Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweeërlei roeping?

In mijn kroniek van enkele maanden geleden vertelde ik een en ander uit een intervieuw met ds. R. Kok. Enkele briefschrijvers hebben me toen om opheldering gevraagd over sommige dingen. Ik heb daar tot nu toe nog geen gelegenheid voor gehad. Maar toen een gemeentelid van me dezer dagen met de vraag tot me kwam of er tweeërlei roeping is of niet, heb ik ook die brieven nog weer eens opgezocht, waarin dezelfde vragen naar voren komen. In dat intervieuw was immers gesteld: „Er is maar één roeping, echter met tweeërlei uitwerking..." Mijn briefschrijvers stellen echter, dat er wel tweeërlei roeping is. Nu loopt men de kans bij deze vragen langs elkaar heen te praten; omdat men dezelfde woorden en begrippen niet met dezelfde inhoud vult! Maar hoewel ik me bewust ben van dit gevaar, zou ik toch willen spreken van tweeërlei roeping, van een uitwendige en een inwendige roeping, die echter niet al te zeer van elkaar losgemaakt mogen worden. Ik wil u nader verklaren hoe ik dat bedoel.

God roept zondaren tot bekering. Hij komt daartoe met de boodschap van Zijn Woord tot ons. Nu zijn er mensen die zich op deze roepstem Gods bekeren, maar anderen verharden zich. Hoe komt dat nu? De Schrift leert ons duidelijk dat de diepste oorzaak daarvan niet in de mens ligt We zijn immers allemaal in zonden ontvangen en geboren. Ons verstand is verduisterd, zodat we de dingen van de Geest Gods niet kunnen onderscheiden. Wanneer de roeping nu toch een verschillende uitwerking heeft op mensen, dan moeten we de oor-zaak daarvan niet in de mensen zoeken, maar in de aard van de roeping. Daardoor kwam Augustinus reeds — en later ging Calvijn in datzelfde voetspoor — tot de onderscheiding tussen uitwendige en inwendige roeping. Men spreekt soms ook van algemene en bijzondere roeping. Calvijn zegt in zijn Institutie: „Er zal geen twijfel zijn dat er een tweevoudige soort van roeping is. Want er is een algemene roeping, door welke God door middel van de uiterlijke prediking des Woords allen gelijkelijk tot Zich noodt, ook hen, wie Hij die roeping tot een reuk des doods en een oorzaak van te zwaarder verdoemenis voorstelt. En er is ook een andere bijzondere roeping, welke Hij gewoonlijk alleen de gelovigen waardig keurt, wanneer Hij door de inwendige verlichting des Geestes bewerkt, dat het gepredikte Woord zich in hun harten hecht."

De prediking moet altijd blijven oproepen van Godswege tot bekering en geloof. Daardoor worden we ook verantwoordelijk gesteld. We zullen nooit kunnen zeggen: De Heere God heeft mij niet met die inwendige roeping geroepen, zodat we Hem de schuld geven. Neen, we zullen altijd vallen onder het oordeel: Gij hebt niet gewild. De Heere is met Zijn Woord, met Zijn oproep tot bekering, met Zijn genadige beloften tot u gekomen, maar gij hebt niet gewild.

De uitwendige roeping is oprecht gemeend

We mogen het Woord Gods nooit krachteloos maken door de schuld van onze onbekeerlijkheid en van ons ongeloof te schuiven op de Heere zelf. Want de aanbieding van het heil in de evangelieprediking is oprecht gemeend. In de roeping handhaaft God Zijn recht op ons. Wij kunnen ons wel inbeelden dat we met onze Schepper en Formeerder niets meer te maken hebben en dat we kunnen doen wat we willen. Maar aan dat onvervreemdbaar recht van onze Schepper zullen we ons nimmer kunnen onttrekken.

In de roeping behandelt de Heere ons ook als een redelijk en verantwoordelijk schepsel. Ook in de uitwendige roeping zegt de Heere tot ons dat Hij geen lust heeft in de dood van de goddeloze, maar hierin dat we ons bekeren en leven. De Dordtse Leerregels zeggen het dan ook duidelijk: „Zovelen als er door het evangelie geroepen worden, worden ernstig geroepen. Want God betoont ernstig en waarachtig in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven."

Daarom mogen we die uitwendige roeping ook nooit geringschatten. En wanneer we haar niet aannemen zal ze nog zijn tot verzwaring van het oordeel Gods. We zullen niet veroordeeld worden omdat we onszelf geen nieuw hart hebben kunnen ge-•ven, omdat we niet wederomgeboren zijn. Maar we zullen als ongelovige en ongehoorzame mensen veroordeeld worden, omdat we tegen het getuigenis van ons geweten in het evangelie hebben versmaad en verworpen. Ook de uitwendige roeping is metterdaad roeping Gods. Wanneer we onder de prediking hebben neergezeten, wanneer het Woord Gods tot ons is gekomen, zullen we nooit kunnen zeggen dat God ons niet geroepen heeft De uitwendige roeping is oprecht gemeend, maar wanneer we die roeping verwerpen is het onze eigen schuld dat we verloren gaan.

