Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE  KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gesprek met ds. Pettinga over beroepingswerk

In 'Woord en Dienst' van 7 februari j.1. had Dinand de Vries een gesprek met ds. G. Pettinga, de secretaris van de commissie voor het beroepingswerk. Dit naar aanleiding van het verslag van genoemde commissie. Uit dit verslag komt naar voren dat er ontwikkelingen zijn die voor predikanten en kandidaten tot de Heilige Dienst pijnlijke konsekwenties heeft. In het verslag wordt vermeld de afname van het aantal predikantsplaatsen en een toename van het aantal kandidaten. Kandidaten moeten soms pijnlijk lang op een beroep wachten en de mutatie-mogelijkheid voor dienstdoende predikanten is uiterst beperkt. We citeren nu verder het gesprek met ds. Pettinga over deze materie:

„Dat het aantal predikantsplaatsen terugloopt is inderdaad duidelijk merkbaar, zegt ds. Pettinga. Maar die terugloop bleek kleiner van verwacht. De commissie had een afname van 20 per jaar voorspeld. Terwijl uiteindelijk in '85 maar zeven predikantsplaatsen minder waren dan in het voorgaande jaar en in '86 waren het er slechts vier minder. Aan de andere kant is de daling toch groter dan op het eerste gezicht uit deze cijfers blijkt. De laatste jaren is er namelijk ook sprake van een toename van het aantal predikantsplaatsen die part-time bezet worden. Zo'n part-time plaats blijft meetellen in het totale aantal predikantsplaatsen. Maar als deze een volledige predikantsplaats vervangt is er wel degelijk sprake van teruggang. De positieve kant er van is wel dat deeltijdbezetting het mogelijk maakt plaatsen te handhaven die anders opgeheven zouden moeten worden.

Vooral in de grote steden blijkt het steeds moeilijker om predikantsplaatsen in stand te houden. En het gaat dan volgens ds. Pettinga niet alleen om de vier grote steden, ook in de wat kleinere steden zoals Gorinchem bijvoorbeeld kost dat moeite. In de steden heeft men, sterker dan elders, te maken met de gevolgen van de secularisatie. Daarnaast is er dan nog de voortdurende uittocht naar de buitengemeenten. Toch valt het Pettinga vaak op dat de offervaardigheid in de steden groter is dan in menige plattelandsgemeente. Een betrekkelijk kleine groep heeft veel over voor het echt gemeente-zijn in de grote stad.

Deelgemeenten

Er zijn, naast de toename van het aantal parttime predikanten, meer redenen waardoor het aantal predikantsplaatsen minder snel afneemt dan werd verwacht. Door de verschuiving van de bevolking en de groei van sommige plattelandsgemeente ontstaan er namelijk ook nieuwe predikantsplaatsen. Een andere reden, die nauw samenhangt met de trek uit de steden, is het ontstaan van deelgemeenten of — in het iets betere geval — buitengewone wijkgemeenten. Soms verdragen de wat behoudender plattelandsgemeenten de toevloed uit de steden maar moeilijk, het gevolg kan zijn dat er een afzonderlijke (wijk)gemeente met bijbehorende predikantsplaats gesticht wordt.

Dit laatste is natuurlijk een wat negatieve reden voor het stichten van een nieuwe plaats. Volgens ds. Pettinga zijn er ook gemeenten die in feite onderbezet zijn en die als ze zich er voor in zouden zetten tot vermeerdering van het aantal predikantsplaatsen zouden kunnen komen. Er zijn gemeenten, zegt ds. Pettinga, waar men nog te weinig gebruik maakt van de mogelijkheden van Kerkbalans en van een goede en verant-

woorde fondswerving. Het gaat dan volgens hem vooral om gemeenten binnen de rechterflank van de kerk. Daar worden op dit moment ook wel de meeste nieuwe predikantsplaatsen gesticht, maar het zouden er meer kunnen zijn.

Het Samen-op-weg-proces, waardoor een aantal hervormden en gereformeerden samen een predikant hebben, heeft volgens ds. Pettinga geen duidelijke invloed op de vermindering van het aantal hervormde predikantsplaatsen. De uitwerking zal eerder positief zijn, meent hij, omdat men dank zij samenwerking een plaats kan handhaven die anders zou worden opgeheven.

Meer kandidaten

Over het groeiende aanbod van kandidaten wil ds. Pettinga in de eerste plaats iets positiefs zeggen. Hij is blij met de grote belangstelling voor de theologie. Als je dit vergelijkt met het aantal roepingen binnen de rooms-katholieke kerk is er een groot verschil. Natuurlijk volgt niet iedere theologiestudent ook de kerkelijke opleiding, maar het aantal studenten dat het predikantschap in de Nederlandse Hervormde Kerk begeert neemt toe en dat is een verblijdend verschijnsel.

Wat haar plaats binnen de samenleving betreft, neemt de kerk in omvang en invloed af. Maar tegelijk zie je dat de betrokkenheid en de inzet van gemeenteleden toeneemt. De grote belangstelling die er is voor de cursus theologische vorming van gemeenteleden is daarvan een van de voorbeelden.

