zijn gevolgen hebben voor de kwaliteit van de arbeid. Het vraagstuk van de arbeidsvreugde komt bij de behandeling van dit onderwerp op ons af. Van groot belang hierbij is het zicht dat wij op de arbeid en op de arbeidsvreugde hebben. Arbeid is een goddelijke roeping. Wij zijn ervan overtuigd dat, hoe meer een mens zijn arbeid, wat het ook is, ziet als een taak die hem door God is opgedragen en waarin hij God kan dienen, hoe meer dat op zichzelf hem vreugde kan schenken. Dat betekent echter niet dat de arbeidsinhoud en de arbeidsomstandigheden niet van betekenis zouden zijn voor de arbeidsvreugde.

Biedt de micro-elektronica echter geen interessante perspectieven ter verbetering van de arbeidsomstandigheden? Wij denken hierbij aan een vergroting van de mogelijkheden tot afstandsbediening, waardoor vuil en gevaarlijk werk vermeden kan worden, aan een verdere verfijning van de mechanisatie, waardoor onnodige zwaarte van de arbeid bestreden kan worden en aan een betere bewaking van de uitstoot van schadelijke stoffen. De creatieve kant van de beroepsarbeid kan volgens de Regering door de micro-elektronica worden bevorderd onder andere door een verschuiving van werkzaamheden naar fasen die op zich meer creativiteit vereisen, zoals werkvoorbereiding en ontwerp. Deze invalshoek zou ertoe kunnen leiden, de micro-elektronica vrij positief te bezien. Wij vragen ons echter af, of dit toch niet te eenzijdig is gesteld. Immers, niet ontkend kan worden dat ook de controle op de arbeid kwalijke kanten kan hebben, zodat de fysische ongemakken en nadelen wel eens kunnen worden vervangen door psychische, met name stress. Wij vragen ook voor andere soortgelijke aspecten de aandacht. Ook hier blijken weer de gevolgen van de zondeval, „in het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten".

ONDERWIJS EN DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER

Op nog twee punten wil ik de aandacht vestigen. Nog een aangelegen punt voor mijn fractie is de toepassing van de micro-elektronica in het onderwijs, die de vrijheid van het onderwijs kan bedreigen. Het is niet ondenkbaar dat de micro-elektronica zodanig zal worden ontwikkeld, dat bepaalde apparatuur zal worden ontworpen welke een grote hoeveelheid informatie aan de gebruikers kan verschaffen. Wij menen dat het duidelijk in strijd zal komen met de vrijheid van richting als dergelijke programma's ook als een voorwaarde voor bekostiging zouden worden gesteld. Het gevaar hierbij is namelijk, dat de gebruikers van deze apparatuur geen invloed kunnen uitoefenen op de , , input" van de apparatuur. Kan de Regering ons toezeggen, dat zij ervoor zorg zal dragen dat deze apparatuur op zodanige wijze wordt gevoed, dat volledig rekening wordt gehouden met de wensen van de gebruikers?

In ieder geval acht onze fractie het onjuist als er een verschraling zou optreden in de genoemde vrijheid van richting in het onderwijs. Wij menen ook dat het duidelijk in strijd komt met de vrijheid van richting indien dergelijke programma's ook als een voorwaarde voor bekostiging zouden gaan functioneren. Gaarne ontvangen wij een duidelijk antwoord.

Onze laatste opmerking is niet een van de minste Onze fractie wil sterk de nadruk leggen op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De ontwikkelingen van de micro-elektronica op het gebied van persoonsregistratie vereisen zeer goede regelingen met betrekking tot het opslaan en gebruik van persoonsgegevens. Wij verwachten dan ook dat spoedig een wettelijke regeling tot stand zal komen welke een goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal bieden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1981

De Banier | 8 Pagina's

Maatschappelijke gevolgen van de micro-elektronica

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1981

De Banier | 8 Pagina's