Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DISKUSSIE OVER KERNENERGIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DISKUSSIE OVER KERNENERGIE

GESPREK TOSSEN VOOR- EN TEGENSTANDER

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tegenstellingen tussen voor-en tegenstanders van de toepassing van kernenergie verscherpen zich.

In het vraaggesprek met ds. Vergunst onlangs in Daniël wees deze erop, dat ook onder ons waarschijnlijk verschil van mening over dit onderwerp zou kunnen bestaan.

Daarom heeft de redaktie gemeend1 cle argumenten van beide groeperingen naar voren te brengen, om de ingenomen standpunten te vergelijken. Uitgaand van dezelfde bijbelse gegevens voor ons leefpatroon is één van ons een gematigd voorstander van kernenergie, terwijl de ander zich beschouwt als een gematigd tegenstander.

Het leek ons goed vooraf enige informatie te geven over de schrijvers van dit artikel. W. van de Kamp (in het vervolg aangeduid als K.) studeerde elektrotechniek in Delft, was daarna 2 jaar in militaire dienst bij de Koninklijke Luchtmacht, vervolgens 15 jaar werkzaam in de elektrotechnische industrie als projekt-manager en is nu verbonden aan de Van Lodenstein Scholengemeenschap.

R. Seldenrijk (S.) is bioloog, werkte na zijn studie ruim. 5 jaar als wetenschappelijk medewerker bij de Rijksuniversiteit in Utrecht en is nu in dienst van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid.

Enkele onderdelen van ons gesprek zijn nogal technisch. Ze zijn in kleine letter gedrukt. Wie dit te moeilijk vindt kan het overslaan.

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Dat zal blijken uit onze antwoorden op een aantal vragen die bij de energieproblematiek gesteld kunnen worden. Hier volgt dan de samenzang.

Wat is energie en wat zijn de belangrijkste huidige energiedragers ?

K: Energie is iets dat de mogelijkheid in zich bergt om avbeld te verrichten. Energie zit in energiedragers, die ook wel energebronnen genoemd worden. Daaruit moet de energie meestal in een bruikbare vorm omgezet worden. In de energiebehoefte van ons land wordt thans in hoofdzaak voorzien door aardgas

(47%), aardolie (46«/0), steenkool (5'0/0) en kernenergie 20/0. S: Alles wat wij om ons heen zien is energie óf door energie gevormd. In oude tijden vormde spierkracht en de zon de belangrijkste energiebronnen. Na de ontdekking van het vuur is de mens van lieverlede ook fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas) gaan gebruiken. Om energie op nuttige wijze te kunnen gebruiken moet die eerst worden vrijgemaakt wit de energiedragers. Bij steenkool gebeurt dit bijvoorbeeld door verbranding; de warmte kan omgezet worden in hete stoom, de stoom met behulp van turbines in elektriciteit en de elektriciteit in het draaien van de motor van een scheerapparaat.

Waarom is er een energievraagstuk en wat is het probleem?

K.: Daar arbeid een scheppingsordonnantie is, is energie nodig voor ons dagelijks bestaan. De opdracht tot arbeid is een zegen, doch de vloek van de zonde gaat ook over de arbeid. Daarom zijn er altijd gevaren aanwezig. We zullen de risiko's moeten afwegen. De opdracht tot „het bouzoen en bewaren van de schepping" geeft ons bij het beheren (bouwen) de notie van het rentmeesterschap (bewaren). Daarom blijven we altijd verantwoording schuldig' aan God.

Door de sterk gestegen welvaart is ook de energiebehoefte sterk gestegen, zelfs zodanig dat de energievoorziening op korte en langere termijn ons zorgen baart.