De inwendige roeping

We kunnen de inwendige roeping niet losmaken van de uitwendige, want door hetzelfde Woord komt God ook tot de mens die het evangelie leert aannemen. De Heere God roept ons immers door het Woord. Aan de kerk is opgedragen dat Woord te verkondigen. Natuurlijk kunnen er bijzondere roepstemmen in ons leven komen, waardoor we de Heere gaan zoeken. Maar die bijzondere roepstemmen onderstrepen toch alleen het Woord, de boodschap dat de Heere Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. Maar de kracht om ons innerlijk te brengen bij dit Lam Gods zit niet in het Woord zelf. De Schrift leert ons immers duidelijk dat alleen die oren heeft om te horen in dat Woord horen kan wat de Geest tot de gemeenten zegt. Als iemand tot de Heere Jezus komt is dit niet te danken aan de prediking zelf, maar aan de Vader, die hem getrokken en geleerd heeft. Want niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn dan door de Heilige Geest. Paulus valt dan ook in aanbidding voor de Heere Jezus neer, omdat het God behaagde Zijn Zoon in hem te openbaren. En omdat de Heere het hart van Lydia opende, nam ze acht op de boodschap die Paulus haar van Godswege verkondigde. De prediking van het evangelie oefent een zaligmakende werking uit wanneer de Heilige Geest Zijn kracht er aan paart. Het Woord wordt in de Bijbel een zwaard genoemd, maar het is het zwaard van de Heilige Geest. Maar de Heilige Geest wil dat zwaard hanteren. Zonder de verkondiging van het Woord gaat het ook niet. Zo krijgt Ezechiël ook bevel om tegen de dorre doodsbeenderen te profeteren: Gij dorre beenderen, hoort des Heeren Woord. En toen hij profeteerde kwam er geluid en beroering. Zo leren de gelovigen het ook verstaan, dat de Heere het is geweest Die door Zijn Heilige Geest heeft gewerkt. Dat alles mag niet vergeten worden.

Het Woord laten spreken

We moeten ons maar houden aan het Woord Gods. Dan zal zeker niet alles door ons worden verstaan met het verstand. Het geloof aanvaardt echter op een geheel andere wijze het Woord Gods. Dit is wel duidelijk dat er een geheel nieuwe schepping moet plaats hebben. Daarom is het gevaarlijk om b.v. te zeggen, dat we „het historische geloof productief moeten maken". Ja, dat kan tot allerlei misverstand aanleiding geven. Daarbij moeten we Schrift met Schrift verklaren. Zo moeten we dat ook doen met een uitdrukking als: Christus is voor de gehele wereld gestorven. Betekent dit nu dat Hij voor alle mensen gestorven is? Dan zouden alle mensen ook zalig worden. Wel is Zijn offer genoeg voor de zonden van de gehele wereld. Maar Hij heeft zijn leven gesteld voor de schapen.

Wanneer we het Woord Gods laten spreken, wanneer dat Woord gepredikt wordt in zijn volle rijkdom, dan zullen we bewaard blijven voor eenzijdigheden, die tot dwalingen kunnen leiden. We zullen vast moeten houden aan de verschillende lijnen die in de Schrift gevonden worden. Aan de ene kant is daar de verantwoordelijkheid van de mens. Aan de andere kant is daar de souvereine genade van God. We mogen de Schrift nooit proberen te wringen in het keurslijf van onze eigen meningen en veronderstellingen. Wanneer we dat doen, doen we de Schrift onrecht. We moeten onze meningen gevangen geven onder de heerschappij van het Woord: Spreek Heere, want Uw knecht hoort. Wanneer we zo prediken en zo luisteren zal er een rijke zegen openbaar komen. Dan zullen we ook ondervinden hoe de Heere door Zijn Woord en Geest werkt.

Het is niet mogelijk om op alle vragen van onze lezers in te gaan, die in de bovengenoemde brieven naar voren komen. Maar ik meen toch aan het verzoek voldaan te hebben om er een en ander over te schrijven. De dichter zegt: Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort... Ja, we moeten ootmoedig leren luisteren en ook blijven luisteren naar het Woord van God. Daar zal ook voor ons eigen leven een rijke zegen uit voortvloeien. Daarbij mogen we vanzelfsprekend ook de geschiedenis van de kerk niet verwaarlozen. In de loop der eeuwen heeft de kerk immers leren belijden. En die belijdenis der kerk mogen we niet zo maar opzij zetten, zoals dat in onze dagen zo menigmaal gebeurt. Aan de andere kant mag ook de belijdenis niet heersen over het Woord. De belijdenis moet immers aan het Woord Gods worden getoetst. Dan zullen we ook op de goede weg blijven en dan zullen we ook ervaren dat de, Heere in deze weg Zijn zegen wil geven. Zo moet Gods Woord ons een lamp voor onze voet zijn en een licht op ons pad. Dan zullen we niet verdwalen, maar dan zullen we op de rechte weg blijven en dan zullen we ook eenmaal ingaan in Zijn ei: uwig Koninkrijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 maart 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 maart 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's