Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het diensthuis geleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het diensthuis geleid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heilige Wet des HEEREN begint met een aanhef, een soort voorafspraak. Daarin wordt het volk van Israël herinnerd aan wie de HEERE is en wat Hij voor hen gedaan heeft: Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.

Deze aanhef kan wel vergeleken worden met het verzoendeksel boven de ark. In de ark moest de Wet, op twee stenen tafelen, worden bewaard. En wie zal voor die Wet kunnen bestaan? Wie zal voor een heilig en rechtvaardig God kunnen leven? Niemand toch? Maar nu lag op de ark het gouden verzoendeksel. Daarop werd door de hogepriester het bloed ter verzoening gesprenkeld. En dat bloed ziet op de bedekking van de schuld van het volk. De vervulling daarvan is te vinden op Golgotha. Daar hangt Christus, Die Zijn bloed gestort heeft tot een volkomen verzoening van de zonden van Zijn volk: ‘Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet; de vrede met een kus van ’t recht gegroet’. Zo droeg Israël de Wet met zich mee, maar ònder het verzoendeksel, dat spreekt van het verbond der genade.

Uitgeleid
Hetzelfde zien we nu ook, wanneer we letten op de aanhef van de Wet: de aanhef is als een gouden verzoendeksel boven de Wet. In Zijn gunstrijk welbehagen buigt God Zich liefdevol neer: Ik ben de HEERE uw God. Hij zegt, dat Hij is de God van het genadeverbond, de God van de liefde en van de trouw. En wat heeft die almachtige God gedaan? Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb. Dat volk is verlost uit de slavernij. Het volk van Israël werd uitgeleid. Wat een wonder! Ze hadden immers de dood voor ogen. Zonder het verzoendeksel, zonder Christus, moeten we voor eeuwig omkomen. Dan is het: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen. Maar als dat volk gered mag zijn uit het diensthuis krijgen ze die Wet zo lief. Dan wordt die eenmaal vloekende wet een regel der dankbaarheid: ‘Ai, zie, o HEER’, dat ik Uw wet bemin; Uw gunst vernieuw’ mijn leven en mijn krachten’.

Egypte
Deze woorden van de aanhef van de heilige Wet zullen voor het volk van Israël van grote betekenis geweest zijn. Ze zuchtten immers in de gevangenis van Egypte. Ze zaten in ellende terneer. Hoe is dat toch gekomen? We kennen de geschiedenis. Jozef is langs een wondere weg in Egypte terechtgekomen. Het is voor hem door de diepte heengegaan, maar hij werd verhoogd en werd onderkoning. De broers van Jozef zijn tot hem gekomen, want er was honger in het land Kanaän en ze bogen voor hem. En ten slotte heeft Jozef zich aan hen bekendgemaakt en ze hebben hun vader Jakob opgehaald. Ze hebben hun woonplaats gekregen in het land van Egypte en ze hadden het goed. Ze werden vruchtbaar en ze vermeerderden zeer.

Slavernij
Maar toen kwam er een tijd dat Jozef gestorven was en al zijn broeders en al dat geslacht. Toen stond er een nieuwe koning op over Egypte, die Jozef niet gekend had. Deze zag dat het volk van Israël zeer machtig was geworden. Hij was bang dat dat volk zou gaan overheersen. En toen gebeurde het dat de Egyptenaren de kinderen Israëls lieten dienen met hardigheid. Ze maakten hun het leven bitter. Ze moesten dienen in leem en in tichelstenen en op het veld. Dat groot geworden volk, geboren uit Jakob, kwam terecht in de slavernij.

