Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Protocollen van de Wijzen van Zion -2-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Protocollen van de Wijzen van Zion -2-

'De zeven levens van een antisemitisch geschrift'

41 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

In een vorig artikel1) is het boek De Protocollen van de Wijzen van Zion aan de orde geweest. Dit geschrift, dat niet meer dan een vervalsing van de Russische geheime dienst bleek te zijn, maar steeds weer als een serieuze historische bron in de geschiedenis naar voren wordt gebracht om de Joden zwart te maken, is wel de "Bijbel van het antisemitisme"2) genoemd. Het heeft als aanjager en rechtvaardigingspoging van Jodenhaat in Europa een desastreuze rol gespeeld, terwijl de geschiedenis zich op dit moment in het Midden-Oosten weer herhaalt ten opzichte van het land Israël. Hier wordt weer bewaarheid dat er niets nieuws is onder de zon (Prediker 1:9) en dat de mens maar niets van de geschiedenis wil leren. Het werk 'geniet' echter onder ons weinig bekendheid, en dat was onder andere een reden om er in dit blad aandacht aan te schenken. De auteur, prof. dr. K.A.D. Smelik, heeft ons een goede dienst bewezen om een studie naar de ontstaansgeschiedenis en de steeds veranderende politieke rol van dit werk te doen. Zijn lezenswaardige boek De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion. De paradoxale geschiedenis van het belangrijkste antisemitische geschrift3), dat hier wordt samengevat, doet verslag van deze studie. Terecht heet het daarbij in de titel De zeven levens. Evenals men wel van een kat met zeven levens spreekt om daarmee de veerkracht van dit beest aan te geven, zo duikt deze vervalsing merkwaardig genoeg steeds weer in de geschiedenis op om het antisemitisme te rechtvaardigen en te bevorderen. De zeven levens zijn dus zeven perioden waarin dit geschrift soms een ongekend grote invloed heeft uitgeoefend.

Bedoeling en opzet

Het is de bedoeling om in twee artikelen het een en ander uit dit interessante boek van Smelik de lezers onder ogen te brengen. Vooraf wordt er nogmaals op gewezen dat vooral ten aanzien van de ontstaansgeschiedenis de keuzes van Smelik gevolgd worden, keuzes die hij overigens in een apart hoofdstuk verantwoordt4).

In het eerste artikel zijn eerst de begrippen antisemitisme, anti-judaïsme en (anti)zionisme toegelicht. Antisemitisme is Jodenhaat of een afkeer van de Joden vanwege hun Joodzijn, anti-judaïsme is een denkwijze die de Joodse godsdienst afwijst, zionisme is het streven van de Joden naar een eigen Joods thuisland en antizionisme het verzet tegen dit streven. Het eerste begrip moet zonder meer op Bijbelse gronden worden afgewezen. Vervolgens is als eerste periode de ontstaansgeschiedenis van dit geschrift beschreven en op de rol in het Rusland van vóór de Oktoberrevolutie van 1917 als tweede periode ingegaan. Duidelijk werd dat het om een vervalsing ging die - door een in Parijs woonachtige Russische publicist en ervaringsdeskundige op het gebied van de vervaardiging van vervalsingen Matvej Vasiljevitsj Golovinski (1865-1920) - uit drie hoofdbronnen was samengesteld. Deze drie bronnen waren allereerst een onbekende tekst van een generaal Orzjevski, het werk van Maurice Joly (1829-1878) met de titel Dialoog uit de hel tussen Machiavelli en Montesquieu (1864) en een hoofdstuk, getiteld 'Auf dem Judenkirchhof in Prag', uit de avonturenroman Biarritz (1868) van een Duitse veelschrijver Hermann Goedsche (1815-1878). Deze had zijn roman onder de Engelse schuilnaam Sir John Retcliffe geschreven, waarin hij in het vijfde hoofdstuk van het eerste deel op een oude begraafplaats in Praag dertien Joden liet samenkomen om hun vorderingen en verdere werkwijze ten aanzien van de overname van de wereldheerschappij te bespreken. Van de generaal gebruikte Golovinski het hoofdidee om samenzwerende Joden en vrijmetselaars zelf een document te laten schrijven waarin het plan van een wereldwijd complot beschreven wordt, en van Maurice Joly nam hij naar schatting een kleine helft aan tekst over. In navolging van Goedsche maakte hij er echter een wereldcomplot van Joden van, terwijl bij Joly de Joden geen rol speelden.

In opdracht van de Russische geheime dienst, de Ochrana, was hij aan de slag gegaan en dit resulteerde rond 1900 in zijn werk De Protocollen van de Wijzen van Zion. Waarschijnlijk in Parijs ontstaan werd het vervolgens naar Rusland overgebracht om de Russische tsaar Nicolaas II (1868-1918) te overtuigen dat achter de economische hervormingen, die vooruitstrevende krachten tijdens zijn bewind wilden doorzetten, een samenzwering van vrijmetselaars en Joden zou zitten. Het was de bedoeling dat de besluiteloze tsaar op zou treden tegen vrijmetselaars, Joden en hervormingsgezinden als een gevaar voor zijn regering. Dit plan mislukte echter jammerlijk door een rapport dat onmiskenbaar aantoonde dat het geschrift een vervalsing van de Russische geheime dienst in Parijs was, waarop de tsaar het geschrift in beslag liet nemen. Daarmee eindigde het tweede leven van dit geschrift. In dit artikel willen we de overige perioden samenvatten, waarbij het accent vooral gelegd zal worden op de periode van Hitlers Derde Rijk en de actuele situatie in het Midden-Oosten.

Het derde leven: na de Russische Revolutie (1917)

Het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 - een oorlog waarin 20 miljoen soldaten en burgers het leven verloren - betekende het einde van drie keizerrijken, namelijk het Duitse, het Oostenrijk-Hongaarse en het Russische. Behalve Elzas-Lotharingen had Duitsland geen grondgebied verloren. Het was daarmee dus niet door de Geallieerden overwonnen. Toch tekende Duitsland tamelijk onverwachts de vrede. Ter verklaring van dit feit kwam de dolkstootlegende naar voren. Behalve socialisten en communisten werden de Joden als de schuldigen aangewezen. Zij zouden als met een dolkstoot in de rug het vaderland verraden hebben. De werkelijkheid was dat vele Joden hun leven voor het vaderland in de waagschaal gesteld hadden. Twaalfduizend Duitse Joden lieten het leven op het veld van eer. De Joodse minister Walther Rathenau (1867-1922) zette zich na de oorlog geheel in voor zijn vaderland Duitsland als minister van Wederopbouw en Buitenlandse Zaken, maar hij werd 'als dank' door twee rechtse extremisten als landverrader - zogenaamd in het kader van een wereldwijd complot tegen Duitsland - in Berlijn vermoord.

Ook in Rusland werden de Joden tot zondebok gemaakt. In maart 1917 leidden opstanden en stakingen tot de verbreking van de macht van de tsaar. Duitsland liet als politieke zet Lenin uit zijn verbanningsoord in Zwitserland door Duitsland naar Rusland terugkeren. De volgelingen van Lenin, de bolsjewisten, begonnen de Oktoberrevolutie en namen de macht in handen in Petrograd en Moskou. De volgelingen van de tsaar, de Witten, stonden nu tegenover de Roden (bolsjewisten). De Geallieerden hielpen de Witten, maar deze konden de Roden niet meer uit Moskou verdrijven. De Joden werden vervolgens tot zondebok gekozen. De Witten stelden ten onrechte dat de Revolutie het werk van de Joden was. Echter alleen de leider Leon Troski was een Jood, voor Lenin en zijn wrede opvolger Stalin gold dit niet. Ten bewijze dat de Revolutie het werk van een Joods wereldcomplot was, konden de Protocollen goed werk doen. In 1918 verscheen een afzonderlijke uitgave volgens de standaardtekst van Niloes op naam van luitenant-kolonel Rodionov. Verkorte versies verschenen in brochurevorm en werden massaal onder de soldaten van het Witte leger verspreid. Dit wakkerde de Jodenhaat op een ongekende wijze aan. Verschrikkelijke pogroms in de Oekraïne en in Zuid-Rusland vonden plaats. De schattingen van het aantal Joodse slachtoffers tijdens de Russische burgeroorlog van 1917-1923 lopen sterk uiteen, maar bewegen zich tussen de 70.000 en 250.000. Hier werd het effect van 'De Protocollen' voor het eerst desastreus zichtbaar. Wat tsaar Nicolaas, hoewel hij ook geen vriend van de Joden was, na zijn ontdekking dat 'De Protocollen' een vervalsing waren, nog had voorkomen, vond nu ongebreideld plaats.

Langzamerhand trokken de Geallieerden zich terug en kregen de Roden steeds meer de overhand. Deze overmacht ontaardde hoe langer hoe meer in terreur, zodat vele Russen via Constantinopel hun heil zochten in West-Europa en Amerika. Deze politieke vluchtelingen hadden in hun bagage 'De Protocollen', die op deze wijze wereldwijd verspreid werden. Tevens vonden zij hierin 'hun troost'. Immers zij waren het slachtoffer van een wereldwijde Joodse samenzwering geworden. En wat hun ten deel was gevallen, zou spoedig het deel van de hele wereld zijn. Onder de Russische ballingen bevond zich ook de Baltische Duitser Alfred Rosenberg (1893-1946), die zich in 1919 in München vestigde en daar zijn antisemitische ideeën op papier zette. De Eerste Wereldoorlog was door de vrijmetselaars veroorzaakt en de Russische Revolutie door de Joden. Er was een gezamenlijk complot gesmeed om de wereld op zijn kop te zetten. Het bewijs waren 'De Protocollen', waarvan al in januari 1920 de eerste vertalingen in het Duits en Engels verschenen. Het hoeft niet te verbazen dat Alfred Rosenberg de 'grote' partijideoloog van Hitler werd.

Het vierde leven: in het Westen

De tijd na de Eerste Wereldoorlog was in vele landen van Europa zeer verward; zo probeerde in ons land de revolutionaire socialist Pieter Jelle Troelstra tevergeefs de macht in handen te nemen. 'De Protocollen' gaven voor die verwarring een goede verklaring, zodat vele vertalingen verschenen. Het vierde leven was aangebroken. Zoals al aangehaald verscheen er in Duitsland in 1920 een vertaling. Deze was van de hand van Gottfried zur Beek, pseudoniem van Ludwig Muller, en werd met vijf drukken (120.000 exemplaren) een groot succes. Toen de nazi's in 1933 aan de macht kwamen, verschenen er daarna nog eens 17 drukken.

Ook in Engeland verscheen in het jaar 1920 een vertaling van George Shanks, die veel stof deed opwaaien. De bekende Winston Churchill gaf als zijn mening te kennen dat hij inderdaad aan een wereldcomplot van 'internationale Joden' geloofde die naar de wereldmacht streefden. Deze internationale Joden stonden tegenover de zionisten, met wie hij wel sympathiseerde. Het antisemitische genootschap 'The Britons' liet bovendien in 1921 een nieuwe vertaling van Victor Marsden (1866-1920) verschijnen, die de bekendste uitgave in Engeland werd. Marsden, die correspondent van het dagblad The Morning Post in Rusland was geweest, heeft de oorspronkelijke tekst gesystematiseerd en voor een 'dramatische' vertaling gezorgd. Deze vertaling met de titel The Protocols of the Elders of Zion werd over de hele wereld verspreid en werd de grondslag voor vertalingen in vele andere talen.

In Amerika verschenen eveneens in 1920 twee verschillende vertalingen, van Boris Brasol (1885-1963) en Harris Ayers Houghton. Zij kregen niet veel belangstelling, totdat de bekende autofabrikant Henry Ford (1863-1947) zich ermee bemoeide. Deze liet in zijn eigen krant The Dearborn Independent de hoofdredacteur een aantal artikelen over 'De Protocollen' schrijven, waarbij zij uitgingen van de echtheid van het geschrift en van een Joods complot om de wereldeconomie in handen te krijgen. Korte tijd later verschenen de artikelen in een boek The International Jew: The World's Foremost Problem (De internationale Jood: het voornaamste probleem van de wereld), dat een geweldige invloed in Amerika heeft gehad. Hitler heeft zich door de ideeën van Ford vooral ten aanzien van de manier van massaproductie (Volkswagen) laten inspireren. Ford kreeg als dank in 1937 van Hitler de hoogste onderscheiding voor buitenlanders, het Großkreuz des Deutschen Adlerordens. Nadat hij echter ingezien had dat het om een falsificatie ging, stopte hij de uitgave van 'De Protocollen' en bood hij zijn excuses aan voor het antisemitisme. Buitenlandse uitgevers lieten zich hieraan echter weinig gelegen liggen en gingen met hun uitgaven gewoon door.

Behalve vertalingen in het Duits en Engels verschenen er ook twee in het Frans; verder ook in het Deens, Pools en Hongaars en in 1921 in het Italiaans en Servisch. En nog later in vele andere talen tot aan het Jiddisch toe. Zo vond de verspreiding over geheel Europa in korte tijd plaats.

