Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstfeest niet onomstreden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest niet onomstreden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was maar een klein berichtje in de kranten. Maar het gaf wel te denken. De eerste zaterdag van de maand december waren de wachttijden voor Hamleys, de grootste speelgoedwinkel in Londen, opgelopen tot twee uur. Terwijl vanuit de grote luidspreker aan de winkelpui het ene kerstlied na het andere over kooplustige Britten neerdaalde, wachtten de mensen totdat ze naar binnen mochten om hun slag te slaan. Want ondanks het dalende vertrouwen in de economie, laten de Britten zich het kerstplezier niet afpakken.

Kerst verkoopt. Dat weet de commercie heel goed. Na vijf december meldt de bebaarde Kerstman zich. Hij zwengelt de koopmachine aan, zodat die binnen korte tijd het toerental van een turbomotor draait. Vorig jaar werd in ons land alleen al op de vrijdag en de zaterdagmorgen voor Kerstfeest voor 740 miljoen aan kerstinkopen gedaan. In dezelfde periode een jaar eerder lag de omzet nog op 663 miljoen euro. Bij het Kerstfeest gaat het voor de meeste Nederlanders vrijwel uitsluitend om sfeer, een goed glas (of liever: glazen) wijn en kerstgeschenken. Dat het feest bedoeld is om de nederige geboorte van de Zoon van God te herdenken, beseft de gemiddelde Nederlander nauwelijks meer; laat staan dat hij de rijke betekenis van dit heilsfeit kan duiden.

Kerkbezoek met sfeer

In kerkelijk Nederland lijkt dit nog wel anders te liggen. Kerstdiensten worden met Kerst in veel kerken drukker bezocht dan de gewone zondagse diensten. Mensen die niet zo gewend zijn geregeld naar de kerk te gaan, doen dat op de Kerstdagen vaak wel. De sfeer die er dan in de kerk hangt, al dan niet opgeroepen met kaarsen, kerstgroen en nostalgisch klinkende muziek, draagt daar in hoge mate aan bij. Kerst lokt dus ook naar de kerk; vooral naar de sfeer in de kerk.

De reformatorische kerken onderscheiden zich op dit punt. Het kerkbezoek op de kerstdagen verschilt niet veel van dat tijdens de zondagse diensten. Dat is beslist een zegen.

Maar daarmee is niet gezegd dat mensen die de reformatorische levensovertuiging zijn toegedaan, immuun zijn voor het ontkerstende kerstvirus. Integendeel. Ook zij zoeken in deze dagen sfeer. Inderdaad, de kerstboom ontbreekt. Nog wel. Maar de kersttakjes, de kerstklokken, het kerstcadeau en de kerstmaaltijd hebben hun intrede gedaan. Met het gevaar dat de boodschap waar het met Kerst om gaat op de achtergrond raakt. Dat laatste was precies de reden waarom er in de kerkgeschiedenis door verschillende theologen bezwaar is gemaakt tegen het herdenken van Christus' geboorte op een speciale dag. De herdenkingsdag kon snel verworden tot een herdenkingsfeest waarbij de feestvreugde de innige overdenking van het heilsfeit zou verdringen.

Vroege Kerk

Het is algemeen bekend dat de datum voor het kerstfeest, 25 december, niets van doen heeft met de datum waarop de Heere Jezus daadwerkelijk werd geboren. Oorspronkelijk waren er ook veel christelijke gemeenten, bijvoorbeeld in Klein-Azië en in Spanje, die de geboorte van de Heere Jezus op een andere datum (6 januari) vierden. De gemeente in Rome besloot echter al vrij snel om op 25 december het heilsfeit te herdenken. Dat was namelijk de datum waarop het heidense Natalis Invicti, de dag van de onoverwonnen zon, werd gevierd. Als tegenvdcht voor de heidense sfeer op dit lichtfeest, gingen de christenen de komst van het Licht der wereld herdenken. Het besluit het Kerstfeest op 25 december te houden is dus ingegeven door het zoeken naar een alternatief voor het heidense feest!

Vanuit Rome verbreidde dit gebruik zich in de loop van de vierde eeuw over grote delen van het Romeinse rijk. In het oostelijk deel daarvan werd vooral haast gemaakt met de invoering van deze herdenkingsdag. Het was een signaal in de strijd tegen de volgelingen van Arius, die de eeuwige godheid van Christus loochenden. Gregorius van Nazianze heeft in 379 het kerstfeest op 25 december in de stad Constantinopel ingevoerd en Chrysostomos deed dat in 386 in Antiochië. De lijn is helder: het vieren van het kerstfeest op 25 december was in de vroege kerk een wapen in de strijd tegen het losbandige heidendom en tegen dwalingen binnen de kerk. Dat zegt iets. De kerk moet er zeker ook op Kerst voor waken niet opnieuw in de ban van het ontkerstende, heidense denken te komen.