Om in de energiebehoefte te kunnen voorzien moet, besparing op het energieverbruik als eerste middel worden gezien. Daartoe zijn wij verplicht uit hoofde van ons rentmeesterschap en de bijbelse notie van soberheid en matigheid. Besparing zal het energieprobleem niet kunnen oplossen. Ter dekking van de energiebehoefte zal een

verantwoorde en evenwichtige keuze gemaakt moeten worden uit de bestaande mogelijkheden en moet tevens naar alternatieven worden gezocht. Hierbij moet gelet worden op de ekonomie, de kontinuïteit van de samenleving en de veiligheid.

Nu is aardolie een politiek zeer gevoelig produkt en aardgas in beperkte mate in ons land aanwezig. Alle alternatieve energiebronnen, zoals zon, wind, waterkracht, getij en aardwarmte bieden vooralsnog geen reële bijdrage. Daarom moet het gebruik van aardolie en aardgas beperkt worden ten gunste van steenkool en kernenergie.

Het probleem is niet dat er een herverdeling van energiedragers moet plaatsvinden, maar het probleem is hóe en wat. Met name is de toepassing van kernenergie in diskussie. De regering meent namelijk dat de toepassing van kernenergie onmisbaar is om een deel van de energiebehoefte in de toekomst te kunnen denken.

S.: Zolang wij onze taak hebben te vervullen in deze samenleving, zullen wij zuinig moeten omgaan met Gods materialen en ze op de juiste manier moeten beheren als rentmeesters. Daarvan moeten wij straks rekenschap geven. Calvijn zegt daarover: „Deze rekenschap wordt geëist door Hem, Die onthouding, soberheid, matigheid en ingetogenheid heeft aangeprezen". Een rentmeester beheert voor zijn opdrachtgever diens bezittingen, niet op eigen houtje, maar volgens de instrukties van de eigenaar en tot diens eer. Niet de energiebronnen zijn doel op zichzelf, ook de welvaart niet: het gaat om het bouwen en bewaren van Gods schepping.

Het verbruik van vooral van olie en gas, is na de Tweede Wereldoorlog enorm gestegen. De te winnen voorraden zijn voor slechts enkele decennia toereikend en het is de vraag of ze te koop blijven onder de toenemende politieke druk in het Midden-Oosten. Wij moeten op energieverbruik gaan besparen, met name door vermindering van verspilling (bij voorbeeld niet meer 1 persoon per auto) en van verlies (bijvoorbeeld betere isolatie van huizen). Wij mogen natuurlijk niet. zeggen: „Het zal mijn tijd wel duren, voorlopig is dat spul niet op", of: „De geleerden zijn tegenwoordig zo knap, die vinden er wel iets op...". Het kan nog even duren, maar de huidige bronnen drogen op. Besparing biedt niet alleen uitstel van exekutie, zij geeft ons bovendien de tijd om noodzakelijke nieuwe energievoorzieningstechnieken te ontwikkelen en veilig toe te passen.

Mogen wij uitgaan van groeiende vraag naar energie? Wat is de Capaciteit van de energiebronnen?

S.: De filosofie „groei moet er zijn" veroorzaakt een verslaving aan steeds grotere hoeveelheden grondstoffen. Door onze overtrokken drang naar behoeftenbevrediging en weeldezucht zijn wij al vast maar aan de voorraden van de volgende generatie begonnen. Op deze wijze raken de beschikbare bronnen in snel tempo uitgeput en het milieu vervuilt. Er is geen belofte, dat telkens nieuwe grondstoffen en energiedragers zullen worden aangeboord, om de plaats van de uitgeputte voorraden in te nemen en de „zaak draaiend te houden". Wel is er de stellige belofte dat het einde van de oude aarde niet komt als gevolg van de uitputting van voorraden, maar omdat de maat van dë ongerechtigheid der volken vol is en het getal der uitverkorenen kompleet is. Hoe lang dat nog duurt is niet aan ons ter beoordeling. Schuldbewust en in afhankelijkheid van God dienen wij vanuit de eis tot soberheid de hand aan de ploeg te slaan, als goede rentmeesters te streven naar voorbestaan der aarde en ons beperkingen op te leggen in het belang van eventuele na ons komende generaties. In deze zin is de zgn. „ekonomische nulgroei" geen synoniem voor „mets-doen", hetgeen de samenleving ondermijnt. Energiebesparing is absolute noodzaak om een groot, tekort op de betalingsbalans van de olie-importerende landen te dichten tot instandhouding van de samenleving.