De ontmaskering

Na de publicatie van de vertaling van 'De Protocollen' in Engeland kwam de Joodse pers daar in actie, die op grond van het niet-joodse karakter van een vervalsing sprak. Harde bewijzen bleven echter uit en de twijfel bleef. Eind 1920 werd zelfs door een bekend Engels weekblad gevraagd om een Koninklijke onderzoekscommissie, die er echter niet kwam. De Joodse journalist Lucien Wolf (1857-1930) ergerde zich aan de praatjes dat de Oktoberrevolutie een Joodse aangelegenheid was geweest, dat achter vele omwentelingen Joden zaten en dat in 'De Protocollen' het bewijs geleverd werd van het Joodse complot om de wereldheerschappij te verkrijgen. In zijn boek The Jewish Bogey and the Forged Protocols of the Learned Elders of Zion (Het Joodse spook en de vervalste protocollen van de Wijzen van Zion) uit 1920 ging hij hiertegen in. Wat 'De Protocollen' betreft wees hij op zijn ontdekking dat deze grote overeenkomst vertoonden met het hoofdstuk over de Joodse begraafplaats in Praag in de roman Biarritz van Hermann Goedsche. Deze belangrijke ontdekking leidde echter niet tot de definitieve ontmaskering omdat Wolf zelf een Jood was. Dit vond merkwaardig genoeg plaats door een arme, de Joden niet goedgezinde Russische balling uit Constantinopel, Mikhail Raslovlev. Deze schreef uit financiële overwegingen ter verwerkelijking van zijn Russisch monarchistische doelstellingen aan de Engelse correspondent van The Times in Constantinopel, Philip Graves, een brief waarin hij beweerde het uiteindelijke bewijs te hebben dat 'De Protocollen' het gestolen goed van een eerder verschenen Frans boek waren. Sommige gedeelten zouden zelfs letterlijk overgeschreven zijn. Er volgde een samenkomst en in een volgende brief (13 juli 1921) stelde hij dat de schrijver van 'De Protocollen' zich gebaseerd had op een aantal dialogen tussen Machiavelli en Montesquieu uit een geschrift waarvan hij de titel noch de schrijver kende. Terwijl men in Engeland ontdekte dat het om Maurice Joly en zijn Dialogue ging, schreef Graves drie artikelen voor The Times, zodat een en ander wereldkundig werd. Toch betekende deze ontmaskering niet het einde van alle vertalingen en uitgaven van 'De Protocollen'. Integendeel! Professor Smelik merkt fijntjes op "er bleven nieuwe vertalingen en edities" verschijnen "- tot op de dag van vandaag."5).

Een Belgische hoogleraar, Pierre Charles (1883-1954), kwam tot dezelfde ontdekking. Na een nauwgezette vergelijking van 'De Protocollen' met het Franse geschrift van Joly bevestigde hij niet alleen de mening van Graves ten aanzien van plagiaat, maar hij wees ook aangaande Golovinski's eigen economische beschrijving na de machtsovername door de Wijzen op de vele fouten en onmogelijkheden daarin. Op het verwijt dat hij zonder eigen studie Graves had overgeschreven, publiceerde hij in 1922 als bewijs van het tegendeel een artikel waarin hij in twee parallelle kolommen het plagiaat ondubbelzinnig aantoonde. Daarbij maakte hij ook de volgende opmerking:

"Dat een plagiaat, zo grotesk, zo barok, zo belachelijk als de Protocollen, dit haastig vervaardigd, gemene en onzinnige werk van een vulgaire agent van de Ochrana in de ogen van ernstige en geletterde westerlingen voor een samenzwering van Wijzen kan doorgaan, een geniaal satanisch plan om de maatschappij te vernietigen! (…) Het is om somber van te worden"6).

In 1938, nadat Hitler de macht in Duitsland al vijf jaar in handen had, moest deze professor constateren dat het geschrift nog steeds als echt werd beschouwd, wat hem tot de uitsprak bracht: "De antisemitische haat is beslist blind en verstaat het om de harten te verharden ..."7). Als bewijsmateriaal waren 'De Protocollen' ondertussen in het Derde Rijk erkend en verplicht lesmateriaal voor kinderen in Duitsland en Oostenrijk, waar de Hitlerjeugd opgevoed werd met leuzen als "Die Juden sind unser Unglück"8). Vele radicale mohammedanen geven er aan de dag van vandaag blijk van, veel hiervan geleerd te hebben.

Het vijfde leven: in het Derde Rijk

Hitlers partijideoloog Alfred Rosenberg had in 1923 een uitvoerig commentaar op 'De Protocollen' uitgegeven. Hij gaf de Joden (en de vrijmetselaars) niet alleen de schuld van de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie, maar hij had daarbij ook de opvatting ontwikkeld dat het ten diepste niet om de tegenstelling kapitalisme tegenover communisme ging, maar om een tangbeweging van internationale Joden die na de machtsovername van de communisten (bolsjewisten) zelf de macht in handen zouden nemen. De bolsjewisten zouden slechts een instrument zijn en door de Joden als wegbereiders voor een Joodse wereldheerschappij gebruikt worden. Wie wel eens voor studie (in) het boek van Hitler Mein Kampf (1925/26) gelezen heeft, kan weten dat vele gedachten van Alfred Rosenberg en 'De Protocollen' daarin te vinden zijn. De invloed van 'De Protocollen' via Alfred Rosenberg op Hitler en het Derde Rijk is zonder meer groot geweest.

Voordat we uit dit beruchte boek enkele veelzeggende voorbeelden van deze fatale invloed als bewijs aanhalen, geven we eerst een korte samenvatting van de hoofdgedachten van het elfde hoofdstuk van het eerste deel, dat als titel 'Volk und Rasse' heeft en dat Hitler in de gevangenis in 1924 na het mislukken van zijn greep naar de macht in München heeft geschreven. Hieruit blijkt niet alleen het grove antisemitisme, maar ook de invloed van Rosenberg en de 'De Protocollen'.

Het hoofdstuk begint met de stelling onder een vaag en in wezen ongemotiveerd en volkomen absurd beroep op de geschiedenis dat het Arische ras - het ideaal was de blonde, blauwogige Germaan - van hoge kwaliteit is en dat dit ras de eigenlijke schepper en echte drager van de cultuur is. Dit ras moet daarom zuiver gehouden worden, aangezien vermenging van dit hoogwaardige ras (rassenschending) het begin van alle verval is. De grootste tegenstelling tot de ariër en daarmee het grootste gevaar voor het Arische ras is de Jood. Het Joodse ras dringt altijd als een parasiet in het bestaan van andere volken en culturen binnen om daar ten koste van de ander te leven. Het is daarom een antiras en het moet een eigen cultuur ontzegd worden. Het is de grote fout van het verleden geweest om het Joodse volk als een religieuze gemeenschap te beschouwen. Het is echter een (anti)ras met specifieke uiterlijke kenmerken. Het leidt een bestaan van leugens en kwaadsprekerij en streeft door middel van de pers en economie en het verkrijgen van burgerlijke rechten (integratie) naar de bevordering van de vrijmetselarij, religieuze tolerantie, humanisme, pacifisme en socialisme (bolsjewisme) om zo de verwoesting van een sterke staat te bewerkstelligen en daarna de macht zelf in handen te nemen. Het is ongekend welke scheldwoorden Hitler overigens gebruikt; Joden zijn 'handelaren' met een 'bloedzuigende tirannie', 'een horde ratten' en de Jood is 'de eeuwige bloedegel'.

Citaten uit 'Mein Kampf'

Het volgende citaat maakt het einddoel van de Joden met hun integratie en streven naar invloed via geld en macht in Hitlers visie duidelijk en ligt geheel en al in het verlengde van 'De Protocollen', namelijk de wereldheerschappij bemachtigen:

"... ; want hoe hoger hij [de Jood; PHoptH] klimt des te aantrekkelijker komt uit de sluier van het verleden zijn oude hem eens beloofde doel te voorschijn en met koortsachtige begeerte zien zijn knapste koppen de droom van de wereldheerschappij al weer tastbaar dichtbij komen. Zo is zijn enig streven erop gericht om zich in het volle bezit van de staatsburgerlijke rechten te stellen"9).

De middelen om die wereldheerschappij op zowel politiek als economisch terrein te verkrijgen zou de Jood zoeken via de politiek en de vereniging van de arbeiders, namelijk de vakbond. Deze twee vormden in de grond van de zaak in deze strijd één geheel.

