Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vuur vreet verder onder Centralia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vuur vreet verder onder Centralia

Begraafplaatsen verhinderen blussen van 45 jaar oude steenkoolbrand in Amerikaans mijnstadje

8 minuten leestijd

"Ziet de natuur er hier ongezond uit? Ik dacht van niet", beantwoordt de 83-jarige Carl Umer zelf maar meteen zijn vraag. De vitale grijsaard is een van de vijftien inwoners van Centralia in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Of misschien beter gezegd: van wat eens Centralia was in het hart van Pennsylvania's steenkoolgebied.

Een halve eeuw geleden draaide het leven in dit stadje van 1600 inwoners volledig om de steenkoolindustrie. Totdat er iets misging bij een massale vuilverbranding in maart 1962. Het vuur ontstak de steenkool in een van de steenkooladers die rond Centralia aan de oppervlakte komen. En sindsdien brandt het rond en onder Centralia, dat inmiddels vrijwel geheel verlaten is. "Op vijftien overlevenden na en natuurlijk de honderden doden die hier begraven liggen", zegt Umer.

Deze laatste categorie -de doden- vormen een probleem bij het aanpakken van de ondergrondse brand bij Centralia. "Er moeten gigantische graafwerkzaamheden verricht worden voor een effectieve bestrijding van deze ondergrondse brand. Daarvoor zouden onder meer de drie begraafplaatsen van Centralia verplaatst moeten worden. Dat betekent dat wij voor elk graf dat we willen verplaatsen toestemming nodig hebben van de nabestaanden. Administratief is dat zo ingewikkeld dat men besloot om het vuur maar gewoon zijn gang te laten gaan", zegt Lamar Mervine, de laatste burgemeester van Centralia.

Wie van het mijnplaatsje Ashland naar Centralia rijdt, stuit na enkele kilometers op een versperring, waar Route Nr. 61 wordt omgeleid. De reden wordt snel duidelijk zodra je de aarden wal is opklimt en het achterliggende wegdek opwandelt. Na ongeveer driekwart kilometer blijkt het wegdek volkomen onbruikbaar te zijn omdat het is opengebarsten. Wanneer je goed kijkt komen er rookwolkjes uit de scheuren. Grond en wegdek rond deze scheuren zijn gloeiend heet. Hier komt een van de steenkooladers aan de oppervlakte, die door Centralia's ondergrondse brand zijn aangetast.

Is het er gevaarlijk? Kun je plotseling in een gat terechtkomen - ontstaan door het ondergrondse vuur? "Dat is één keer gebeurd", zegt Mervine. "Een jongeman zakte plotseling weg, maar hij kon zich gelukkig vastgrijpen aan een paar boomwortels. Vrienden hebben hem eruit gehaald. Maar het was toen wel duidelijk dat het in Centralia gevaarlijk werd. Daarom is aan de bevolking voorgesteld om te vertrekken. Wie wegging kreeg een behoorlijke vergoeding."

Is er nooit geprobeerd het vuur uit te krijgen? "Jawel", reageert de oud-burgemeester, "maar dat bleek erg moeilijk. Dat komt voor een deel omdat er meer uitgangen in dit mijncomplex zijn dan officieel bekend is. Dat is het gevolg van illegale steenkoolwinning die er altijd al was naast de officiële mijnactiviteiten. Door onbekende mijngangen wordt het vuur gevoed met zuurstof, waardoor het zo moeilijk is het effectief te doven. Er is ooit een reusachtig plan gepresenteerd om een eind aan de brand te maken. Dat zou 660 miljoen dollar kosten. Maar ook dat plan bood geen absolute garantie op definitieve doving. Ik geloof dat de uiteindelijke beslissing om Centralia maar op te geven -niet alleen vanwege het instortingsgevaar, ook vanwege de kwalijke dampen die vrijkomen- de beste was", verzucht de oud-burgemeester.

Huizen gesloopt

In 1841 vestigden de eerste bewoners zich in Centralia, dat uitgroeide tot een mijnstadje met ongeveer 1600 inwoners. Nu zijn ze vertrokken, maar waarheen? Umer vertelt dat de overheid voorstelde om hen massaal te verhuizen naar Nieuw Centralia, maar dat voorstel sloeg niet aan. "De meeste bewoners zijn naar omliggende gemeenten vertrokken, nadat hun huizen waren onteigend. Daarna werden alle verlaten huizen gesloopt om te voorkomen dat wilde dieren er zich zouden nestelen, of dat Centralia een centrum van zwervers en daklozen zou worden", vertelt Umer.

Het gevolg is dat de oude structuur van Centralia nog zichtbaar is. Wegen, straten en zijstraten, inclusief stoepen, zijn er nog. Maar alle huizen, winkels, kerken en gebouwen zijn verdwenen. Op de huizen na van de enkelingen die besloten om te blijven, zoals Carl Umer en Lamar Mervine. Umers vrouw Suzanne -zes jaar geleden overleed ze- heeft verschillende processen aangespannen tegen de overheid, die zij ervan beschuldigde het ondergrondse vuur aan te wakkeren en zo de situatie voor de overgebleven bewoners te verergeren. Er werden namelijk op diverse plaatsen grote pijpen in de grond geslagen, bedoeld om de kwalijke dampen van het ondergrondse vuur te kanaliseren en af te voeren. "Daarmee kreeg dat vuur nieuwe zuurstof en werd het dus aangewakkerd. Daar moest iets tegen gedaan worden, maar we kregen geen voet aan de grond. Ook mediacampagnes hielpen niet", zegt Umer. Op verschillende plaatsen vind je zulke pijpen; ze zijn erg heet en worden door sommige jeugdige bezoekers gebruikt om afval in te storten.

Wie door Centralia doolt valt het op dat er op talloze plaatsen vuil is gestort. "Op sommige plaatsen is vuil gestort om te verbranden met behulp van de hitte die vrijkomt van de ondergrondse brand. Maar geleidelijk aan begon Centralia een stortplaats te worden. Dat is jammer voor de paar overgebleven bewoners die koste wat het kost willen blijven, maar vooral beschamend vanwege de begraafplaatsen die in het gebied liggen", vertelt Deryl Johnson, die een beknopte geschiedenis heeft geschreven over Centralia.

Hoe zal het verder gaan met Centralia? "Het gaat niet verder met Centralia", reageert Umer. "De paar huizen die er nog staan zijn onteigend en als de bewoners overlijden of alsnog vertrekken, worden ook die gesloopt. Ooit zal de ondergrondse brand wel uitwoeden, maar wie zou dan willen terugkeren naar dit gesloopte oord?" Waarom mensen als Umer en Mervine blijven? "Ik ben hier een halve eeuw geleden komen wonen en al mijn kinderen zijn hier geboren", zegt Umer. "Ik heb geen last van de zwaveldampen en geniet van de rust. Ik hoop hier te sterven zoals mijn vrouw hier ook is overleden."

Bovengrondse verwoesting

"Uiteindelijk blijft er van Centralia niets anders over dan een moment in Amerika's steenkoolgeschiedenis. Er zijn meer ondergrondse steenkoolbranden, zowel hier in de VS als elders in de wereld. Maar zelden heeft dat geleid tot zulke radicale gevolgen als hier in Centralia, waar alle sporen van menselijke bewoning langzamerhand verdwijnen. Naast het ondergrondse vuur zie je namelijk dat bovengronds de natuur de restanten van de oude infrastructuur gestaag afbreekt en verbrokkelt. De ondergrondse brand woedt nu al ruim 45 jaar. Waarschijnlijk is er over 50 of 100 jaar niets meer van Centralia over", verzucht Deryl Johnson.


