Beginnen bij het begin

In artikel 16 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis uit 1561 gaat het over: ’Gods eeuwige verkiezing’. In de tijd daarna bleek dat er in de vaderlandse kerk veel weerstand was tegen dit geloofsartikel. De remonstranten hadden er zo hun vragen bij en hun bezwaren tegen. ‘Eerst bedekt, daarna openlijk’, staat er in de lezenswaardige Voorrede op de Dordtse Leerregels . Zo gaat dat bijna altijd in de kerk: eerst bedekt en dan openlijk.

De Leerregels van Dordrecht zijn dus een nadere uitleg van NGB 16. De bedoeling is om uitvoeriger onderwijs over Gods verkiezende liefde te geven. De verkiezing als een kernzaak van onze gereformeerde belijdenis. Hiermee hangt zo veel samen: het zicht op Gods deugden, op de mens en op de Middelaar. Maar ook op de prediking. Wanneer dit belijdenisgeschrift over ‘verkiezing en verwerping‘ begint, zou je denken, dat men direct met de deur in huis valt: over de uitverkiezing.

Het is opvallend dat dit niet gebeurt. Daarin ligt een les voor ons. Het zijn immers leer-regels. Onze Dordtse vaderen beginnen met Gods recht, daarna volgen Gods genade en Evangelie, de prediking en de vrucht op de prediking. Pas in artikel 6 van Hoofdstuk I belijdt men de goddelijke verkiezing en verwerping. Vervolgens handelen ze van artikel 7 tot 14 uitvoerig over Gods verkiezing, in artikel 15 over de verwerping. Om dan met drie pastorale artikelen het eerste hoofdstuk te besluiten.

De lijn is dus: beginnen bij Gods recht; dan naar de prediking om vervolgens het lied van Dordt op Gods vrije genade in Christus te ‘zingen’. We treffen er een zoeken en tasten aan naar woorden om recht te doen aan de werkelijkheid van de verwerping en direct daarna wordt Hoofdstuk 1 pastoraal afgerond.

Wat valt hieruit voor ons te leren? Dit: alle gevoelen, denken en redeneren dat niet begint waar Dordt begint, ontspoort vroeg of laat. Dat ontspoort in de richting van de remonstranten óf het ontspoort doordat we eigenlijk God maken tot de oorzaak van de ongehoorzaamheid en het ongeloof. Waar moeten we dus altijd beginnen? Net als DL I, 1: In het diepe dal van onze verlorenheid. In de gestalte van de ootmoedige belijdenis wat we verdienen. Dat we het waard zijn om verworpen te worden, daar hoeven we ons niet over te verwonderen. Wél over het feit dat er een verkiezing is! Een verkiezing in Christus Jezus, waarvan de prediking - als het goed is - vol is.

Zegt uw hart deze eerste regels van Dort van harte na?

‘Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig geworden, zo zou God niemand ongelijk hebben gedaan, zo Hij het ganse menselijk geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen...’ (DL I, 1a)

Laten we toch ophouden met redeneren, hierbuiten en hier bovenuit. Aanbidt Zijn Naam en wilt Hem eren!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen