Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De paarden van de Ennemaborg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De paarden van de Ennemaborg

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Echt wild zijn ze niet, de paarden van de Ennemaborg. Ze moeten wel hun eigen kostje opscharrelen en daarin slagen ze heel goed. Het zijn echte alleseters, die zelfs braamstruiken, distels en brandnetels niet laten staan. Als natuurlijke maaimachines moeten ze een stuk ruig bos uitdunnen en kort houden; een goedkope vorm van bosbeheer. Of het experiment lukt zal alleen de tijd uit kunnen wijzen. Op stap met onze natuurkenner naar een oerbos-in-wording in het hoge noorden.<br />

Fijne motregen geselt over het winterse landgoed De Ennemaborg in Noordoost Groningen. We lopen over wat eens een laan met zware beuken was naar het bos. Een smalle strook, driehonderd meter breed, drie kilometer lang. Als een balk in het Groningse landschap, waar bos zeldzaam is. In die hoek althans.

De lege bouwlanden zien er vrij troosteloos uit. We treffen het niet met het weer. Als we de druipende bosstrook uit zijn en op een verruigde strook voormalig bouwland staan, striemt de regen feller in ons gezicht. De groep „wilde paarden" waarvoor we zijn gekomen, trekt zich van het sombere, natte en gure weer niets aan. Zouden wij het dan wel doen?

Een van de vorig jaar geboren veulens wandelt dichterbij, laat zich het voorhoofd krabben, probeert aan mijn jas te knabbelen. Ik woel eens in de dichte wintervacht van het eerstejaars veulen. Die geeft duidelijk beter bescherming dan mijn jas waar de wind doorblaast. Onverstoorbaar lopen de dieren door dras en plas, donker van de regen die ons doet huiveren.

Misschien toch uitgezocht weer om vast te stellen dat deze dieren zich zonder hulp handhaven. Voor Henk, de fotograaf, is het lastiger. Weinig licht. . . verkleumde vingers. . .

Wild...?
Het idee dat ik van wilde paarden had is al weggeblazen. Prachtige dieren zijn het, beslist. Stevig, fraai van kleur, vertrouwelijk. Geen wilde paarden in de letterlijke betekenis, integendeel. Paarden in het wild, dat wel. Publiek kan echter zonder bezwaar worden toegelaten op het voor deze omgeving unieke wandelgebied bij Midwolda. Voor de paarden hoeft men niet bang te zijn. Wel wordt snel duidelijk dat ze een vrij bestaan hebben.

De dieren worden niet verzorgd; ze leven net als hun wilde voorouders, winter en zomer, dag en nacht. Een warme stal hebben ze niet nodig. Voedsel zoeken ze zelf. Zo ging het ook in het Poolse gebied waar de soort oorspronkelijk vandaan komt. Het was het werkpaard van de arme boeren die geen geld hadden voor verzorging. De dieren werden na hun dagtaak het bos ingestuurd waar ze de kost opscharrelden.

Op de Ennemaborg leeft de groep van zeven stuks op dezelfde manier: vrij in een ruig stuk bos. Niet om als werkpaard te dienen. Toch in dienst van de mens, beter gezegd; in dienst van het milieu. Voorlopig nog als experiment.

Het landgoed Ennemaborg in de huidige vorm werd rond de eeuwwisseling aangeplant. Het is stijf en onnatuurlijk. Eiken staan in het gelid langs strakke lanen. Er is weinig variatie, zonlicht kan niet doordringen, dus de flora krijgt nauwelijks kans. Tot 1942 werd er vee in geweid, daarna overwoekerden bramen de bosbodem. Zo is het nog. Een bos met weinig aantrekkelijkheid. De stormen van 1972 en 1973 zorgden voor wat gaten en verjonging; ook deden ze nadenken over ander beheer.

We moeten meer „natuurlijk" bos, werd steeds vaker gehoord. Het landgoed kon daarvoor zeker niet als model staan. Brede stroken bouwland aan weerszijden werden niet meer voor produktie gebruikt en verwilderden. Akkerkruiden verdwenen, gras en ruigte gingen overheersen. Nog meer eentonigheid en eenvormigheid. De Stichting Het Groninger Landschap kocht het in 1965. Men wilde wel een ander beheer, maar hoe?