K.: Ondanks besparing zal er een toenemende vraag naar energie zijn om het maatschappelijk bestel in stand te houden. De zgn. „ekonomische nulgroei" is mijns inziens niet mogelijk zonder het ekonomische leven te ontwrichten en de onafhankelijkheid (vrijheid1) in gevaar te brengen. Wat dat betreft geeft de herkomst van deze „vondst" mij te veel vraagtekens. Er zijn genoeg bronnen om de behoefte aan energie op langere termijn te bevredigen, op voorwaarde dat we verstandig met die bronnen omgaan. Dit betekent in de eerste plaats besparing. De problemen van de energievoorziening zijn niet primair problemen van natuurlijke mogelijkheden en onmogelijkheden.

Het zijn problemen hoe mensen met mensen omgaan, dus mede van politieke aard.

Ik geloof niet dat de aarde door uitputting op zijn eind loopt. De wederkomst van Christus wordt door andere zaken bepaald. Voor ons blijft de opdracht tot aan het

eind der dagen het maatschappelijk leven in stand te houden. De angst voor kernenergie (en andere zaken) is veeleer een uiting van een krisis die alom zichtbaar wordt: namelijk de angst voor verlies van ons tijdelijk welbevinden, 't Is onze plicht te voldoen aan Gods gerechtigheid en dat reikt verder dan tijdelijk welzijn. Dit is alleen mogelijk in Christus Jezus en biedt door genade uitzicht op eeuioig welzijn.

Waartoe dient de brede maatschappelijke diskussie (BMD) en wat kunnen we ervan, verwachten ?

K.: Het regeringsstandpunt ten aanzien van het installeren van 3 kerncentrales zal

op juistheid getoetst worden gedurende de BMD. Daarna zullen de regering en het parlement zich beraden en een definitieve beslissing nemen, ;

Deze diSKusdie zal naar mijn mening meer een politiek steekspel worden dan een gedachtenwisseling over het energievraagstuk. Het is veelal .zeer twijfelachtig welke doelen hier nagestreefd worden. Ik acht deze diskussie niet zinvol te verlopen en het geld beter besteed aan gedegen voorlichting. en onderzoek.

Echte diskussie is alleen mogelijk op basis van gedegen kennis van zaken. Dit schijn L men echter voorshands niet te. willen, getuige de motie in de Tweede Kamer tot stopzetting van proefboringen in zoutlagen. Deze voorgenomen boringen waren bedoeld om na te gaan of radioaktief afval veilig in deze zoutlagen kunnen worden opgeborgen. Wil men wel een oplossing?

S.: Op 16 januari j.1. werd oud-minister van wetenschapsbeleid en wetenschappelijk onderwijs, jhr. mr. M. L. de Brauw, rijks diskussieleider van de BMD over het (kern-) energiebeleid. Een BMD kunnen wij wei vergeten, omdat de keus die voorgesteld wordt te. ingewikkeld is. Het is niet. zo maar ja of nee tegen kernenergie gebaseerd op kennis. Het gaat veeleer om een beslissing over een maatschappelijke visie: maken wij onze ekonomie ondergeschikt aan onze beschikbare energie of andersom? Daarover kun je beter tijdens een verjaardagsvisite gezellig praten dan massaal diskussiëren, zodat de BMD als, een zeepbel uiteen zal spatten.

Wat is kernenergie?

Kernenergie kan zowel verkregen worden door splijting van zware atoomkernen als door fusie (samensmelting) van lichte atoomkernen, 't Laatste is aantrekkelijker, omdat or geen radioaktief afval overblijft, maar mogelijk is deze methode nooit te realiseren.