"In overeenstemming met de uiteindelijke doelstellingen van de Joodse strijd, die zich niet tot de economische verovering van de wereld beperken, maar ook de politieke onderwerping ervan eisen, deelt de Jood de organisatie van zijn marxistische wereldleer in twee helften die, schijnbaar van elkaar gescheiden, in waarheid echter een niet te scheiden geheel vormen: in de politieke en vakbondsbeweging"10).

Een zeer duidelijke overeenkomst met Protocol 1 is bijvoorbeeld ook het element dat de Jood ter verkrijging van invloed vrouwen aan invloedrijke Christenen uithuwelijkt11). Daarbij gaat het volgens Hitler altijd om Jodinnen die Christenen trouwen en niet om Joodse mannen, om zo het ras zuiver te houden. "Wel koppelt hij zijn vrouwen soms aan invloedrijke Christenen, maar hij houdt zijn mannelijke stam uit principe altijd zuiver. Hij vergiftigt het bloed van de anderen, maar beschermt dat van zichzelf"12).

Om kort te gaan, de Jood is de wortel van alle kwaad. Dit geldt in economisch, politiek en cultureel opzicht. "Economisch brengt hij de staten zo lang aan het wankelen totdat de onrendabel geworden sociale bedrijven aan de staat onttrokken en onder zijn financiële controle geplaatst worden. Politiek ontzegt hij de staat de middelen tot eigen behoud, verwoest de fundamenten van elke nationale zelfhandhaving en verdediging, vernietigt het geloof in de leiding, verguist de geschiedenis en het verleden en sleurt al het waarlijk grote in de goot. Cultureel verpest hij kunst, literatuur, toneel, bederft het natuurlijk gevoelen, werpt alle begrippen van schoonheid en verhevenheid, van edel en goed omver, en brengt in plaats daarvan de mensen onder de invloed van zijn eigen minderwaardige aard"13).

Ook de nederlaag van de Eerste Wereldoorlog is volgens Hitler voor het grootste deel de schuld van de Joden. "Het niet willen inzien van het rassenprobleem en vooral het Joodse gevaar" zijn de eigenlijke oorzaken. Niet de nederlagen op het slachtveld brachten Duitsland ten val, maar de "macht die deze nederlagen voorbereidde, doordat deze gedurende vele decennia weloverwogen ons volk van de politieke en morele instincten en krachten beroofde die alleen volkeren tot een bestaan in staat stellen en daarmee ook het recht geven"14).

'De Protocollen' en het zionisme in 'Mein Kampf'

Het moge duidelijk zijn dat Hitlers boek geheel ademt in de sfeer van de antisemitische 'Protocollen'; hij heeft ze goed gelezen. Hij haalt ze ook als bewijs voor de juistheid van zijn opvattingen aan:

"Hoezeer het gehele bestaan van dit volk op een voortdurende leugen berust, wordt op een onvergelijkbare manier in de door de Joden zo eindeloos gehate 'Protocollen van de Wijzen van Zion' getoond. Zij zouden op een vervalsing berusten, klaagt steeds weer de 'Frankfurter Zeitung' tegenover de wereld; het beste bewijs dat ze echt zijn. Wat vele Joden onbewust graag willen doen, is hier bewust uitgelegd. Daar komt het natuurlijk wel op aan. Het is geheel om het even uit welk Jodenhoofd deze onthullingen komen, beslissend is echter dat ze met een welhaast huiveringwekkende juistheid het wezen en de activiteiten van het Joodse volk onthullen en deze zowel in hun onderlinge verband als in de uiteindelijke doelstellingen uiteenzetten. De beste kritiek levert echter de werkelijkheid. Wie de historische werkelijkheid van de laatste honderd jaar vanuit de gezichtspunten van dit boek nagaat, zal ook direct begrijpen waarom de Joodse pers zich zo druk maakt. Want wanneer dit boek eenmaal gemeengoed van een volk zal zijn geworden, dan pas kan het Joodse gevaar ook al als bezworen beschouwd worden"15).

Professor Smelik wijst erop dat de veronderstelling van Hitler dat de Joden de aandacht van 'De Protocollen' willen afleiden om hun complot te doen slagen, nog niet zo lang geleden in een Arabische soapserie tot een verhaal is gemaakt. Ook het argument dat de werkelijkheid de echtheid van 'De Protocollen' zou bewijzen, wordt in de Arabische wereld vaak gehoord. Dit is hier echter een drogreden, omdat 'De Protocollen' zó vaag en algemeen zijn dat aan dit argument van de werkelijkheid elke geldigheidskracht ontbreekt.

Hitler kende ook de Joden die een eigen staat wilden stichten, het zionisme. Maar dit was volgens hem enkel bedrog, want het gaat zionisten en niet-zionisten niet om een kleine staat, maar om de wereldheerschappij. Woorden overigens die nu uit de mond van Hamas-terroristen zijn te beluisteren. Hitler schreef:

"Een deel van zijn ras [van de Jood; PHoptH] komt er al heel openlijk voor uit dat zij een vreemd volk zijn, niet zonder daarbij ook weer te liegen. Want terwijl het zionisme de andere wereld probeert wijs te maken dat het nationale zelfbewustzijn van de Jood in de stichting van een Palestijnse staat zijn bevrediging zou vinden, bedriegen de Joden weer de domme gojim op zeer gewiekste wijze. Zij denken er helemaal niet aan om in Palestina een Joodse staat op te bouwen, om daar bijvoorbeeld te wonen, maar zij wensen alleen maar een organisatiecentrum van hun internationale wereldoplichterij dat over eigen soevereine rechten beschikt en aan de greep van andere staten is onttrokken - een toevluchtsoord van veroordeelde schoften en een hogeschool van aankomende oplichters"16).

Toen Hitler dit schreef, zegt professor Smelik, bestond de stad Tel Aviv al vijftien jaar, de eerste kibboets al veertien jaar en werd in 1925 te Jeruzalem de Hebreeuwse Universiteit geopend. Maar in de visie van Hitler en Rosenberg waren Joden vanwege hun minderwaardigheid helemaal niet in staat tot het vestigen van een eigen staat en cultuur. De werkelijkheid liet dus in Hitlers tijd al wat anders zien. Maar dat maakte de nazi's niet uit, want alle Joden, zionisten en niet-zionisten tot de meest geïntegreerde Joodse Duitsers toe, moesten in het systeem van een minderwaardig, parasitair antiras ingepast worden.

Antisemitische Nazipropaganda in Duitsland en het buitenland

Na de machtsovername van Hitler in 1933 werden 'De Protocollen' massaal vermenigvuldigd en het lezen ervan een verplichte zaak op de scholen in Duitsland. Antisemitisme behoorde tot de staatsopvoeding. Zelfs werd het als exportartikel gebruikt. Een vereniging met de naam Weltdienst met aan het hoofd de felle antisemiet Ulrich Fleischhauer (1876-1960) probeerde over de hele wereld de Joden te bestrijden met hun blad dat dezelfde naam Weltdienst droeg. Bovendien zag zij ook een taak in het grootscheeps verbreiden van 'De Protocollen'.

