Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voetius over de praktijk der godzaligheid (7, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius over de praktijk der godzaligheid (7, slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

huisgodsdienst

Aangaande mij en mijn huis

^^^t leven met de Heere beperkt zich niet tot /Z/ het innerhjke leven van de gelovige. De verborgen omgang met Christus komt o.a. openbaar in ons gezin.

Voetius besteedt afzonderhjk aandacht aan de praktijk der godzahgheid in het gezin. Hij spreekt in dit verband over de huisoefeningen. Leven met de Heere begint in het gezin. Doorgaans werkt de Heere immers in de lijn van de geslachten? Voetius verwijst naar Deuteronomium 6, waar de vaders van Israël de opdracht krijgen om hun kinderen bekend te maken met de inzettingen en de rechten des Heeren. Voetius trekt deze lijn door: het is de taak van de prediking, de catechese en het huisbezoek om ook de huisoefeningen aan de orde te stellen.

Huisoefeningen

Voetius onderscheidt tussen gewone en buitengewone oefeningen. Onder de gewone oefeningen valt allereerst de onderhouding van de zondag. Het is opvallend dat Voetius hiermee begint. De zondag is bij uitstek geschikt voor de oefening in de godzaligheid. Wat dat betreft kunnen we ons hart vasthouden voor de verdere teloorgang van de zondag als rustdag. Maar ook los van de discussie over de 24-uursecononiie moeten we onszelf de vraag stellen wat er van een geestelijke invuUing van de zondag terecht komt. In de praktijk bhjkt dit niet altijd eenvoudig te zijn. Laat de zondag een dag apart zijn, waarop we als gezin zoveel mogehjk bij elkaar zijn. De Heere heeft deze eerste dag van de week afgezonderd voor Zijn dienst, opdat de andere dagen erdoor gestempeld worden.

Na de onderhouding van de zondag noemt Voetius het gebed, het zingen van psalmen en geesteUjke hederen, het lezen van de Schrift, het bespreken van de gehoorde prediking en het onderricht aan de kinderen. Een aantal onderdelen kwam in de afgelopen weken reeds aan de orde. Ik wil nu nog twee dingen onderstrepen. Allereerst het zingen van psahnen en geesteUjke hederen. Met een opgroeiend gezin is het goed om de psalmen die op school (of op de zondagsschool) geleerd worden ook thuis te zingen, bijvoorbeeld bij het afsluiten van de maaltijd. Daarnaast noem ik het onderricht aan de kinderen. Hierbij speelt natuurhjk ook de schoolkeuze mee. Welk onderwijs kiezen we voor onze kinderen? Is er een rechte hjn in het onderwijs in de kerk, thuis en op school? Een goede school kan echter nooit het persoonhjke onderwijs aan onze kinderen vervangen. Mozes zegt in Deuteronomium 6: 'Deze woorden die ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen en daarvan spreken als gij in uw huis zit en als gij op de weg gaat en als gij nederhgt en als gij opstaat' (Deut. 6:6-7). Wat geven wij aan onze kinderen door? Het zal duidehjk zijn dat het onderwijs aan onze kinderen ook alles van onszelf vraagt. Wie onderwijs wil geven, zal eerst zelf onderwijs moeten ontvangen!

Naast de gewone oefeningen noemt Voetius de buitengewone oefeningen. Hierbij denkt hij o.a. aan aansporingen en vermaningen in de huisehjke kring. Onze kinderen moeten aangemoedigd en vermaand worden om de Heere te zoeken. Aansporing en vermaning zijn twee kanten van dezelfde zaak. Het gaat beide keren om de vreze des Heeren die in de harten van onze kinderen gewekt moet worden. Dat is het werk van de Heihge Geest, maar daarvoor wil Hij de handen van de ouders gebruiken. Aan vaders en moeders hand tot Jezus! Moedigen wij onze kinderen aan om de Heere te zoeken? Laten wij ze zien dat er niets heerhjker is dan tot eer van God te leven? En: weten wij ook van de vermaning? Over Eli lezen we dat hij zijn zonen nooit zuur aan heeft gekeken. De gevolgen waren er dan ook naar. Van zijn gezin kwam niets terecht. Aansporing en vermaning: bij de doop van onze kinderen hebben we beloofd om ze op te voeden in de vreze des Heeren. Aangaande mij én mijn huis: wij zullen de Heere dienen.

Bij de bijzondere oefeningen snijdt het mes echter ook in ons eigen vlees. Onder deze oefeningen valt ook het verbeteren en herstellen van zaken die in het gezin verkeerd zijn gegaan. Voetius herinnert aan Genesis 35, waar we lezen hoe Jacob in zijn gezin orde op zaken steh. In het gezin van Jacob waren de afgoden binnengedrongen. Bij Bethel houdt Jacob een reformatie: 'Doet weg de vreemde goden die in het midden van u zijn en reinigt u en verandert uw klederen' (Gen. 35:2). In de loop van de jaren kunnen er in ons gezin dingen scheef groeien. Jacob steh orde op zaken. Durven wij ons als ouders zo kwetsbaar op te stellen? Laten wij ons gezinsleven er eens op nazien of we soms toe zijn aan een reformatie: doet weg de vreemde goden! Belemmeringen

Hoe komt het als er in de praktijk van deze huisoefeningen niet veel terecht komt? Voetius noemt drie oorzaken. We kunnen zeggen dat we er zelf niet bij opgevoed zijn en dat we daarom deze gewoonte niet hebben aangenomen. Dit is een argument dat we in het pastoraat nog altijd tegenkomen. In de tweede plaats noemt Voetius de geestehjke onkunde: 'Wanneer een vader en moeder niet weten hoe ze deze oefeningen moeten doen, proberen ze dit te verbergen door de oefeningen te veronachtzamen of door te zeggen dat ze niet nodig zijn.' Komt bij het ontbreken van de huisoefeningen soms onze eigen geestehjke armoede openbaar? Onze kinderen zien wat onze woorden waard zijn. De praktijk der godzaligheid wordt zichtbaar in ons gezinsleven. De derde oorzaak is voor Voetius 'een al te grote zorg, bekommernis en gedrevenheid met betrekking tot zaken van de tijd, waardoor het voorkomt dat men het bezwaarhjk acht om zichzelf of zijn huisgenoten ook maar de geringste tijd te gunnen om deze oefeningen te volbrengen.'

Zoekt eerst het koninkrijk Gods

Om op dit laatste punt door te gaan: we leven in een jachtige tijd, waarin veel dingen onze aandacht vragen. Het gevaar van vervlakking is groot. Juist daarom zijn de huisoefeningen zo belangrijk, zowel voor ons als ouders als ook voor onze kinderen. Het vraagt misschien vandaag bijzondere aandacht en inspanning hoe we de huisoefeningen vorm moeten geven. In ieder geval zullen we moeten zoeken naar momenten waarop het hele gezin zoveel mogehjk aanwezig is. Het gaat immers om de dingen van de eeuwigheid. Voetius zegt: 'In elk gezin moet alles op deze oefeningen gericht zijn, want één ding is nodig (Lukas 10). Wij dienen eerst het koninkrijk der hemelen te zoeken.' Zoekt eerst het koninkrijk Gods. Dit is de opdracht voor ouders en kinderen, opdat het mag komen tot een persoonhjke overgave aan de Heere en tot de praktijk der godzahgheid.

Hollandscheveld

A.J. Kunz

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Voetius over de praktijk der godzaligheid (7, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's