K: Kernenergie komt vrij uit de kern van. atomen (bijvoorbeeld uranium): door kleine deeltjes in de kern te schieten splijt de atoomkern in twee deeltjes. Als we de twee deeltjes zouden wegen, dan zou blijken dat die samen minder wogen dan de oorspronkelijke kern, er is dus iets verdwenen, we zijn massa kwijt. Sinds de theorie van Einstein weten we dat deze massa is omgezet in energie; massa is dus gelijkwaardig met energie, waarbij do evenredigheidsfaktor een getal met 17 nullen is. Bij de splijting van een „zwaro" kern komen zeer snel bewegende deeltjes vrij, de zogenaamde radio-aktieve straling. De snelheid van deze deeltjes is afhankelijk van de soort straling, variërend van 10.000 tot 300.000 km per sekonde. Deze energie (warmte) kan in een kernreaktor omgezet worden in stoom. Met deze stoom worden de turbines aangedreven, die de elektriciteit producerende machines (generatoren) aandrijven.

Wat kunnen wij van alternatieve energiebronnen verwachten in de energievoorziening?

S.: Alternatieve, geheel andere energiebronnen kunnen onze energiebehoeften voor een belangrijk deel dekken, want op lange termijn zou door technische voorzieningen ons energieverbruik ongeveer tot de helft teruggebracht kunnen worden zonder dat dit ten koste van ons komfort behoeft te gaan. De mogelijkheden tot besparing liggen bij 1) elektriciteitsopwekking (nuttige bestemming voor onvermijdelijke afvalwarmte); 2) verwarming van gebouwen (door deugdelijke isolatie); 3) opvoering van het rende-

ment van apparaten en vervoersmiddelen en 4) doelmatig verbruik van energie. Betreffende alternatieve energiebronnen moet vooral gedacht worden aan zon, wind en water voor verwarming van huizen en gebouwen en voor de elektriciteitsvoorziening. Overigens ligt hier een gigantische klus.

Er valt per jaar op de nederlandse bodem 40 maal zoveel energie in de vorm van zonnestralen dan het nederlandse verbruik aan fossiele brandstoffen. Benutting van 21/2°/o ervan (maar is dat haalbaar? ) zou dus voldoende zijn. Als het beleid er waakzaam op is, zou zonneenergie in 35% van de behoefte kunnen voorzien. Echter, in Nederland wordt geen studie gedaan naar de haalbaarheid van zonnecentrales. Het probleem, van de opslag van zomerwarmte in de grond (omdat er 's winters minder zonneschijn is) bleek in de afgelopen jaren technisch en ekonomisch tot een oplossing te kunnen komen. Winning van elektriciteit uit windenergie door kleine turbines zou 20%' van de behoefte kunnen leveren. Onder grote lagen van de energiedeskundigen heerst hierover totale onwetendheid. Ook wordt waterkracht in het beleid niet als mogelijkheid aangemerkt, hoewel de laatste jaren blijkt dat hier zeker mogelijkheden liggen. Voor het vervoer en de industrie zal een beroep op steenkool gedaan moeten worden.

Wij staan op een keerpunt in de geschiedenis:1) Er kan worden gekozen voor een toenemend energieverbruik; daarbij is het onmogelijk om te besparen, omdat het geld daarvoor in de aankoop van brandstof wordt geïnvesteerd. 2) Er kan worden gekozen voor beperking van het. energieverbruik. Is de eerste keus niet uitzichtsloos, terwijl de tweede perspectief biedt?