In Italië werd vanaf 1938 het fascisme van Mussolini onder invloed van het Oostenrijkse nationaalsocialisme antisemitisch, terwijl voor die tijd Joden lid van het Italiaanse fascisme waren zoals in Nederland van de NSB.

De Suid-Afrikaans e Nie-Joodse Nasionaal-Sosialistie-se Beweging was - zoals al uit de naam blijkt - vanaf haar oprichting antisemitisch en kende net als de NSDAP een eigen knokploeg: de Gryshemde. De leider was Harry Victor Inch die beweerde dat hij een Hebreeuws document uit een synagoge te Port Elizabeth had gestolen met de handtekening van een rabbijn Abraham Levy. Dit document had als inhoud een Joods wereldwijd complot tot vernietiging van het Christendom. De rabbijn liet deze klaarblijkelijke leugen niet op zich zitten en deed Inch en twee andere Gryshemde een proces aan om de waarheid boven tafel te krijgen. Tijdens het proces werden door de Gryshemde als bewijs van het complot ook 'De Protocollen' aangevoerd. De rechter sprak niet alleen uit dat Inch, onder andere vanwege het slechte Hebreeuws, het document zelf had samengesteld, maar ook dat 'De Protocollen' een vervalsing waren. Voor het eerst werd dit nu officieel door een rechter erkend.

Ook in Zwitserland maakten de nazi's veel propaganda tegen de Joden. In het blad Der Eidgenosse: Kampfblatt der Nationalsozialistischen Eidgenossen werd gewaarschuwd tegen Joodse eigenaren van winkels en ondernemingen, omdat zij de Zwitserse meisjes tot ongebreidelde seks en daarmee tot rassenschande zouden willen verleiden. Omdat er geen speciale wet tegen racisme in Zwitserland bestond, besloot de Schweizerische Israëlitische Gemeindebund (SIG) samen met de Joodse gemeente van Bern een klacht in te dienen tegen de Zwitserse nationaalsocialistische partij Nationale Front die 'De Protocollen' te koop hadden aangeboden. Op grond van een Zwitserse wet tegen minderwaardige literatuur wilden zij een gerechtelijke uitspraak in het openbaar uitlokken dat 'De Protocollen' een vervalsing waren om zo het toenemende antisemitisme tegen te gaan. Eind oktober 1934 begon het proces in Bern. Rapporten van deskundigen van de zijde van de eisers verschenen, terwijl de gedaagden hulp moesten inroepen uit Duitsland in de figuur van de al eerder aangehaalde antisemiet Ulrich Fleischhauer. Op 19 mei 1935 volgde de uitspraak, waarin stond dat 'De Protocollen' een vervalsing waren en tot de oneerbare literatuur behoorden. De veroordeelden gingen echter in beroep en op 1 november 1937 vernietigde een hogere rechtbank ten dele het vonnis van de lagere rechtbank. 'De Protocollen' behoorden niet tot de oneerbare literatuur, maar de hogere rechtbank onderstreepte wel dat 'De Protocollen' een vervalsing waren. Het is dus bedrog wanneer antisemieten stellen dat een vonnis in hoger beroep uitgesproken heeft dat 'De Protocollen' echt zouden zijn.

In België verscheen naar aanleiding van dit proces pas in 1935 de eerste Franstalige uitgave van 'De Protocollen', terwijl in Vlaanderen in 1937 en 1938 vertalingen verschenen. Die van 1938 had als titel De Protocollen van de Wijzen van Sion en was voorzien van een inleiding vol met halve en hele onwaarheden van de hand van de Nederlander dr. P. Molenbroek (1861-1945). De vertaler was ook een Nederlander Jan Stoutenburg, pseudoniem van J. Nijsse. Deze uitgave verscheen in hetzelfde jaar onder dezelfde titel ook in Nederland. Het was een uitgave van het 'Comité tot bestudeering van het Joodsche vraagstuk', waarvan P. Molenbroek de oprichter was. Deze was zo antisemitisch dat Anton Mussert hem niet tot de NSB toeliet. Tijdens de bezetting werd het geschrift nog enkele keren herdrukt door twee Amsterdamse uitgeverijen: 'De Misthoorn' en de 'volksche' uitgeverij Westland. De vertaler, een actieve NSB'er, noemde nu zijn echte naam J. Nijsse.

Het zesde leven: in het Midden-Oosten

Vooral sinds de staat Israël in 1948 officieel werd uitgeroepen, is het beeld veranderd van de wandelende, verachtelijke en onderworpen Jood. De zionistische Jood laat zich niet vernederen, maar verdedigt zich, ja slaat terug. De stichting van de Joodse staat en de verpletterende nederlagen van de Arabische legers bij de verdediging van hun land in een reeks van oorlogen leveren een heel ander beeld van de Jood in de twintigste en eenentwintigste eeuw op. "Het beeld van de Wandelende Jood werd vervangen door dat van de inventieve pionier, die de woestijn doet bloeien"17) en dat "van de superieure soldaat die de Arabische overmacht kan weerstaan en die het bovendien heeft gewaagd om islamitisch grondgebied te bezetten"18). Waar Rosenberg en Hitler in blind fanatisme de werkelijkheid niet wilden zien, ervoeren de Arabieren de zionistische werkelijkheid op pijnlijke wijze. De Arabieren vonden in Europa goede uitdrukkingsvormen voor hun propaganda tegen de Joodse staat en het zionisme. Niet alleen verscheen de karikatuur van de Jood als een duivelse gestalte met een kromme neus en grote oren in Arabische kleding, maar ook maakte het idee van een wereldwijd Joods complot om de wereldheerschappij te veroveren grote opgang. En 'De Protocollen' konden natuurlijk mooi als bewijs dienen, waarbij het feit dat het om een door een Rus opgestelde falsificatie ging, niet ter zake deed. De eerste Arabische vertaling van 'De Protocollen' is door Christenen in 1921 te Damascus of in 1926 in Jeruzalem uitgegeven. Arabische Christenen zijn daarbij door het zeer anti-Joodse geschrift van de roomskatholiek August Rohling (1839-1931) Der Talmudjude (1871) beïnvloed. Deze roomse professor in de theologie had, zonder de Talmoed te kunnen lezen, het bewijsmateriaal naar zijn zeggen zelf uit de Talmoed genaaid, maar dit ondertussen uit allerlei twijfelachtige bronnen overgeschreven. Samen met andere Franse antisemitische geschriften is daarmee de bodem rijp gemaakt voor de opmars van 'De Protocollen' in de Arabische wereld. De eerste mohammedaanse Arabische vertaling verscheen in 1951 in Cairo, de eerste Perzische in 1948 in Teheran. Daarna kwam er een vloedgolf van uitgaven in de mohammedaanse wereld los. Sinds 1960 kwam er zelfs een beweging terug: in Arabische landen verschenen edities in Europese talen voor de export. In 2005 bood Iran zelfs een Engelse vertaling op de bekende boekenbeurs van Frankfurt aan. De in 1975 vermoorde koning van Saoedi-Arabië Faisal bood westerse bezoekers altijd een uitgave in hun eigen taal aan. Tegenwoordig worden 'De Protocollen' in een ongekende mate in de mohammedaanse wereld verspreid en te koop aangeboden, waarbij in de inleidingen meestal over de ware herkomst gezwegen wordt. Bovendien worden ze nu veelal door staatsuitgeverijen gedrukt. Ja, in de pers, in boeken, op zogenaamde wetenschappelijke congressen en door bekende Egyptische staatslieden als Nasser (1918-1970) en Sadat (1918-1981) wordt zonder enige schroom naar 'De Protocollen' verwezen als een betrouwbare, historische bron. Net als in het Derde Rijk wordt in veel Arabische landen de kinderen op school het antisemitisme met de paplepel ingegeven, waarbij het geschrift verplichte lesstof is onder andere ter verklaring van het ontstaan van de staat Israël. Zo wordt de kinderen voorgehouden dat de Joden de oorzaak zijn van de Franse Revolutie, de Eerste Wereldoorlog, de val van het Ottomaanse Rijk en de Russische Oktoberrevolutie. 'De Protocollen' zijn dan het bewijs dat de Joden de hele wereld aan zich willen onderwerpen, terwijl met Hitlers argument dat de werkelijkheid het beste bewijs is, de echtheid van het geschrift wordt afgedaan. Wie van deze ontstellende, antisemitische indoctrinatie meer wil weten, hoeft alleen maar het boek van dr. H. Jansen Van Jodenhaat naar zelfmoordterrorisme uit het jaar 2006 ter hand te nemen, waarin vele onthutsende voorbeelden worden gegeven19).

