Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

c Correspondentie voor deze rubriek aan : T. MOLENAAR. Leede 18. Rotterdam-Zuid | V. J N

P. de K. te D. vraagt of er een bevel bestaat tot de kinderdoop.

Antwoord: Calvijn houdt het er voor, , dat de doop der kleine kinderen in Gods Woord bevolen is. Daarin zijn de Geref. vaderen hem alle nagevolgd. Zij hebben in de Schrift gelezen, dat het Gods wil is, dat kleine kinderen gedoopt worden, mitsdien zij, alzowel als de volwassenen in het Verbond Gods en in Zijn Gemeente begrepen zijn. (Zondag 27).

Wat is de doop? Het is een sacrament. Het is een teken en zegel, van God ingesteld, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele. (Zondag 26). De doop heeft betrekking op de belofte van het Evangelie. Die belofte beeldt de doop uit en verzegelt haar. Beeldt de doop dan niet uit en verzegelt hij niet, dat - de gedoopte inwendige genade ontvangen heeft?

De catechismus en de geloofsbelijdenis spreken daar niet van. Verzegelt de doop dan niet dat de gedoopte gelooft? Hoe zou de doop dat kunnen? Wanneer een volwassene de doop begeert, kan de kerkeraad nooit met zekerheid vaststellen, dat het geloof van die man ofl vrouw echt is. Over het hart oordeelt de kerk niet. De doop bevestigt l}ij de volwassene de belofte Gods en verzekert hem, dat hij al die beloofde zaken bezit of verkrijgen zal mits hij het waarachtig geloof deelachtig is of deelachtig zal worden.

Als bezwaar tegen de kinderdoop wordt dikwijls aangevoerd, dat kinderen geen geloof hebben. Daar moet althans een belijdenis van het geloof aan vooraf gaan. Dat grondt men dan op de uitspraak van de Heere Jezus, die bij Zijn verscheiden van deze aarde heeft gezegd: „Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden." Het zij mij vergund hier op te merken, dat in deze uitdrukking niet gesproken wordt wie er gedoopt mag worden, maar over het stuk wie of er zalig zal worden. Anderen proberen om de kinderdoop te gronden op de mogelijkheid, dat kleine kinderen het geloof deelachtig kunnen zijn. Hoewel dit laatste bij sommige kinderen mogelijk is en bij Johannes de Doper zeker is, omdat hij van zijns moeders lijf al vervuld was met de Heilige Geest, zou ik willen opmerken, dat men op een veronderstelling niet mag dopen. Daarom schreef Calvijn: „Het is niet noodzakelijk, dat geloof en bekering altijd aan de doop voorafgaan. Het is genoeg als de kleine kinderen de vruchten van de doop later voortbrengt."

Wat is dan de grond van de doop deikleine kinderen? Eenvoudig dit, dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Onder Israël moesten de kleine kinderen besneden worden, dus als het vaststaat, dat de doop in de plaats der besnijdenis is gekomen, dan hebben we in Gen. 17 de plaats, dat de kleine kinderen gedoopt moeten worden.

En waar staat nu in de Heilige Schrift, dat de doop in plaats der besnijdenis is gekomen. In Col. 2 : 11 en 12. De gemeente van Colosse werd beroerd door dwaalleraars, die de Colossenzen wijs trachtten te maken, dat zij nog lang niet genoeg hadden om volwaardige christenen te zijn. Dit bestrijdt de apostel met de woorden: En gij zijt in Hem volmaakt die het Hoofd is van alle overheid en macht." Het verbond met Abraham was aan hen verzegeld. Het is niet geschied door de besnijdenis. Zij geschiedde niet met handen en raakte niet het vlees. Maar het hele lichaam deizonde.

De vraag rijst waarin deze besnijdenis dan toch bestond. Het 12de vers geeft daarop een antwoord: „zijnde met Hem begraven in de doop."

önder het Oude Testament gaf de natuurlijke geboorte recht op de besnijdenis. Is dit nu onder de nieuwe bedeling nog zo? Het Verbond in de dagen voor Christus' geboorte was toch niet rijker dan na Christus. In het Oude Testament gold het: , , U en uw zaad. In het Nieuwe Testament geldt het, wat Petrus gezegd heeft: „U komt de belofte toe en uw kinderen na u." De christenen zijn het nieuwe Israël. Zij zijn in de oude olijfboom ingeënt volgens Rom. 11. Staat er nu niet uitdrukkelijk in het

Nieuwe Testament, dat alleen volwassenen gedoopt mogen worden? Dat is mij niet bekend. In het doopsbevel Matth. 28 wordt gesproken van al de volken. Hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen volwassenen en zuigelingen.

Het zou niet moeilijk zijn verder in te gaan op de doop van Lydia en haar gezin, op de doop van de stokbewaarder en zijn gezin om over Cornelius te zwijgen, maar anders wordt ik te lang van stof. Nog 2 opmerkingen. De belofte in de besnijdenis is dezelfde als in de doop. Daarom ook de doop van kleine kinderen.

Irenaeus, een kerkvader in de tweede eeuw na Christus veronderstelt de doop der kinderen als algemeen bekend en geoefend.

Er zou vanzelf veel meer van te zeggen zijn, maar laat dit voldoende zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1956

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1956

Daniel | 8 Pagina's