Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoord per brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoord per brief

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte mej. E.P.,

Een heel klein briefje kreeg ik van u. Uw naam liet u me weten, maar verder is me geen leeftijd van u bekend, zodat ik niet weet of ik aan een kind of een jong meisje of aan een gehuwde vrouw zit te schrijven. Misschien bent u van de gedachte dat ik wel weet aan wie ik zit te schrijven, maar ik ben niet zo sterk in het onthouden van gezichten en namen. En zeker op mijn leeftijd wordt dat steeds meer een moeilijkheid. Maar ik kan toch niet laten om uw vraag wat eerder dan andere vragen te beantwoorden. U hebt me alleen maar de vraag gedaan: Wat moet ik doen om zalig te worden'?

Het is dezelfde vraag als die eenmaal door de stokbewaarder aan Paulus en Silas werd gesteld. Door een bijzondere besturing Gods zijn Paulus en Silas te Filippi gekomen. Daar werd een Lydia tot het ware geloof gebracht en ook een stokbewaarder. Op die geschiedenis op zichzelf ga ik nu ter beantwoording van uw vraag niet in. Ik wil liever proberen om een antwoord te geven op uw vraag. Bij de stokbewaarder kwam die vraag voort uit de nood van zijn ziel. Dat zou bij u ook zo kunnen zijn. Het gaf me in ieder geval veel te denken als ik zo'n heel klein stukje papier van u kreeg, met alleen die vraag erop en uw naam.

Wat zal ik u nu voor antwoord geven? We weten uit de geschiedenis van de stokbewaarder, dat Paulus en Silas alleen maar hebben gezegd: "Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis". Voor zulk een raadgeving weet men op heden veelal wel een oppervlakkige verklaring te vinden. Maar ik heb een oud boek in huis van een Schotse schrijver. Die schrijver is Thomas Halyburton, professor der Heilige Godgeleerdheid in de Academie van St. Andrews. Nog niet lang geleden is er een mooi boek over het leven van deze godzalige leraar uitgegeven met de titel: Een gerijpte korenschoof Ik heb daar een zeer gunstige recensie over geschreven.

Maar deze leraar heeft een heel dik boek geschreven over het groot aanbelang der zaligheid. En een zeer groot deel van dat boek is gewijd aan de bekering van de stokbewaarder. Een beter antwoord op de vraag die u me hebt gesteld, kan ik u niet geven. Maar ik stem geheel in met de inhoud van die verklaring. U mag dan ook wel van me weten dat ik veel streepjes bij die verklaring heb geplaatst, omdat de dingen waarbij ik die streepjes heb geplaatst, mij zo aanspraken. En daarom wil ik ook wel enkele dingen noemen, die voor u ook van betekenis zouden kunnen zijn. De stokbewaarder had de opdracht gekregen, toen Paulus en Silas in de gevangenis geworden werden, om er goed voor te zorgen dat ze niet zouden kunnen ontsnappen. Nu, dat deed hij ook wel gewillig, want we lezen: "Dewelke zulk een gebod ontvangen hebbende, wierp hen in den binnenste kerker en verzekerde hun voeten in den stok". Maar Paulus en Silas mochten Gode lofzangen zingen. Er kwam echter ook een grote aardbeving, waardoor alle deuren geopend werden en de banden van al de gevangenen werden los. Daar is de stokbewaarder van geschrokken, want hij kon niet anders denken dan dat alle gevangenen nu de vlucht genomen hadden. Hij trok zijn zwaard en zou zichzelf gedood hebben. Maar toen riep Paulus met grote stem: "Doe uzelven geen kwaad; want wij zijn allen hier”.