K: Het aandeel van alternatieve energiebronnen in de energiebehoefte voorziening is vooralsnog zeer gering, zeker tot het jaar 2000: dan is de schatting nog slechts enkele procenten. Onze verwachtingen dienen op dit punt ook niet al te hoog gespannen te zijn. De voorraden zijn wel immens groot, maar de omzetting in bruikbare vorm vereist zeer veel ruimte en apparatuur. Hierdoor wordt het milieu ook belast. In bepaalde situaties kan het echter een zeer goede aanvulling zijn, zowel in de energievoorziening als voor de werkgelegenheid. Alternatieven dienen zeer serieus, maar ook selektief te worden onderzocht. We kunnen niet alles tegelijk. Er moet geld beschikbaar zijn of gemaakt worden.

Is herinvoering van steenkoolgebruik zinvol en verantwoord? Op welke manier ?

S: Er zijn in de wereld gigantische steenkoolvoorraden: niet minder dan 635 miljoen ton is ekonomisch winbaar, dat is ongeveer 5 maal de oliereserves en ruim 7 maaal de aardgasvoorraad. Vergassing van steenkool of omzetting tot vloeibare koolwaterstoffen (zoals dat bijvoorbeeld in Zuid-Airika op grote schaal gebeurt) kunnen voor de industrie en de vervoersmiddelen de benodigde energie ruimschoots leveren. Massaal kolengebruik is echter op dit moment nog niet eenvoudig vanwege de grote hoeveelheden afval. Naar verwachting kan echter binnen afzienbare tijd een groot deel hiervan in de cementindustrie verwerkt worden ter vervanging van de mergelwinning (waardoor Zuid-Limburg tot een maanlandschap verwordt). Ook kan er „kunstgrind" van gemaakt worden voor de wegenbouw en als toeslag in beton (18 miljoen ton per jaar), zodat geen grindgaten naast de rivieren meer behoeven te worden gegraven. De nodige milieumaatregelen voor het netjes gebruiken van steenkool behoeven dan ook geen ekonomische nachtmerries op te leveren. Dat betekent niet dat alle problemen opgelost zijn: zo levert ontzwaveling van rookgas hergen gips op en wat moeten wij daarmee aan?

K: Herinvoering van steenkool is zinvol en noodzakelijk. Steenkool is minder politiek gevoelig dan aard-olie en het kan bij vergassing dienen als vervanger van aardgas. Speciaal ter vervanging van aardgas is reeds een goede infrastruktuur (= o.a. buizennet) aanwezig. Naar verbetering van kolenvergassing dient daarom intensief onderzoek te worden gedaan. Steenkool als energiebron is echter sterk milieubelastend (gassen en as). Tevens zijn de hoeveelheden grondstoffen en afval zeer omvangrijk wat beperkingen oplevert. Voor eenzelfde hoeveelheid energie is het aantal dodelijke ongevallen (zoals mijnrampen e.d.) vele malen groter dan bij toepassing van kernenergie!

Risico's en veiligheidsaspecten bij het gebruik van kernenergie.

K: Het direkte gevaar van kernenergie is de zgn. radioaktieve straling; zoals gezegd zijn dit zeer snel bewegende deeltjes. Bij treffen met ons lichaam worden deze afge-

remd. De aanwezige bewegingsenergie komt dan vrij en bij grote doses kan dit leiden tot bloed-, darm-of zenuwbeschadiging. Wij hebben geen zintuigen om dit waar te nemen, wel meetapparatuur! Voorzichtigheid is geboden. Hier ligt ook een bron voor de aanwezige angst. De veiligheid van een kernreaktor-centrale is tot een maximum opgevoerd. Er worden maatregelen getroffen dat storingen binnen of buiten de reaktor niet kunnen leiden tot straling buiten de reaktor die boven het jaarlijks toegestane maximum bij normaal bedrijf uitkomt. Absolute veiligheid biedt geen enkel systeem; wel mogen we stellen dat praktisch gesproken aan deze eis voldaan is. We moeten in dit verband ook letten op de veiligheid van alternatieve systemen, die beslist ongunstiger zijn. De gevaren van kernenergie liggen niet zozeer bij hei gewone gebruik, maar veeleer bij het misbruik door mensen. Misbruik (sabotage) is echter niet specifiek voorbehouden aan kernenergie. Een ander probleem is het achterblijven/ontstaan van radioaktief afval.