Heidense elementen

In de Middeleeuwen vervaagden deze motieven. In de roomse kerk slopen allerlei gebruiken binnen, die alles te maken hadden met on- en bijgeloof. Naarmate het aantal roomse heiligendagen toenam, werd er weer gezocht naar dingen die Kerst een extra accent konden geven zodat dit toch het belangrijkste feest bleef. Te denken valt aan kerstspelen en een kerststal. Daarbij werd vaak ook gebruik gemaakt van resten van de heidense Germaanse cultuur. Wie realiseert zich nu nog dat het luiden van de kerstklokken direct teruggaat op het lawaaimaken van de Germanen, die zo probeerden de ronddolende geesten op afstand te houden?

Wie realiseert zich nu nog dat het luiden van de kerstklokken direct teruggaat op het lawaaimaken van de Germanen, die zo probeerden de ronddolende geesten op afstand te houden?

En wie bedenkt nog dat er een directe lijn loopt van de kerstboom en het kerstgroen naar de Germaanse vruchtbaarheidsriten? Met het toevoegen van steeds meer extra's aan de kerstviering bleef er weinig meer over van het echte herdenken van Christus' geboorte. Dat werd nog eens versterkt door de uitzinnigheid die de kerstdagen vaak stempelden. Wijn en dans, brasserijen en dronkenschappen waren aan de orde van de dag.

Bezwaren van Luther en Calvijn

Het waren vooral deze ontsporingen die de reformatoren ertoe brachten om zich te keren tegen het onderhouden van speciale feestdagen. Luther schreef in 1520: "Gave God dat in de christenheid geen feestdag ware, dat men alle feesten der vromen en der heiligen op de zondag stelde, dan werden vele boze ondeugden nagelaten, door de arbeid der werkdagen werden ook de landen niet zo arm en verkeerd. Maar nu zijn wij met vele feestdagen geplaagd, tot verderf van de zielen, lichamen en goederen, waarvan veel te zeggen ware." Luther maakte op dat moment vooral bezwaar tegen de losbandigheid op die vierdagen. Later wilde hij het aan­ tal feestdagen beperken tot de herdenking van de heilsfeiten. Het is goed dat te bedenken. De bezwaren tegen vrolijkheid en feestvreugde worden nogal eens toegeschreven aan de 'sombere', sobere Calvijn. Het was echter Luther, die beslist van sfeer hield, die waarschuwde tegen uitbundige feestvreugde!

Dat in Geneve, het centrum van de Calvinistische reformatie, alle feestdagen buiten de zondag waren afgeschaft, was niet het werk van Calvijn. Reeds bij de overgang in 1536 van deze Zwitserse stad naar de reformatie hadden Farel en Viret daartoe besloten. Calvijn verbleef toen nog niet in Geneve. Dat neemt niet weg dat hij zich in deze lijn kon vinden. In zijn correspondentie wees hij er meer dan eens op dat alle feesten buiten de zondag menselijke instellingen waren, dat het onderhouden van die bijzondere dagen het unieke karakter van de zondag in gevaar bracht en dat veel van die feesten werden beheerst door losbandigheid. Zelf herdacht hij daarom de geboorte van de Heere Jezus op de laatste zondag voor de 25e december en preekte hij op de kerstdag gewoon een deel van zijn vervolgstoffen; op 25 december 1555 was dat een hoofdstuk uit het boek Deuteronomium.

Nederlandse kerken

Dit strikte standpunt werd eigenlijk alleen overgenomen door de Schotse kerken. In Nederland heeft men het wel geprobeerd in te voeren. De Nationale Synode van Dordrecht in 1574 bepaalde: "Aangaande de feestdagen naast de zondag is besloten dat men met de zondag alleen tevreden zal zijn. Doch men zal de gewone stof van de geboorte van Christus 's zondags voor de Kerstdag in de kerk behandelen en het volk inzake de afdoening van deze feestdag vermanen." De praktijk bleek echter weerbarstig. Het volk liet de feestdagen niet zomaar los. Doordat er geen kerkdiensten op deze speciale dagen werden gehouden, kregen de mensen nog meer de ruimte om de dagen in ledigheid en dronkenschap door te brengen.