De stokbewaarder is toen bevende aan de voeten van Paulus en Silas neergevallen, met de uitroep: "Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? " Hij sprak dus Paulus en Silas aan als lieve heren. Halyburton merkt zo op, dat hij dus nu eer en achting toedroeg aan hen die hij eerst gewillig met de voeten in de stok gezet had. Maar hij wendde zich nu met die vraag in de benauwdheid van zijn ziel tot deze dienstknechten des Heeren. Och, ik durf mij bij deze dienstknechten des Heeren niet te vergelijken, maar het gaf me toch ook wel wat te denken dat u zich nu met deze vraag tot mij gewend hebt. Och, ik hoop toch zo van ganser harte, dat op een zelfde wijze als door de stokbewaarder deze vraag door u aan mij gesteld is. U stelt u wel met uw vraag in een middellijke weg, wat de stokbewaarder ook deed. En niet genoeg kan ik erop aandringen, wat niet alleen u, maar ook al de lezers geldt, dat we de middelen trouw waar moeten nemen die de Heere ons gegeven heeft en die Hij ter zaligheid gebruiken wil. Als de Heere in " een mens gaat werken, dan zal men ook zeker de middelen wel naarstig aan gaan wenden die tot zaligheid der ziel zouden kunnen zijn. De vraag die de stokbewaarder aan Paulus en Silas stelde, houdt heel wat in. Hij vroeg wat hij doen moest opdat hij zalig zou kunnen worden. De zaligheid bestaat in een verlossen van het hoogste kwaad en een brengen tot het hoogste goed. Het hoogste kwaad is het kwaad der zonde en het kwaad der straf Het hoogste goed is de gemeenschap Gods. De zonde moet ons werkelijk tot zonde worden. Dan zien we ook recht het God-onterende en het zielverdervende daarvan. Maar dan is het ook in waarheid bij ons om Gods gunst te doen. De ziel die in die verlegenheid wordt gebracht die er bij de stokbewaarder was te vinden, zal niet alleen vragen hoe men die welverdiende straf zal kunnen ontgaan, maar ook wederom tot genade zal kunnen komen. De toorn Gods wordt in de ziel onder bange verschrikking en benauwdheid waargenomen. Men zal weten wat het zijn zal om voor eeuwig verloren te moeten gaan. Niet genoeg kan ik u en al de •lezers het gewicht der eeuwigheid onder de aandacht brengen. En men zal in mindere of meerdere mate met de verschrikkingen der hel in dit leven kennis moeten maken. De diepte van de overtuiging hebben wij niet te bepalen. Maar de door mij genoemde schrijver gaat er wel diep op in, dat er zoveel overtuigingen kunnen zijn die buiten het zaligmakende werk des Geestes omgaan. Ik kan u en al de lezers niet genoeg aanraden om die ontdekkende geschriften goed te lezen, die ons door die ware godgeleerde schrijvers zijn nagelaten.

De, stokbewaarder kwam toch ook zomaar niet tot deze vraag die hij uit de nood van zijn ziel aan Paulus en Silas stelde. Hij wist wel goed wie hij onder zijn zekere bewaring had geplaatst. Paulus en Sitas hadden in Filippi Gods Woord verkondigd en een Lydia's hart was daaronder geopend. De stad was verder in beroering gekomen door wat er met die dienstmaagd met een waarzeggende geest gebeurd was. Als gevolg daarvan waren Paulus en Silas in de gevangenis terechtgekomen. En de stokbewaarder schijnt toch ook wel zijn behagen erin gehad te hebben om de voeten van deze mensen in de stok te sluiten. We zien daarin dan ook wel weer dat men niet als een vriend, maar als een vijand en goddeloze gezaligd wordt. Toch is het iets wonderlijks, dat deze man zich met deze vraag wendde tot die mensen die hij zo hard behandeld had. Het moet maar eens werkelijkheid worden dat we moeten sterven en God ontmoeten. Dan moet er wat gebeuren.