We gaan nu nog in op twee zaken die Smelik behandelt.

Het 'Handvest' van Harnas

Hoezeer de invloed van 'De Protocollen' in de Arabische, mohammedaanse wereld is toegenomen, bewijst wel de verwijzing in het officiële document van de terreurbeweging Harnas uit het jaar 1988. In artikel 32 van het 'Handvest' van Harnas heet het:

"Met slim manoeuvreren en nauwgezette planning proberen het wereldzionisme en de kolonialistische staten de Arabische staten een voor een uit de cirkel van het conflict met het zionisme te trekken, met als uiteindelijke doel het Palestijnse volk te isoleren.

(…)

De Islamitische Verzetsbeweging roept alle Arabische en islamitische volken op om serieus en voortvarend te handelen om dit verschrikkelijke complot te voorkomen en de massa's te waarschuwen voor het gevaar dat verbonden is met het verlaten van de conflictcirkel met het zionisme. Vandaag is het Palestina, en morgen een of meer andere landen, want het zionistische plan heeft geen grenzen en na Palestina willen zij hun grondgebied uitbreiden van de Nijl tot de Eufraat. En als zij klaar zijn met het verzwelgen van een gebied worden zij hongerig voor verdere uitbreiding, en zo voort, voor onbepaalde tijd. Hun plan wordt uiteengezet in de Protocollen van de Wijzen van Zion en hun huidige gedrag is het beste bewijs voor onze beweringen"20).

Ook hier de drogreden van de werkelijkheid die het beste bewijs van de echtheid zou zijn, en het complot van een steeds verdergaande machtsuitbreiding te beginnen bij het gebied van de Nijl tot de Eufraat. Volgens anti-Israëlische propaganda staan de twee banen in de Israëlische vlag voor deze rivieren, terwijl ze in de werkelijkheid op de twee banen van het Joodse gebedskleed (taliet) teruggaan.

Hier is het op zijn plaats om met Smelik erop te wijzen dat de anti-Joodse houding van de mohammedaanse wereld niet in eerste instantie een Europees importproduct is, zoals wel eens te horen en lezen is. Hoewel Europa wat de Jodenhaat betreft ook vanuit het verre verleden allesbehalve een schone lei heeft, is de Jodenhaat bij Mohammed al te vinden. In 625 liet hij een hele Joodse stam uit Medina vermoorden en zette ook vervolgingen tegen hen in. Anti-Joodse passages zijn er in de koran genoeg te vinden alsook in de mohammedaanse overlevering, de hadith. Reeds eerder is er in dit blad gewezen op de geautoriseerde uitspraak van Mohammed, de hadith van de boom en rots21). In artikel 7 van het 'Handvest' wordt deze uitspraak ook aangehaald: "De tijd van het oordeel zal niet aanbreken totdat de moslims de Joden zullen bevechten en hen zullen doden; bij gevolg waarvan de Joden zich achter rotsen en bomen zullen verstoppen. En iedere boom en (iedere) steen zal (dan) zeggen: 'O moslim, o slaaf van Allah, achter mij zit een Jood, kom hier en dood hem!', behalve de gharkadboom, want dat is een Joodse boom"22).

Hier roept Harnas dus met een als echt erkende uitspraak van Mohammed op tot het zinloos doden van Joden om het laatste oordeel te bespoedigen. De hele natuur met uitzondering van één bepaalde boom- of struiksoort zal aan de eindstrijd tegen de Joden deelnemen. In één woord schokkerend! Hier geldt: zo de priester, zo het volk.

'De Protocollen' als soap: 'Ruiter zonder paard'

Een soap is een "opzettelijk sentimenteel geschreven vervolgserie voor radio of tv, met huiselijke gebeurtenissen"23). In 2002 zijn 'De Protocollen' door een Egyptische televisiezender tot een soapserie van 41 afleveringen omgewerkt en in het volgende jaar tijdens de ramadan uitgezonden. Vele Arabische televisiezenders namen deze soap met de titel 'Ruiter zonder Paard' over. In deze soap ontdekt de Egyptenaar Hafez Nagib dat een Engelse prinses een exemplaar van 'De Protocollen' in haar bezit heeft. Joodse samenzweerders komen hier echter ook achter en eisen het geschrift van de prinses op. Zij weigert echter. Hafez Nagib heeft zich in haar kamer verstopt en weet het geschrift mee te nemen. Hij vraagt aan een Russische vrouw het geschrift te vertalen, waarna zij op verzoek van Hafez de Arabische vertaling in Egypte verspreidt. Daarop wordt zij door de Joodse samenzweerders vermoord. Hafez doet vervolgens in vele afleveringen zijn uiterste best de stichting van de staat Israël te voorkomen, maar dit lukt hem niet. Als oude man kan hij niet anders dan de kijker waarschuwen tegen het zionisme en stellen dat iemand die tegen 'de zionistische bezetting van Palestina' ijvert, geen terrorist is. De Syrische televisie volgde met een eigen anti-Joodse serie in 2003 met als titel 'De ballingschap', waarbij 'De Protocollen' eveneens een belangrijke rol spelen en een kind door Joden wordt geslacht om met het bloed ongezuurd brood (matse) te kunnen maken.


BIJSLUITER VERPLICHTEN!

Tijdens het Algemeen Overleg antisemitisme op 2 februari 2011 in de Tweede Kamer zei SGP-fractieleider C.G. van der Staaij: "Ik vind dat men alert moet zijn op moderne haat-propaganda, in welke vorm dan ook, of dat nu een film is, zoals de film waarover in Duitsland veel te doen is: 'Volley of the wolves', of een belangrijk antisemitisch geschrift, waarover afgelopen week een boek verschenen is: 'De Protocollen van de Wijzen van Sion'. Dit is een belangrijk antisemitisch geschrift uit 1890 of 1900, dat wereldwijd nog nooit zo verspreid is als vandaag de dag, in het bijzonder in de Arabische wereld. Een dergelijk boek zou in Nederland en in Europa toch niet verkrijgbaar moeten zijn zonder de bijsluiter dat het een falsificatie is en dat men niet echt een Joods complot om de wereldheerschappij te verwerven, leest? Ik hoor hierop graag de reactie van de bewindslieden in de hoop dat we de komende tijd een stevigere en gerichtere aanpak van antisemitisme krijgen".