Om dit kwaad in te dammen, gaf de overheid aan de kerken de opdracht om diensten te beleggen. Op de volgende Synode van Dordrecht - in 1578 - werd toch besloten op Kerst en andere christelijke feestdagen diensten te beleggen om "onnutte en schadelijke lediggang te voorkomen." Wel werd op deze vergadering en op volgende synoden uitgesproken dat plaatselijke kerkenraden er bij de overheid op moesten aandringen de feestdagen af te schaffen. Daar voelde de overheid niets voor en aan het begin van de 17e eeuw was Kerst, de tweede Paas- en de tweede Pinksterdag algemeen bekend en in gebruik. In die geest werd ook besloten op de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619).

Voetius, die een van de afgevaardigden was op deze Nationale Synode, bleef moeite houden met de gewoonte om op 25 december het kerstfeest te vieren. Deze vooraanstaande man uit de Nadere Reformatie heeft dat ook overgedragen op zijn studenten. Onder zijn invloed werd zelfs in de stad Utrecht, waar Voetius in 1634 hoogleraar werd, het vieren van het kerstfeest enige tijd verboden. Alleen de onderhouding van de zondag was naar zijn overtuiging een Goddelijke instelling en alle andere feestdagen "menselijke vindingen."

Dit kort historisch overzicht brengt tot de conclusie dat de viering van Kerst en andere (tweede) feestdagen niet onomstreden is geweest. De instelling was duidelijk bedoeld als tegenwicht voor de uitspattingen op heidense feesten. Het doel was dat christenen die dagen in afzondering zouden doorbrengen en zich zouden voegen onder de prediking van het Woord. Daar drong de Nederlandse overheid ook op aan in de 16e en 17e eeuw, vooral ook omdat het in de praktijk niet lukte de feesten geheel te weren. Kerstfeest geldt vandaag de dag nog als het belangrijkste feest. Dat geldt voor de hele Westerse wereld. Het gehele maatschappelijke verkeer komt tot stilstand. Zelfs Amerikaanse winkels die alle dagen van het jaar 24 uur per dag open zijn, gaan met Kerst dicht. Kerstfeest is het feest dat geen mens wil missen.

De zorg van de kerk in de loop der eeuwen heeft ons nu echter wel iets te zeggen. Waar gaat het die dagen om? Om de gezelligheid, de sfeer, de kado's? Voor miljoenen is dat zo, waarbij christelijke liederen nog wel zijn toegestaan om sfeer en de feestvreugde te verhogen. Tot in winkelcentra begeleidt het "Stille Nacht" het koopgedruis. Aandacht voor het kerstfeest is er zeker. Maar het is alles bij elkaar uiterst oppervlakkig. Het was veelzeggend dat een grote Nederlandse krant twee jaar geleden op 27 december kopte "Na Kerst de kater." Dat gevaar gaat - nogmaals - de reformatorische kring niet voorbij. Van­ zelfsprekend mag het die dagen gezellig zijn. Het is in onze jachtige, individualistische tijd goed dat er momenten zijn waarop gezinnen in alle rust bij elkaar zijn. Laten we daar ook zuinig op zijn. Evenzo is het goed die dagen ook in het bijzonder aandacht te geven aan mensen die in eenzaamheid leven: bejaarden, alleenstaanden, weduwen en weduwnaren. Zij hebben het op bijzondere dagen vaak extra moeilijk. Hoe milddadig kan het dan zijn als iemand uit de gemeente oog voor hen heeft. Ook dat maakt naar het woord van de apostel Jacobus deel uit van onze "redelijke godsdienst." Maar Kerst mag niet gedomineerd worden door feestvreugde, gezelligheid en kado's. Daarmee raakt de kern van de kerstboodschap op de achtergrond. De boodschap waar het om gaat, is dat God Zijn Zoon geboren deed worden in een beestenstal om zondaren te redden. Zij die daar weet van krijgen in hun leven, hebben aan twee dagen niet genoeg om dit wonder te overdenken. De gereformeerde theoloog dr. J.J. Mak schreef begin jaren zestig: "Een compromis voldoet niet en volstaat niet. Alleen in verwerping van de mens en het menselijk kunnen en onvoorwaardelijke erkenning van Christus als Kyrios, de Heere, is feestviering in christelijke stijl mogelijk dat wil zeggen zonder openlijk of clandestien aan de wereld cijns te betalen."

Klaaswaal,

ds. G.J. van Aalst

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Kerstfeest niet onomstreden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 2007

De Saambinder | 16 Pagina's