De behoudenis der ziel kan voor een mens die zo in de engte wordt gebracht, dan ook geen onverschillige zaak zijn. Men ziet niet alleen de tijdelijke dood, maar ook de eeuwige dood voor zich. Is er dan geen Jezus door Wie we zalig kunnen worden? De schrijver die ik u genoemd heb, wijst er in zijn verklaring ook op, dat velen zich redden met de barmhartigheid Gods en ook ontbreekt het niet aan mensen die geholpen zijn met een oppervlakkig geloof in de Heere Jezus Christus. Maar een mens die op de plaats komt waar God de stokbewaarder bracht, is zo onwetend van de weg waardoor men zalig zal moeten worden. Ik hoop dat die onwetendheid u ook gebracht heeft tot die vraag die de stokbewaarder ook aan de apostelen gesteld heeft. U mag aan mij dus deze vraag wel stellen, want de stokbewaarder deed die vraag ook aan Paulus en Silas. Maar hoewel de Heere mensen ook middellijk gebruikt, zo zal toch die vraag, al is het in de middellijke weg, door God Zelf beantwoord moeten worden. Paulus en Silas hebben gezegd: "Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis". De weg der zaligheid die in de Persoon des Middelaars geopend is, heb ik u ook voor te stellen. Maar ik hoop daarin ook eerlijk te werk te gaan en u te wijzen op de weg waardoor er evenals bij de stokbewaarder plaats bij u zal kunnen zijn voor die zaligheid die in die allerbeminnelijkste Persoon des Middelaars te vinden is. Hij is gewillig om gans verloren en hulpeloze zondaren te redden van een eeuwig verderf Waarlijk, als het met de mens radeloos en reddeloos verloren is, houdt Hij Zich niet verborgen. Dat heeft Hij getoond toen Hij op aarde was. En Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. Maar zo houdt het geloof in Hem dan ook een kennis in van die Persoon. Daar hoort ge bij al dat oppervlakkig geredeneer over het geloof in Christus niet over spreken. En ook de ware liefde tot die Persoon wordt dan gemist. O, het is nooit te zeggen wat er in die Persoon des Middelaars voor een gans schuldige en ellendige, zich verloren kennende zondaar te vinden is! Zou ik u die Persoon niet aanprijzen? Als ik uw vraag op zo'n klein stukje papier onder het oog kreeg, ging er waarlijk wat in mij om. Er zullen nog pareltjes gehecht moeten worden aan Christus' Middelaarskroon. Het is zo'n bange tijd, maar het einde is er tot op heden nog niet. Och, ik hoop dat u ook nog zo'n pareltje aan die Middelaarskroon zult mogen zijn. De weg is nog open voor u zolang ge nog in dit leven zijt. Het hield dan ook wat in, als Paulus tot die stokbewaarder die zichzelf om het leven gebracht zou hebben, met een grote stem riep: "Doe uzelven geen kwaad!" Ge zijt nog in het kostelijk heden van genade. En al heb ik nu wel even wat scherp aan u geschreven, zo heb ik hierin toch ook niet hard met u willen handelen. Als u in het bezit kunt komen van het door mij genoemde boek, dan moet ge dat zeker proberen. Bij de Dr. Steenblokbibliotheek zal het wellicht ook voor u te vinden zijn om te gebruiken. Het is vooral in deze tijd toch ook zo nodig dat we zulke geschriften goed onderzoeken. Men beroept zich immers voor verkeerde leervoorstellingen ook zo graag op de Schotse schrijvers. Welnu, ik heb u nu het lezen van een goede Schotse schrijver aangeraden, die nog wel liefst professor was aan de academie te St. Andrews. Ik moet het nu bij dit antwoord laten, want ik heb dit antwoord in haast en onder wat moeilijke omstandigheden geschreven, maar de apostelen verkeerden ook in moeilijke omstandigheden toen ze die stokbewaarder deze weg tot zijn behoud mochten aanwijzen.

De Heere mocht mijn gebrekkig schrijven voor u ter zaligheid gebruiken, wat de vrucht dan ook vanzelf wel openbaren zal, net als bij de stokbewaarder.

Hartelijk gegroet en Gode en Zijn genade bevolen!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Antwoord per brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's