Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Europees Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Europees Parlement

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is gebruikelijk, dat de fungerend voorzitter van de Raad aan het eind van zijn termijn van zes maanden over de werkzaamheden van het afgelopen jaar een verklaring in het EP aflegt. Door de Ierse voorzitter zal dat in de juni-vergadering van het EP worden gedaan. In de vergadering van mei verscheen de Ierse premier Haughey echter reeds in het Parlement voor een tussentijds verslag. Aanleiding hiertoe was de speciale topontmoeting over de Duitse éénwording die op 28 april in Dublin had plaatsgevonden. Gegeven dit onderwerp was ook de Duitse bondskanselier Kohl aanwezig. Beide regeringsleiders legden een verklaring af. De premier van de DDR, De Maizière, volgde het debat van de publieke tribune. Later zou hij in één van de grote vergaderzalen zijn visie op de Duitse eenwording geven. Hierbij konden de parlementsleden vragen stellen.

Zoals bekend is op de top van Dublin behalve over de Duitse éénwording, die zonder slag of stoot werd geaccepteerd, ook gesproken over het totstandbrengen van een Europese Politieke Unie (EPU). Een gedachte die door president Mitterand en bondskanselier Kohl was gelanceerd, met het voorstel deze hefst per 1 januari 1993 te realiseren. Dus gelijktijdig met de invoering van de Economische en Monetaire Unie (EMU).

Premier Haughey stelde vast dat het principebesluit om tot een PoHtieke Unie te komen wellicht als belangrijkste besHssing van deze Top de geschiedenis in zal gaan. Ook benadrukte hij, evenals de heer Kohl, dat de huidige ontwikkehngen in Oost-Europa een versnelling van de Europese integratie noodzakelijk maken. In het debat dat hierop volgde werd door een groot aantal parlementsleden van de gelegenheid gebruik gemaakt te pleiten voor uitbreiding van de bevoegdheden van het EP. De heer Van der Waal ging in op de gedachte die ten grondslag ligt aan de versnelling van de integratie richting een Europese PoUtieke Unie. Het is vooral de negatieve overweging om de hegemonie van een Verenigd Duitsland binnen Europa tegen te gaan en niet de positieve gedachte om een gemeenschappelijk doel na te streven die de basis vormt van de versnelde integratie. „Een nogal dubieuze basis, " aldus Van der Waal. Tegenover de plannen van een EPU met een gemeenschappelijke buitenlandse politiek stelde hij vast dat de Europese Politieke Samenwerking (EPS) zijn waarde heeft bewezen. Maar deze samenwerking, die buiten het Verdrag plaatsvindt, biedt ruimte voor een zelfstandig buitenlands pohtiek beleid van de afzonderlijke Udstaten en „dit is een vitaal kenmerk van een souvereine staat." In een EPU zou de buitenlandse politiek onder de EG-regels gaan vallen. Bovendien is een gemeenschappelijk buitenlands beleid zonder gezamenlijk veiligheidsbeleid mogelijk denkbaar. Bij zo'n veihgheidsbeleid op Europees niveau doen zich overigens ook de nodige problemen voor. We moeten dan denken aan de neutrale positie van Ierland en de onduidelijke mihtaire status van Duitsland na de éénwording.

Als voorbereiding op de Intergouvernementele Conferentie die voor december van dit jaar gepland staat, heeft het EP tussentijds zijn visie willen geven op de EMU door middel van een interimverslag over dit onderwerp. In dit verslag wordt een lans gebroken voor een zo spoedig mogelijke invoer van een stelsel van centrale banken en een gemeenschappelijke munt. Ook wordt reeds redelijk specifiek omschreven hoe het stelsel van centrale banken eruit moet gaan zien en welke verantwoordelijkheden dit moet gaan krijgen.

In het debat over dit verslag wees de rapporteur (de Belgische christen-democraat Herman) op de grote voordelen van een EMU met een gemeenschappelijke munt: geen fluctuatie van koersen meer, geen transactiekosten, einde van de speculatie, goedkoper boekhouden, enz. enz. De socialisten stelden zich op deze punten achter de rapporteur, maar willen een Centrale Bank die niet alleen voor prijsstabiliteit zorgt, maar mede gericht is op het ondersteunen van „, bredere sociaaleconomische doelstellingen". Door middel van een aantal amendementen werd het rapport in deze zin bijgesteld zodat het met een grote meerderheid werd aangenomen.

Van der Waal wees in dit verband vooral op de enorme verschillen in monetair beleid die er op het moment nog zijn tussen de noordelijke en de zuidelijke lidstaten: In veel landen bestaat er op dit moment geen onafhankelijke bank, die gericht is op prijsstabiliteit. „Is het dan te verwachten dat deze lidstaten zich op korte termijn naar het beleid van een Europese centrale bank zullen schikken, die juist als prioritaire doelstelling een beleid van stabiele prijzen moet voeren. Deze vraag klemt des te meer nu zowel in dit rapport als door de commissie wordt afgezien van het stellen van bindende regels voor de omvang van de begrotingstekorten in de lidstaten."

Het is de bedoeling dat in oktober met een uitgebreider verslag de definitieve visie van het EP op de EMU wordt vastgelegd.

Tijdens deze zitting van het EP moest ook het vierde Lomé-Verdrag door het Parlement behandeld worden. In deze overeenkomst zijn de ontwikkelingshulp en de handelsrelaties van de EG met 66 ontwikkelingslanden geregeld. Het betreft hier landen uit Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de zg. ACS-landen). Het eerste Verdrag van Lomé dateert van 1975. Het thans voorliggende zal dit jaar ingaan en betreft de komende vijf jaar.

In het debat waren nogal wat kritische stemmen te horen. In het algemeen achtte men de voorwaarde van het nieuwe verdrag maar een matige verbetering ten opzichte van het daaraan voorafgaande. Van der Waal achtte het van belang, nu we op de drempel staan naar een nieuwe periode, eens na te gaan wat de vele jaren Lomé die achter ons liggen in de ACS-landen aan reële verbetering hebben gebracht. Voor wat de Afrikaanse landen betreft is er sprake van achteruitgang. Hij bekritiseerde het protectionistisch karakter van Lomé-IV. Uitgebreidere handelspreferenties zijn veel effectiever dan hulpverlening. Bovendien moet er harder gewerkt worden aan het stimuleren van investeringen in arme landen.

Het parlement stemde tenslotte met (weinig enthousiasme) het verdrag in.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1990

De Banier | 20 Pagina's

Uit het Europees Parlement

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1990

De Banier | 20 Pagina's