S: Hoewel de straling rond een kerncentrale normaliter te verwaarlozen is en het proces in de kernreaktor zorgvuldig in de hand gehouden wordt, zijn centrales alleen verantwoord in (zeer) dun bevolkte gebieden. Immers de kansen op rampen zijn niet zo groot, maar faalkansen zijn beslist niet afwezig (Harrisburg). In dit verband wordt wel eens gewezen op de Titanic, het schip waarvan in alle toonaarden was gezegd dat het niet kon zinken: zondag 14 april 1912 verging het tijdens de eerste vaart. 1503 doden; grootste scheepsramp uit de geschiedenis. Het risiko van sabotage (en terrorisme) mag niet onderschat worden, terwijl het radioaktieve afval vooralsnog een onoplosbaar probleem oplevert.

Vormen en eigenschappen van radioaktief afval; wat doen we ermee en is dat betrouwbaar?

K: n de kernenergiecyclus ontstaan drie soorten afval, namelijk licht aktief, middelaktief en hoogaktief afval. Iiet licht-en middelaktief afval is in beton te verpakken en in de Atlantische Oceaan te dumpen. Dit wordt niet. als een probleem gezien. Het probleem wordt gevormd door het hoogaktief afval, met name door plutonium dat duizenden jaren radioaktief blijft. Na beweringen over explosiegevaar in de kernreaktor (een natuurkundige onmogelijkheid!) en vervolgens geopperde zorgen over koelingsmo gel ij kneden bij een noodstop, is het radioaktief afval aangegrepen als één van de gevaren en onopgeloste problemen van kernenergie. Echter:1) Dit afval is slechts van beperkte omvang, veilig in te kapselen en op te bergen in stabiele geologische zoutformaties. 2) Plutonium. is voor kweekreaktoren als brandstof te gebruiken. 3) Volgens Prof. dr. Petr. Beekman is het niet voor duizenden jaren gevaarlijk radioaktief, maar is „reeds" na 450 jaar een niveau bereikt dat lager ligt dan van het oorspronkelijk gedolven uraniumerts. Verontrustend is het dat tegenstanders zelfs tegen onderzoek op dit gebied zijn, zodat wij ons moeten afvragen welke doelen men nastreeft.

S: De geplande drie kerncentrales zouden in Neder-

land evenveel radioaktief afval leveren als de ziekenhuizen en laboratoria samen (die zouden overigens veel minder radioaktiviteit moeten/kunnen gebruiken!). Daarnaast hebben kerncentrales nog andere vormen van afval, zoals hoogaktief splijtingsafval, zeer giftige middelaktieve transuranen en plutonium afval. Een apart probleem vormt het radioaktief afval wanneer centrales (en andere installaties die onderdeel vormen van de splijtstof cyclus) aan het eind van hun levensduur worden afgebroken (ontmanteld). Over 10-15 jaar moeten de centrales van Dodewaard en Borssele ontmanteld worden en moet het schadelijke afval in onschadelijke vorm opgeborgen worden. Dit reusachtige probleem, kost miljarden en wordt niet berekend in de kostprijs van kernenergie. In beton verpakt afval wordt op een rustig stukje oceaan overboord gezet en onder een paar km. water „bewaard". Dat is een onhandige plek voor gedetailleerd onderzoek of beton wel bestand is tegen de grote druk en voor hoelang. Kernsplijtingsafval denkt men te verpakken in glas/keramisch materiaal, maar dat bezwijkt door de vervalwarmte van het afval, terwijl de mogelijkheid van synthetisch gesteente als. verpakking. nog niet op waarde geschat kan worden. Eén van de oplossingen voor het afvalprobleem is' opslag in de zgn. zoidkoepels onder de bodem van Groningen en Drenthe. Door de hogere temperatuur lijkt het; zout op boetseerklei, zodat het niet gemakkelijk scheurt en heel goed warmte geleidt. De zoutkoepels zijn tot op dit moment redelijk stabiel en zouden dus geschikt zijn voor de opberging van radioaktief afval. Bij deze konklusie heeft de evolutiegedachte een zware stem gehad (natuurlijk niet bij mijn mede-auteurs!). Immers, zo zegt men, 200-220 miljoen jaar geleden (in het zgn. Zechstein) werden de zout afzettingen gevormd; ondanks de vorming en verdwijning van gebergten en ondanks de barre Ijstijden zijn de zoutkoepels niet veranderd. Wij weten dat de aarde veel jonger is, hetgeen het argument van stabiliteit ernstig verzwakt. Het fundamentele gedrag van de steenzoutkoepels zal de eeerste tientallen jaren niet bekend zijn, als het ooit opgelost wordt. Zeker is dat circulerend grondwater het zout oplost, dat de temperatuursverhoging door het afval kristalwater vrijmaakt en dat de zoutkoepels stijgen, om maar enkele punten te noemen. Afgezien van eventuele aardbevingen of andere rampen acht ik het steenzout vooralsnog ongeschikt als veilige opslagplaats voor radioaktief afval. Mogen wij dit risiko nemen met het oog op onze toekomst en die van onze kinderen?