Men liet het bos aan de natuur over, beperkte zich tot onderhoud van paden, maakte open plekken, liet dood hout liggen. Wat „natuurlijker", maar niet voldoende. Tot men voor begrazingsbeheer koos. Met grote grazers. Zoals ook elders en met andere dieren werd en wordt getracht het landschap een andere structuur te geven.

Natuurlijk
Het is niet eenvoudig om bestaand bos om te vormen tot „natuurlijk" bos. Het cultuurstempel zal nog lang zichtbaar blijven. Ingrijpen van de mens moet achterwege blijven: een situatie van heel lang geleden. Toen leefden echter in de oerbossen ook grote grazers, die de vegetatie „beheerden" door hun eetgewoonte. Dus moeten die er nu ook weer bij worden ingeschakeld.

Voor de Ennemaborg is gekozen voor paarden. De Stichting Tarpan nam het initiatief en leverde de eerste groep: een hengst en twee merries. Daarom wordt nog steeds over Tarpanpaarden gesproken en geschreven. Dat zijn het niet, want de Tarpan is uitgestorven. Het zijn Koniks, in Polen teruggefokt, qua uiterlijk, bouw en kleur sterk gelijkend op de Tarpans. De Poolse naam betekent letterlijk „paardje".

Het zijn paarden die niet kieskeurig zijn, best mals gras lusten, maar ook de tanden in de dorre vegetatie zetten. Die ze voor een goede spijsvertering nodig hebben. Dus ook in de wintermaanden is er genoeg voor hen: Meer dan ze aankunnen voorlopig. Daarom lopen er nu nog enkele Shetlandponies en pinken bij. Om eens flink opruiming te houden in de eentonige begroeiing.

Geen Tarpan
De Poolse Konik wordt vaak bostarpan genoemd en ook vaak verward met het Przewalskipaard. Dat is het laatste echt wilde paard dat in veel reservaten wordt gehouden. Men vermoedt dat er nog enkele in echt wilde staat leven, in Mongolië waarschijnlijk.

Koniks zijn geen wilde paarden. Ze zijn anders van kleur dan de lichte Przewalski. Koniks zijn muisgrijs, hebben een maantop, de pluk haar die tussen de ogen naar voren hangt, rechtopstaande manen en een aalstreep. Hun karakter is opvallend; ik schreef het al. Daardoor konden de Poolse boeren de dieren gemakkelijk inzetten voor alleriei werk.

De Pool Vetulani heeft in 1936 een aantal Koniks in een bosterrein gebracht, om dit dicht bij de Tarpan staande paard te behouden door fokgroepen te vormen. Nu lopen er een veertigtal al meer dan vijf paardengeneraties lang op een schiereiland van 1600 hectare in een van de Mazurische meren. De situatie is daar zeer natuuriijk en er zijn drie groepen gevormd met een eigen hengst. De eerste drie Koniks voor de Ennemaborg kwamen daarvandaan.

Het eerste jaar werden twee veulens geboren waarvan de vaders nog in Polen zijn; de merries waren drachtig toen ze kwamen. Van de twee veulens die vorig jaar werden geboren is de aangekochte hengst de vader. In de komende meimaand zullen er, als het goed gaat, twee veulens bijkomen.

Echte grazers
Dat er op het landgoed paarden vrij rondlopen kunnen we duidelijk vaststellen. De boslanen zijn modderig en vertrapt. Waar de dieren door een diepe greppel naar de verwilderde akker gaan, zakken wij diep in de losgetrapte klei. Bij een zijlaan ligt een flinke verzameling paardepoep: markering door de hengst, hoewel hij nog geen rivalen heeft.

Enkele iepen zijn rondom kaal, want de Koniks eten graag de bast. De knaagsporen van hun tanden staan scherp in de witte stammen. Het zal wel erg lekker zijn! Eikestammen lijken veel op die van iepen; denk echter niet dat de paarden daaraan knagen. Smaakt die bast niet? Of zit de laag te vast? Van de iep kunnen ze flinke repen aftrekken; dat kan van de stugge eik niet. De bomen die rondom hun bast kwijt zijn gaan dood. Dus zorgen de paarden voor selectie.