De keerzijde van die belangstelling voor theologie is natuurilijk wel dat het steeds meer de vraag wordt er wel genoeg plaats is voor al degenen die beroepsmatig in de kerk bezig willen zijn. Het overschot van kandidaten dat in het verslag over 1985, werd geconstateerd zal, voorlopig niet dalen. Ook in 1986 wachtten gemiddeld zo'n zestig kandidaten op een beroep. Mogelijk komt er enig soelaas, doordat de theologische studie langer duurt als gevolg van de invoering van de twee-fasen structuur maar dat is niet meer dan uitstel, de kandidaten komen uiteindelijk wel.

Bij dit aanbod van de universiteiten voegt zich op dit moment nog een tweede stroom, die nog niet meegerekend is in het eerder genoemde overschot van 60 kandidaten. Het zijn degenen die vallen onder 'overgangsbepaling 277', mensen die een opleiding tot catecheet en hulpprediker hebben gevolgd, werkzaam zijn in een gemeente en een aanvullend kerkelijk examen hebben gedaan. Na verloop van tijd zijn ook zij beroepbaar als predikant. Verder bestaat er op den duur nog de mogelijkheid om via de m.o.-opleiding een theologische studie te voltooien. Hoe groot het aanbod zal zijn dat in de toekomst langs die weg komt, is volgens Pettinga echter nog niet te overzien. Een daling van het aantal kandidaten zit er voorlopig in elk geval nog niet in. Al kan er misschien een golfbeweging op gaan treden, als mensen afzien van een theologiestudie, omdat ze de kans op werk te klein vinden.

Part-timers

Het overschot aan kandidaten maakt ook dat men eerder genoegen neemt met een part-time predikantschap. Aan de ene kant is dat een goede zaak, omdat ze predikantsplaatsen behouden blijven. En er zijn uiteraard ook kandidaten die een voorkeur hebben voor part-time werk. Maar ds. Pettinga waarschuwd wel voor de bezwaren die er aan verbonden zijn. Veel gemeenten denken ten

onrechte dat zij op deze manier een predikant in huis halen die voor minder geld het zelfde werk doet. Dat kan natuurlijk niet en er moeten bij part-time werk dan ook goede afspraken gemaakt worden over de werktijden. Het betekent onder meer dat gemeenteleden zelf ingeschakeld zullen moeten worden bij allerlei werkzaamheden. Het part-timersschap wordt ook een bedenkelijke zaak als een kandidaat er uiteindelijk voor kiest omdat er anders voor hem of haar geen plek is, terwijl de inkomsten in feite ontoereikend zijn. Zeker als iemand daarbij geen mogelijkheden heeft om er werk naast te doen.

Een gemeente moet dan ook niet al te snel overgaan tot het aanstellen van een part-timer vind ds. Pettinga. De provinciale kerkvergadering, die toestemming moet geven, zal een aanvraag zeer kritisch moeten beoordelen. Er zijn nog altijd gemeenten die te snel kiezen voor een part-timer. Want al mag de offervaardigheid in de kerk dan zijn toegenomen, er zijn, volgens Pettinga, nog steeds gemeenten die het offeren nog moeten leren.

Anders ligt het natuurlijk bij nieuw gestichte predikantsplaatsen. Vaak begint men daar met een part-time aanstelling in de hoop dat de plaats na verloop van tijd uit zal kunnen groeien.

Een groot probleem bij het deeltijd-predikantschap is verder de rechtspositie. Een kwestie die al eerder in Woord & Dienst aan de orde is geweest. Als de aanstelling niet verlengd wordt, is de part-timer, in tegenstelling tot de gewone predikant, slecht beschermd. Meer en meer begint dit in de praktijk ook tot problemen te leiden. De commissie voor het beroepingswerk pleit al jaren voor het gelijktrekken van de rechtspositie. Op haar aandringen is door de synode zelfs een aparte commissie ingesteld die zich over dit probleem buigt. Zeer binnenkort zal deze commissie met een voorstel over deze kwestie komen.

Oplossingen

Er wordt naarstig gezocht naar oplossingen voor het probleem van de kandidatenoverschot. Gezien vanuit allerlei landelijke werkloosheidscijfers gaat het maar om een klein aantal mensen, maar voor degenen, die zelf werkloos zijn, is dat een schrale troost. Bovendien krijgen zij weinig gelegenheid om ervaring op te doen. In het verslag wordt dan ook het idee geopperd voor een soort uitzendbureau voor predikanten. Kandidaten zouden zo in kunnen vallen in tijdelijke vacante gemeenten. Onofficieel gebeurt dit eigenlijk al af en toe. Ds. Pettinga vertelt dat hij al regelmatig bemiddelde in zulke gevallen. De bedoeling is echter dat iets dergelijks officieel geregeld wordt. De Bond van Nederlandse Predikanten heeft het idee op dit moment in studie, maar schijnt er nog niet zo veel verder mee te zijn gekomen. Zaken als uitkering en rechtspositie blijken problemen op te leveren.

Andere mogelijkheden die het verslag noemt zijn het uitbreiden van het aantal vicarissen, zodat kandidaten ervaring kunnen blijven opdoen en het verlagen van de leeftijd waarop predikanten vervroegd kunnen uittreden."

Tot zover het gesprek met de secretaris van de commissie voor het beroepingswerk in de Hervormde Kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE  KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's