Sluipmoordenaars die onverwacht toeslaan

Het grotendeels gesloopte mijnstadje Centralia in Pennsylvania is mogelijk een van de meest dramatische voorbeelden van de gevolgen van een zogeheten "mijnbrand", zoals er honderden ter wereld zijn, zegt dr. Andrzej Wala van de afdeling mijnbouwkunde van de universiteit van Kentucky in Lexington (Kentucky).

"De tragische geschiedenis van Centralia spreekt tot de verbeelding, maar de ondergrondse mijnbrand die daar nu al 45 jaar woedt, is zeker niet de enige en ook beslist niet de oudste ter wereld."

Voor zover bekend is de "Brandende Berg" in New South Wales in Australië het oudste voorbeeld van een mijnbrand. Ondergrondse steenkoollagen zouden daar volgens deskundigen al 6000 jaar smeulen. Verder is China berucht om zijn mijnbranden, die verantwoordelijk zouden zijn voor 2 tot 3 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. "Sommige mensen zien mijnbranden hoogstens als een ongemak, maar ze dragen concreet bij tot de ongewenste en vooral ongecontroleerde uitstoot van broeikasgassen", zegt Wala.

Hij wijst overigens op het werk van de Nederlandse instituten Neonet en ITC, die helpen bij het in kaart brengen van mijnbranden via satellietwaarnemingen. Waarom is dat zo belangrijk? "In de eerste plaats omdat zulke branden kostbare steenkoollagen wegvreten en in de tweede plaats omdat zij risico's opleveren voor onze maatschappij. Vooral in dichter bewoonde gebieden zoals Pennsylvania verzakken wegen of moet een stadje als Centralia worden ontruimd, omdat daar blijven wonen in feite niet meer verantwoord is."

Zijn mijnbranden altijd het gevolg van menselijk handelen, zoals in Centralia, waar de brand wordt toegeschreven aan een vuilverbranding die in maart 1962 overgeslagen zou zijn op een steenkoollaag? Wala wil dat niet uitsluiten. Verder wijst hij op mijnen die in het verleden gesloten zijn omdat ze vrijwel uitgeput waren en verdere exploitatie economisch niet meer interessant was. Wat er dan vaak gebeurt is dat mensen uit de omgeving kolen gaan winnen voor eigen gebruik. Om dat te voorkomen worden zulke oude mijnen dan opgeblazen, waardoor al verscheidene mijnbranden zijn ontstaan." Mijnbranden kunnen volgens Wala ook door natuurlijke oorzaken ontstaan als de bliksem, die bepaalde gassen tot ontbranding kan brengen.

Er zijn overigens meerdere mijnbranden in Pennsylvania, een van de meest steenkoolrijke staten van Amerika. De mijnbrand in Laurel Run bijvoorbeeld, die in 1915 werd ontdekt. Mijngangen werden daar onmiddellijk afgesloten en men dacht de brand snel onder controle te hebben, totdat zeven jaar later bleek dat het vuur zich toch had verspreid. Ondanks alle pogingen om het te verstikken, is die brand tot op vandaag de dag nog actief. De mijnbrand in Carbondale -ook in Pennsylvania- werd in de jaren zestig van de vorige eeuw ontdekt. Hier is zelfs een persoon omgekomen door koolmonoxide. De autoriteiten gaan ervan uit dat het vuur daar intussen is bedwongen.

Deryl Johnson, die een beknopte geschiedenis van Centralia heeft geschreven, vergelijkt een mijnbrand graag met een sluipmoordenaar. Soms denk je dat hij verdwenen is, totdat hij weer toeslaat. Het is een verraderlijk verschijnsel, gevaarlijk en bovendien erg moeilijk effectief te bestrijden, zoals de geschiedenis van Centralia aantoont." Volgens Johnson zijn er "tientallen" ondergrondse mijnbranden in Pennsylvania die nog actief zijn of die "misschien" nog actief zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2007

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Het vuur vreet verder onder Centralia

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2007

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's