Leven in Christus (5)

In de hemel noch op de aarde is er voor de ziel iets anders aan te wijzen om het leven te vinden en een rechtvaardig en bevrijd christen te worden, dan het heilige Evangelie, het Woord van God. Johannes spreekt daarvan in hoofdstuk 11:25: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven. En evenzo in hoofdstuk 8:36: Wanneer de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.
Daarom houden wij het voor zeker, dat de ziel alle dingen kan ontberen behalve het Woord Gods en dat er buiten dat Woord om niets is wat de ziel tot nut kan zijn.
Zo lezen wij in de psalmen, in het bijzonder in de 119e psalm, dat de profeet nergens meer naar smacht dan naar het Woord Gods. In de Schrift wordt het als de zwaarste straf en toorn van God beschouwd, als Hij Zijn Woord van de mensen wegneemt en als de grootste genade, wanneer Hij Zijn Woord laat verkondigen.

Maar vraagt u: ‘Wat is dan dit Woord, dat zulk een rijke genade verleent, en hoe moet ik het gebruiken?’ Dan antwoord ik: Het is niets anders dan de prediking van Christus, zoals het Evangelie die bevat en die zodanig behoort te zijn ingericht, dat u uw God tot u hoort spreken, dat heel uw leven en al uw werken voor Hem onnut zijn, maar dat u met alles wat in u is, voor eeuwig verloren zult gaan. Als u dit waarlijk gelooft, zoals u verschuldigd bent, dan wanhoopt u aan uzelf en erkent u dat de tekst uit Hoséa 13:9 waar is: ‘O Israël, in u is niets dan verderf, maar in Mij is uw hulp’.
Om u te verlossen van uzelf en uit uzelf, dat is uit uw verderf, stelt Hij u Zijn lieve Zoon Jezus Christus voor en laat u door Zijn levend en troostrijk Woord verkondigen: U moet uzelf vanuit een vast geloof aan Hem overgeven en met kracht op Hem vertrouwen. Dit prediken van Christus is een ziel te weiden, te rechtvaardigen, te bevrijden en te zaligen, indien zij die prediking gelooft. Het geloof toch is de enige zaligmakende en vruchtdragende gebruikmaking van het Woord van God, zoals staat in Rom. 10:9: indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Paulus zegt daarvan in Rom. 1:17: de rechtvaardige zal uit het geloof leven en in Rom. 10:4: het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft.

Maar op welke manier gaat het dan toe, dat alléén het geloof rechtvaardig kan maken en zonder onze werken zo’n overvloedige rijkdom kan schenken, daar ons in de Heilige Schrift toch zoveel werken, ceremoniën en wetten voorgeschreven worden? Hier moeten wij nauwkeurig aantekenen en naarstig in gedachten houden, dat alléén het geloof, zonder de werken, rechtvaardigt, bevrijdt en zalig maakt. Tevens moeten wij weten dat de gehele Heilige Schrift twee soorten teksten bevat: geboden en beloften.

De geboden maken ons wel duidelijk welke de goede werken zijn, maar daarmee zijn ze nog niet gedaan. Ze tonen ons wat wij moeten doen, maar ze geven niet de kracht om het te doen. Als nu een mens door de geboden zijn onvermogen geleerd en ondervonden heeft, zodat hij beangst wordt hoe hij ooit aan het gebod kan voldoen, omdat het gebod voldoening eist en hij anders verdoemd zal worden, zo is hij recht verootmoedigd en in eigen oog tot niets gebracht en vindt hij in zichzelf niets, waardoor hij gerechtvaardigd kan worden. Dan is er plaats voor het andere Woord, de goddelijke belofte en toezegging, die spreekt: ‘Wilt u aan alle geboden voldoen en bevrijd worden van uw zonden en boze begeerten, zoals de wet eist, geloof dan in Christus, in Wie u genade, vrede, vrijheid en alle dingen worden toegezegd. Als u dat gelooft, dan hebt u het; als u dat niet gelooft, dan hebt u het niet. Want wat voor u onmogelijk is, al zou u al de werken der wet doen, die talrijk en zonder nut zijn, zult u langs de gemakkelijkste en kortste weg vinden door het geloof. Daarvan zegt Johannes 1:12: zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. Zo zien wij dan dat een christen aan het geloof genoeg heeft en dat de werken niet nodig zijn om gerechtvaardigd te worden. Wanneer de werken niet nodig zijn, dan is hij ontbonden van de wet, en indien hij ontbonden is, dan is hij waarlijk vrij. Dat is nu de christelijke vrijheid, namelijk het geloof, dat maakt, dat wij niet werkeloos of ledig onze weg gaan of zomaar slecht zouden kunnen leven, maar dat wij de werken niet meer nodig hebben om daardoor de rechtvaardigheid en de zaligheid te verkrijgen.

Het geloof maakt de ziel niet alleen Gods Woord en alle genadeweldaden deelachtig, maar het verenigt de ziel ook met Christus, zoals een bruid met haar bruidegom. Het gevolg van dit huwelijk is, zoals Paulus zegt, dat de ziel en Christus één vlees worden, waardoor ook hun goederen, voorspoed, tegenspoed en alle dingen hun gemeenschappelijk deel worden. Dan worden alle heilsgoederen en de zaligheid, die Christus bezit, het eigendom van de ziel. Evenzo worden alle ondeugden en zonden van de ziel het eigendom van Christus. Dit brengt niet alleen een vrolijke ruil, maar ook een strijd met zich mee. Want omdat Christus, Die zowel God als Mens was en nooit enige zonde gedaan heeft, een eeuwige, allesomvattende gerechtigheid moest bewerken, zo moest Hij de zonden overwinnen en uitdelgen om de gelovige ziel door haar bruidsring, dat is haar geloof, Zich tot een eigendom te maken en alles te doen, alsof zij het zelf had gedaan. Aldus wordt de ziel door haar geloof van alle zonden en ellenden bevrijd en begiftigd met de eeuwige gerechtigheid van haar Bruidegom Christus. Is dat geen verblijdend huishouden, waar de rijke, edele en rechtvaardige Bruidegom Christus het arme, verachte en slechte overspelig meisje tot vrouw neemt en haar ontdoet van alle zonde en versiert met alle goederen? Daarvan spreekt Paulus in 1 Kor. 15:57: Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen