Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veni, Sancte Spiritus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veni, Sancte Spiritus

'Veni Creator Spiritus’ een kernlied bij de viering van Pinksteren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de afbeelding hieronder ziet u vier geschilderde schijnribben in de koortravee van de uit de dertiende eeuw daterende hervormde kerk van Norg. Ze komen samen in een geschilderd rozet rond de sluitring. Daarnaast zijn er vier rondstaafribben, die elkaar bij de sluitring ontmoeten. Binnen die sluitring is een duif geschilderd met daaromheen als randschrift: ‘VENI SANCTE SPIRITUS DIVI DON[I ORIGO].’ Dat betekent: ‘Kom, Heilige Geest, oorsprong van de goddelijke gave.’

De verbinding tussen de duif en de Heilige Geest gaat terug op het verhaal over Jezus’ doop in de Jordaan (Mattheüs 3: 16, Marcus 1: 10, Lucas 3: 22 en Johannes 1: 32). Mattheüs 3: 16 luidt: ‘Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen.’ In dit verband wil ik wijzen op een lied waarin om de komst van de Heilige Geest gebeden wordt: ‘Veni Creator Spiritus’. De uitdrukking ‘Schepper Geest’ komt al bij de bisschop en dichter Aurelius Ambrosius (ca. 340-397) voor, maar hij geldt niet als degene die het lied geschreven heeft. Het wordt meestal toegeschreven aan de geleerde en kerkvorst Rabanus Maurus (ca. 776-856). De eerste handschriften dateren evenwel pas uit de tiende eeuw. Aanvankelijk was ‘Veni Creator Spiritus’ een kernlied bij de viering van Pinksteren. Later, sinds de elfde eeuw, werd en wordt het ook bij de ordinatie (= wijding) van priesters en bisschoppen gezongen.

Maarten Luther
Maarten Luther (1483-1546) koos met het oog op de ordinatie voor een ander Pinksterlied uit de kerkelijke liturgie van de middeleeuwen: ‘Veni, Sancte Spiritus’. Het probleem van het auteurschap van die pennenvrucht (oorspronkelijk een antifoon, een vers in een beurtzang) is nooit bevredigend opgelost. De voornaamste kandidaten zijn paus Innocentius III (1198-1216) en Stephen Langton (ca. 1165-1228), aartsbisschop van Canterbury. Luther, die het lied een plaats tussen de preek en de ondervraging - waarmee de ordinantie begon - gaf, hechtte grote waarde aan het lied. Ten aanzien van de oorspronkelijke versie merkt hij ergens op, dat de Heilige Geest zelf tekst en melodie gedicteerd moet hebben. Dat weerhield hem er niet van, er vrij mee om te gaan. Hij voegde twee strofen aan de bestaande ene strofe toe. Waar het hem in hoofdzaak op aankwam, heeft hij daarin verwoord, aldus A.C. den Besten: ‘Zonder Gods Woord kan de Heilige Geest om zo te zeggen niets uitrichten, maar anderzijds is de Geest pas in staat, het Woord te maken tot een licht op ons pad.’

J.W. Schulte Nordholt bood een vertaling van ‘Veni Creator Spiritus’ in Gezang 237 in het Liedboek voor de kerken, in Gezang 238 gaf hij een vertaling van ‘Veni, Sancte Spiritus’. Gezang 239 is een andere versie van de eerstgenoemde hymne: een letterlijker weergave, niet naar het Latijn maar naar Luthers verduitsing. Gezang 240 is een vertaling van Luthers versie van ‘Veni, Sancte Spiritus’.

J. Kronenburg
Gezang 237 heeft een plaats gekregen in de orden voor de bevestiging van ambtsdragers in Dienstboek – Een proeve, deel II van de Protestantse Kerk in Nederland. J. Kronenburg pleit ervoor om het zo dicht mogelijk bij het ordinantiegebed en de handoplegging te zingen, ‘omdat daarmee krachtig uitdrukking wordt gegeven aan het samengaan van het gebed van de gemeente en het ambtelijk gebed van de ordinator (= degene die wijdt, bevestigt): ambtsdragers en gemeente bidden gezamenlijk de epiclese (= aanroeping van de Heilige Geest, JDThW) “Kom, Schepper, Geest, daal tot ons neer.” Kronenburg vervolgt: ‘Een duidelijker onderstreping van de epiclese als gebed van heel de gemeente is nauwelijks denkbaar. (…) Het gebed van de gemeente op deze plaats in het ordinatieproces is van fundamentele betekenis.’ ‘Zo ergens, dan blijkt hier dat de kerk niet in staat is zichzelf te continueren, maar dat zij voor de voortgang van de Traditie afhankelijk is van God, die de eeuwen door zijn volk heeft geleid en die beloofd heeft ook nu zijn Geest te zenden, opdat mensen worden toegerust en bemoedigd om zijn werk voort te zetten.’ ‘Anders gezegd: in haar gebeden spreekt de gemeente uit, dat niet de bisschop (of andere voorganger, JDThW), noch zij zelf, maar God de eigenlijke Ordinator is.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

Protestants Nederland | 48 Pagina's

Veni, Sancte Spiritus

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

Protestants Nederland | 48 Pagina's