Zijn wij rijp voor gebruik van kernenergie?

S: Volgens de russische dissident en atoomfysicus Andrej Sacharov is kernenergie voorwaarde voor onze veiligheid: ekonomische en politieke onafhankelijkheid en de garantie van vrijheid. Anderzijds is met de huidige kennis ook het (op groter schaal) toepassen van kernenergie uiterst griezelig, dient bewaard te worden tot het allerlaatste en dan alleen nog maar samen m, et radikale versobering. Daarmee wordt het kernonderzoek als zodanig natuurlijk niet afgewezen. Laten wij niet toestaan dat afwijzing van kernenergie gereserveerd wordt voor hen die dc revolutie prediken. Mijn standpunt volgt uit potentiële mogelijkheden van alternatieve energiebronnen (inklusief steenkool) en de gesignaleerde onzekerheden/gevaren van kernenergie. Wij zijn er nog niet rijp voor, waardoor overmoed des te gevaarlijker is.

K: In het kader van een verantwoord energiebeleid is het noodzakelijk kernenergie op beperkte schaal toe te passen. We doen dan de nodige ervaring op. Naast onderzoek op alternatieve energiedragers zijn we dan in staat onderzoek te verrichten naar toepassing/gebruik van kernenergie. Mocht het gebruik van kernenergie dan onontkoombaar zijn, dan hebben wij het beschikbaar; zo niet, dan hebben wij een onverantwoorde achterstand. De gevaren verbonden aan exploitatie van kernenergie wil ik niet onderschatten, maar zijn ook weer niet zo groot dat we de inzet van kernenergie moeten bestrijden ten gunste; van andere niet gevaarloze technieken (bijvoorbeeld kolenexploitatie). Ook in de chemie blijven bijvoorbeeld schadelijke „niet-nucleaire" processen bestaan. Er kunnen ongelukken gebeuren, maar bij welke techniek is dat niet zo? Bij geen dacht ik, De veiligheid moet maximaal zijn, het risiko aanvaardbaar en de voorlichting en informatie moet krachtig bevorderd worden om bestaande angstgevoelens te verminderen/weg te nemen. Radioaktiviteit/kernenergie is ook een scheppingsgegeven. Als wij deze gebruiken in het kader van onze bijbelse opdracht in afhankelijkheid van onze Schepper, dan mogen wij daarover de Heere een zegen vragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1981

Daniel | 28 Pagina's

DISKUSSIE OVER KERNENERGIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1981

Daniel | 28 Pagina's