Soorten waaraan zij de voorkeur geven zullen verdwijnen, althans nooit overheersen. Er liggen ook dode bomen, half vermolmd, vol knaagsporen. Is dat goed voor de spijsvertering, smaakt het pittig of gaat het uitsluitend om het knagen? Een paar banken zijn ook met hun sterke tanden danig bewerkt. Waarom? Kom daar maar eens achter als je geen paard bent. Tijdens ons bezoek grazen er een paar op een plek mals groen gras, zo glad als een pasgemaaid gazon. Toch halen ze er nog mondenvol af. De anderen lopen in de ruigte te grazen.

De variatie in voedselopname is groot. Op de voormalige akkers groeit nogal wat pitrus, een biesachtig gewas. Ik wist niet dat dieren ervan eten. De Koniks wel! Ze snoepen ook van brandnetels, distels, bramen, kortom van veel gewas dat andere grazers laten staan. Op de Ennemaborg bewijzen de Koniks dat ze onafhankelijk zijn van de mens. En als er een zeer strenge winter zou komen met veel sneeuw? Dat zal de tijd leren; het is een experiment.

Een klein beetje zorg is nu zelfs nodig. Zoals het bij kappen van de hoeven die in het zachte terrein niet slijten. Ook werden de paarden een keer bespoten tegen een huidziekte.

Observeren
De paarden zijn er om een gevarieerd zelfregulerend bos te doen ontstaan. Kan dat? De initiatiefnemers zijn ervan overtuigd. Het moet echter nog bewezen worden. Daarom wordt het gedrag van de dieren nauwkeurig geobserveerd. Ook het resultaat van hun gedrag, dat na langere tijd pas goed merkbaar kan worden.

Drs. L. Stokman besteedt wekelijks twintig uur aan het object. Wat doen de dieren de hele dag? En 's nachts? Wat eten ze wel en niet? Wat is hun invloed op de vegetatie? Verdwijnen er soorten en komen andere terug? Waar verblijven de dieren het liefst, in het bos of op de open stukken? Hoe is hun gedrag in de winter en in de zomer? Op dergelijke vragen moet antwoord komen. Daarvoor is heel wat tijd nodig.

De heer Stokman observeert geregeld op verschillende uren van dag en nacht. Eenmaal per veertien dagen trekt hij van licht tot donker met de groep mee en noteert per vijf minuten wat de dieren doen. Dat heeft een vervolg in administratie, rapporteren, tabellen uitwerken enzovoort. Met wat voor doel uiteindelijk? Om te kunnen vaststellen of het inscharen van paarden wezenlijk effect heeft op de ontwikkeling van natuurlijk bos.

Over een jaar of tien pas, want eerder kunnen geen conclusies worden getrokken, verwacht men. Hoewel hun invloed geleidelijk merkbaar zal worden. Dan zullen we dus weten of deze grote grazers kunnen worden ingeschakeld om een spontane, natuurlijke en goedkope vorm van bosbeheer te voeren. Begrazingsbeheer noemen we dat. En dan?

Natuurlijk?
Zullen over tien of twintig jaar de recreatiebossen er natuurlijk uitzien? Met spontane begroeiing, dode bomen, veel valhout, open stukken, rijke flora, veel vogels? Ideaal voor natuurvrienden en recreanten. Die zullen de Koniks en Schotse Hooglanders, de Heckrunderen en wie weet wat voor grote grazers nog meer, op hun wandelingen tegenkomen. Dat kan boeiender worden dan met de edelherten van nu, waarvoor je zoveel moeite moet doen om er een glimp van te zien.

In die bossen zal niet meer worden gezaagd en gehakt. Er zal geen lawaai meer zijn van motorzaag en vallende bomen. Geen obstakels meer van lanen vol uitgesleepte stammen en vernielde bospaden. Tja. . . zo'n bos zal niet meer worden verstoord, het zal niets meer kosten, ook niets opbrengen. Echt natuur. Zoals eeuwen geleden in onbewoonde streken . . .

Kan dat? Misschien op de Ennemaborg en enkele andere reservaten. Ik ben wel benieuwd hoe het er daar over acht jaar zal uitzien en hoop dat te beleven. Interessant is het experiment beslist. De paarden laten hun sporen op het landgoed na. Nu al.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1984

Terdege | 56 Pagina's

De paarden van de Ennemaborg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1984

Terdege | 56 Pagina's