Achter het bloed
Maar te midden van al de verdrukking en ellende gedacht de HEERE aan Zijn volk. Hij zal het niet begeven noch verlaten. Dat is wel gebleken, toen de laatste plaag werd voorzegd: alle eerstgeborenen in Egypte moesten sterven. Dat heeft Mozes tot de Farao gezegd. Maar vervolgens gaat hij naar het volk
van Israël om te zeggen wat het middel is om te ontkomen aan het oordeel van deze tiende plaag: het bloed van het geslachte lam zal gestreken moeten worden aan de zijposten en bovendor¬pel van de deur van het huis, waarachter het gezin ‘s avonds het paaslam zou eten. Achter dat bloed was men veilig. Dan zou de verderfengel voorbijgaan. Dus de vader streek het bloed aan de zijkanten en aan de bovendorpel. En daarmee kwam hij ook tot een bekentenis. Welke dan? Dat alles wat achter die deur is, net zo goed de dood verdiend heeft als de Egyptenaren. Ze zijn geen haar beter. Maar nu kunnen ze veilig zijn achter dat bloed! Dat bloed sprak dus eigenlijk van twee dingen: dat ze de dood verdiend hebben, maar ook dat hun behoud is gelegen in het bloed van het Lam.

Bevrijding
Maar al de eerstgeborenen in Egypte werden geslagen. Wat is er toen een groot geschrei in Egypte opgegaan. Toen ook heeft de Farao de leiders van het volk, Mozes en Aäron, bij zich geroepen en gezegd dat ze zich moesten klaarmaken en wegtrekken: Gaat heen, dient den HEERE, gelijk gijlieden gesproken hebt. En zo vond de uittocht uit Egypte plaats, nadat ze 430 jaar in Egypte gewoond hadden. Wat is dat een wonder voor hen geweest. En wat is dan ook iedere keer weer het paasfeest voor het volk een feest van de bevrijding, een herdenken van de losmaking uit de banden van de Farao.

Zonde
En nu weten we dat deze bevrijding uit de slavernij van het volk van Israël ook een beeld is van de bevrijding van Gods kinderen uit de slavernij van de zonde. Wij mensen zijn immers door eigen schuld van God afgevallen en we zijn de helse Farao, de satan, toegevallen. We hebben ons gestort in een drievoudige dood. Hoe zullen we toch ooit uit onze geestelijke doodstaat bevrijd worden? Paulus moet het steeds weer vermelden: Zij die dood zijn in de zonden en in de misdaden. Hoe zal toch een zondig mensenkind ooit nog zalig kunnen worden?
De weg die aan de Israëlieten werd gewezen, wordt ook aan ouderen en jongeren van de gemeente in 2014 nog gewezen: het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Dus het bloed van het Lam moet gestreken worden aan de deurposten van ons hart en leven. We kunnen niet tevreden zijn met een algemene waarheid, maar: Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan.
Wat kunnen we toch bezig zijn onszelf in leven te houden buiten het bloed, buiten Jezus. Maar wat is nu noodzakelijk? Het ontdekkend werk van de Heilige Geest, Die in zondaarsharten plaatsmaakt voor dat bloed. Hoe dan? Wel, de Geest overtuigt van zonde en ongerechtigheid. Dan wordt de zonde blootgelegd en dan worden we aan onze schuld ontdekt. En dan gaat alles tegen ons getuigen. God spreekt naar Zijn heilig recht: Betaal Mij wat ge schuldig zijt. En als we dan niets kunnen aanbrengen, blijft er nog maar één vraag over: “Is er dan nog een weg om die welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen?”

Ik voor u
En zo moet nu die zondaar leren in een weg dat hij alles gaat kwijtraken, dat de verlossing alleen te vinden is in Hem Die waarachtig en rechtvaardig mens, maar ook waarachtig God is: de Heere Jezus Christus! Hij heeft Zijn leven gegeven voor het leven van Zijn volk: “Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.” Dat we dan mochten smeken te mogen leren kennen de zwartheid van onze zonde, maar ook dat bloed van het Lam, om schuiling te mogen vinden achter dat bloed, dat betere dingen spreekt dan Abel. Om het dan uit Zijn mond te mogen horen: Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2014

Daniel | 32 Pagina's

Uit het diensthuis geleid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2014

Daniel | 32 Pagina's