-Bron: Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011,30 950, nr. 22, p. 4 (foto: Roos Beeldwerk-


Het zevende leven: in een nieuw tijdperk van New Age

Hoewel in een rapport van de Amerikaanse senaat in 1964 en in een Russische rechtszaak in 1993 officieel weer werd geconstateerd dat 'De Protocollen' een vervalsing zijn, verschenen behalve in het Midden-Oosten vooral in Europa steeds weer herdrukken. Hierbij was de Engelse vertaling van Marsden zeer populair, waarin het geschrift niet als een vervalsing, maar als authentiek wordt voorgesteld. Intussen kwam er een nieuwe lezing van de vermeende complottheorie in het tijdperk van New Age, waarbij het nu niet zozeer om Joden gaat, maar om de zogenaamde Illuminati, dat wil zeggen zij die verlicht zijn, een vaag verzamelbegrip van geheime genootschappen uit verleden en heden. Zij hebben een complot gesmeed om de wereldmacht te verwerven en zijn de wezenlijke oorzaak van alle oorlogen en revoluties uit de vorige eeuw. De bekendste groepering is de Bund der Perfektibilisten ('Bond der Volmaakbaren') die in Beieren in 1776 werd opgericht. In 1785 is deze groep verboden, maar in 1896 in Duitsland weer opgericht. Deze Illuminati worden vaak gekoppeld aan de Joodse bankiersfamilie Rothschild. Zij zijn nu weer (op papier) springlevend, doordat sommige hedendaagse schrijvers met hun vermeend licht in vele gebeurtenissen van de laatste tijd hun hand kunnen zien. In een tijd waarin esoterische lectuur (esoterisch wil zeggen: geheim, bestemd voor ingewijden) bloeit, passen 'De Protocollen' uitstekend. De plannen voor de wereldheerschappij zijn niet door de Wijzen van Sion bedacht, maar door de Illuminati. Ook hier valt het bewijs van Hitler te lezen, namelijk, de opmerkzame (verlichte) lezer kan de echtheid van het geschrift vaststellen aan de hand van het feit dat de beschreven plannen in de werkelijkheid zijn en worden uitgevoerd. Een voorbeeld van zo'n schrijver is Robin de Ruiter met zijn boek De Protocollen van de Wijzen van Sion ONTSLUIERD24) uit 2007, dat in elke Nederlandse boekwinkel besteld kan worden. In dit boek, waarin de Nederlandse vertaling van 'De Protocollen' uit 1933 als bijlage zijn opgenomen, wil de schrijver het antisemitisme bestrijden en weet hij de "mystificatie van de tsaristische geheime politie Ochrana", aldus de achterflap, "met overtuiging te weerleggen". Het waren niet de Joden die achter 'De Protocollen' zaten, maar de Illuminati. 'De Protocollen' zouden echte notulen van de Bund der Perfektibilisten zijn die bewaard zijn gebleven na de opheffing van 1785. Dit is de ontsluiering van de heer De Ruiter, die dit ontdekt zou hebben na een diepgaande studie vanuit een teruggetrokken leven in Ecuador. De Illuminati verschuilen zich achter de Joden en gaan ondertussen hun gang. Niet alleen zijn zij verantwoordelijk voor de Holocaust, de oorlogen en revoluties van de vorige eeuw, maar ook bevorderen zij tot aan de dag van vandaag de "uitbanning van het Joods-Christelijke gedachtegoed, afschaffing van de macht van alle vorstenhuizen en de monarchie, vernietiging van alle vaderlandsliefde en loyaliteit aan de soevereiniteit, opheffing van de traditionele gezinsstructuur en het huwelijk, een collectieve opvoeding van kinderen door de staat, en nog veel meer zaken die wij in onze huidige samenleving terugvinden"25). Hoewel onze maatschappij scherp getekend wordt, schuift men hier het woeden van de satan tegen Christus en alles wat met Bijbelse normen en waarden te maken heeft, op uiterst ongefundeerde, maar zeer stellende wijze in de schoenen van de Illuminati. Schrijver van dit artikel kan niet anders concluderen dan dat hier een door eigen fantasie verlicht mens en in geen geval een door Gods Geest verlicht profeet spreekt.

Ten slotte moet hier nog gewezen worden op een werk van Will Eisner (1917-2005), een Amerikaanse striptekenaar, die als de vader van de beeldroman - romans in de vorm van stripverhalen - wordt beschouwd. Deze heeft kort voor zijn dood het werk The Plot. The Secret Story of the Protocols of the Elders of Zion (2005) afgerond, dat in 2008 in Nederland als striproman onder de titel Het Complot. Het verborgen verhaal achter DE PROTOCOLLEN van de WIJZEN van Zion26) verscheen. Hierin tekent hij zowel letterlijk als figuurlijk de geschiedenis van 'De Protocollen', waarbij hij zijn verbijstering lucht geeft dat er nog steeds mensen zijn die deze vervalsing lezen en kopen.

Ten besluite

We besparen de lezer de verantwoording van professor Smelik in het laatste hoofdstuk aangaande de keuzes bij zijn ontdekkingsreis naar de gang door de geschiedenis van dit geschrift. Door het hele werk van Smelik heen loopt de vraag waarom dit geschrift zo populair blijft, terwijl het onomstotelijk bewezen is dat het om een vervalsing gaat. Hij geeft daarop in zijn 'Ten slotte' als antwoord: het gaat "om een samenspel van verschillende menselijke eigenschappen: vervolgingswaan, sensatiezucht, het verlangen een verborgen geheim te kennen, de behoefte om de werkelijkheid te simplificeren, angst voor de vreemdeling, de behoefte aan een zondebok.. ."27). Hoewel deze dingen allemaal waar zijn, ontbreekt hier wel het voornaamste. We schreven eerder: "dat in de Jodenhaat van vroeger en nu de Godevijandige natuur van de mens en de werken des duivels openbaar komen. Enerzijds openbaart zich daarin de natuurlijke vijandschap van de mens tegen Gods vrijmachtige verkiezing van de Joden als bondsvolk in het verleden, anderzijds tracht de duivel door middel van de mens de beloften die er nog voor dat volk als beminden, om der vaderen wil (Rom. 11:28b) in Gods Woord besloten liggen, teniet te doen"28). In dit licht moet deze vervalsing allereerst gelezen worden. Dit wezenlijke aspect ontbreekt helaas bij professor Smelik. Wel is het zijn grote verdienste om in dit boek zonder meer op heldere wijze duidelijk gemaakt te hebben dat deze vervalsing het meest invloedrijke racistische en antisemitische document is dat ooit geschreven is. Terecht stelt hij daarbij herhaalde malen dat wie bedenkt dat Hitlers woeden geleid heeft tot een volkerenmoord van zes miljoen Joden, toch niet meer kan geloven in een wereldwijd complot van machtige Joden die achter de schermen de wereld zouden regeren. Waar was dan hun macht bij de beginnende Jodenvervolging tijdens de bezetting van de Europese landen en waar hun invloed op de Geallieerden bij de uitvoering van de 'Endlösung'? De nazi's brachten twee derde van de Europese Joden en daarmee één derde van de Joodse wereldbevolking om het leven. De Holocaust kan inderdaad als een bewijs beschouwd worden dat van een wereldwijd complot van machtige Joden geen sprake was.

Tevens maakt de Holocaust op ongelooflijk catastrofale wijze duidelijk waartoe antisemitisme leiden kan en waartoe de mens in staat is. Het woord 'holokaustos' komt uit de Septuagint, de Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament. Hierin is het de vertaling van het Hebreeuwse 'olah', dat op het brandoffer wijst dat volledig verteerd moest worden. Toch kon het Joodse volk niet volledig verteerd worden, omdat er nog beloften in Gods Woord voor hen liggen. Daarom is het zuiverder om met de Joden van 'sho'ah' (sjoa) te spreken, dat catastrofe of ramp betekent. Die beloften houden ook in dat niet alleen het plan der nazi's in de 'Endlösung' schipbreuk moest lijden, maar dat ook nu het woeden der mohammedanen tegen de Joden uiteindelijk van te voren tot mislukken gedoemd is. Er gebeurt niets buiten Gods voorzienigheid om, maar wee degenen die de zonde bedrijven, al is het als de roede Gods! De Joden hebben in hun verblindheid uitgeroepen Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen (Matth. 27:25), en dat bloed van de Koning der koningen is ook in gerichtelijke zin over hen gekomen, maar laat ook duidelijk zijn, dit geldt ook in zaligmakende zin in de bekering van de uitverkoren Joden uit verleden, heden en in de toekomst. Nog steeds hebben de verschrikkelijkste vervolgingen van de Joden er in zijn algemeenheid niet toe geleid dat zij de knie voor deze Koning gebogen hebben. Maar wat niet is, kan door de Heere in een ogenblik tijds gewerkt worden. Dat mocht bij ons het gebed voor hun bekering maar des te meer doen toenemen, kon het zijn, in de gezindheid die ds. Jacobus Revius mocht bezitten en deed dichten:

't En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten,
Noch die verraderlijk U togen voor 't gericht,
Noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht.
Noch die U knevelden en stieten U vol puisten [builen].

Ik ben 't, o Heer, ik ben 't die U dit heb gedaan
Ik ben de zware boom [kruishout] die U had overlaân.
Ik ben de taaie streng daarmee Gij gingt gebonden29).

Noten:

1) Zie het julinummer van 2011 (nr. 3, p. 141-150) van In het Spoor

2) H. Jansen, Van Jodenhaat naar zelfmoordterrorisme. Islamisering van het Europees antisemitisme in het Midden-Oosten, Heerenveen2, 2006, p. 198 (voortaan: Van Jodenhaat).

3) K.A.D. Smelik, De zeven levens van de Protocollen van de Wijzen van Zion. De paradoxale geschiedenis van het belangrijkste antisemitische geschrift, Soesterberg, 2010, 206 pagina's (voortaan: De zeven levens). Het is een uitgave in de CIDI-informatiereeks, een reeks die het inzicht in het Midden-Oosten wil verdiepen. Cidi staat voor het 'Centrum Informatie en Documentatie Israël'.

4) De zeven levens, p. 173-177

5) De zeven levens, p. 103

6) De zeven levens, p. 105

7) De zeven levens, p. 105

8) Een voorbeeld hiervan vindt men in een aangrijpend leesboekje uit de zogenaamde 'Jugendliteratur' van Hans Peter Richter, Damals war es Friedrich, München36 z.j., p. 41 (dtv junior 7800). Hierin wordt de vervolging van een Joods gezin en de ondergang van een Joods jongetje in het Derde Rijk beschreven.

9) Adolf Hitler, Mein Kampf, Erster Band, München, 193314, p. 343 (voortaan: Mein Kampf). De vertalingen van de citaten uit dit boek zijn van mijn hand.

10) Mein Kampf, p. 352

11) Zie: RH. op 't Hof, 'De Protocollen van de Wijzen van Zion-1-', in: In het Spoor, juli 2011, p. 144

12) Mein Kampf, p. 346

13) Mein Kampf, p. 358

14) Beide citaten zijn te vinden: Mein Kampf, p. 359

15) Mein Kampf, p. 337. De vertaling die Smelik geeft, is soms iets vrijer. Dit geldt ook voor de volgende noot.

16) Mein Kampf, p. 356

17) De zeven levens, p. 116

18) De zeven levens, p. 141

19) Zie bijvoorbeeld de hoofdstukken 19 tot en met 24, 26 tot en met 29 en verder hoofdstuk 36 en 37 van het boek van H. Jansen, Van Jodenhaat.

20) Geciteerd bij Wim Kortenhoeven, Hamas. Portret en achtergronden, Soesterberg, 2007, p. 159 (voortaan: Kortenhoeven, Hamas).

21) Zie: P.H. op 't Hof, 'Oprukkend mohammedanisme"1". Ook op kousenvoeten!', in: In het Spoor, december 2008, p. 237

22) Geciteerd bij Kortenhoeven, Harnas, p. 127, 128

23) Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, dl. 3, Utecht/Antwerpen13, p. 3120

24) Robin de Ruiter, De Protocollen van de Wijzen van Sion ONTSLUIERD, Uitgave Mayra Publications, Nederland, 2007, 316 pagina's (voortaan: Ruiter, De Protocollen).

25) Ruiter, De Protocollen, p. 16

26) Will Eisner, Het Complot. Het verborgen verhaal achter DE PROTOCOLLEN van de WIJZEN van Zion, Amsterdam/Antwerpen, 2008, 156 pagina's.

27) De zeven levens, p. 168, 169

28) Zie: P.H. op 't Hof, 'De Protocollen van de Wijzen van Zion"1', in: In het Spoor, juli 2011, p. 149

29) Geciteerd bij S.D. Post, Waarom was 't op mij gemunt? Veel geciteerde bevindelijke gedichten, Houten, 1998, p. 15


VOORTBESTAAN VERZEKERD

Ds. G.H. Kersten: "Het is uit liefde tot het geslacht dat door de apostel Paulus genoemd wordt: 'de beminden, om der vaderen wil', dat ik de hoop uitspreek dat de vervolgingen daartoe mogen dienen dat de Joden de knie mogen buigen voor Koning Jezus als de enige en waarachtige Zaligmaker. (…) [Er zijn] beloften voor de bekering der Joden gegeven. Hun voortbestaan is in de Schrift verzekerd. Wie het dan ook waagt zijn hand te slaan aan het bestaan der Joden, zal ervaren dat God over het nageslacht van Abraham waakt".

-Bron: Handelingen Tweede Kamer, 1938-1939, 2 december 1938, p. 724 (herspeld)-

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

In het spoor | 56 Pagina's

De Protocollen van de Wijzen van Zion -2-

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

In het spoor | 56 Pagina's