Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noorbeek, de eerste bevrijde gemeente van Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noorbeek, de eerste bevrijde gemeente van Nederland

„Als we in Aken brand zagen, stonden we hier te juichen"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deelnemers aan de Terdegereizen naar de Voerstreek logeren in hotel Bon Repos in Noorbeek. Weinig mensen weten dat dit dorpje als eerste Nederlandse gemeente bevrijd werd door de Geallieerden. Op 12 september 1944, zoals de gedenksteen in het oude gemeentehuis vermeldt. Miel Strijthagen was ooggetuige.

„Op 12 september 1944 kwamen de Amerikanen ons dorp binnen. De nog overgebleven Duitse soldaten vluchtten alle kanten uit. Vooral de weilanden in. Miel Strijthagen wijst met een weids gebaar naar het dal achter het hotel. Hij was tijdens de bevrijding van Noorbeek net 15 jaar geworden. „Een Duitser ontdekte onze schuilhut die we in een oude waterput hadden gebouwd, om in geval van nood mn broer te laten onderduiken, die eigenlijk naar Duitsland moest. De Duitse soldaat heeft zich daar veertien dagen verborgen gehouden. Er was een aardige voorraad voedsel. Toen zag een boer hem verdwaasd rondlopen. Hij is opgepakt en men heeft hem verteld dat de oorlog hier al veertien dagen afgelopen was. De man was zichtbaar opgelucht na deze mededeling.
Miel woonde in de bakkerij van het dorp. De bakkerij is nog steeds van een Strijthagen. Op 10 mei s morgens vroeg kwamen de Duitse soldaten schouder aan schouder de weg tegenover de bakkerij af marcheren. Zingend marcheerden ze de hellende weg af, het dorp in. De kinderen Strijthagen hadden een anti-Duitse opvoeding gekregen en Miel herinnert zich nog goed dat ze het gezang van de Duitsers, „Wir fahren gegen Engeland, beantwoordden met „Plons, Plons, Plons!
Zo dicht aan de grens merkten ze in Noorbeek niet heel veel van de oorlog. Er waren wel veel onderduikers in het dorp en daarbuiten, die volop geholpen werden. Honger hebben ze niet geleden. Er is een soldaat uit Noorbeek gesneuveld op de Grebbeberg en een ander is in Nederlands-Indië omgekomen. Hun namen staan op de gedenksteen.
In het grensgebied stond veel luchtafweergeschut, met het gevolg dat er regelmatig geallieerde vliegtuigen werden neergehaald. „Dat was niet leuk. Maar als we in Aken brand zagen, stonden we hier te juichen, zegt Miel Strijthagen.

Erevelden
Jongens van Miels leeftijd kenden alle smokkelpaadjes over de grens. Bovendien wisten ze precies wanneer en hoe de Duitse grenswachten hun routes liepen. „Als kind van een jaar of 12 heb ik toch zeker 20 piloten over de grens mogen smokkelen en ook heel wat Joodse moeders met kleine kinderen. Het was een avontuurlijke tijd voor jongens zoals ik. Mijn vader heeft voor de ondergrondse gewerkt en liet ons vaak schriftelijke boodschappen wegbrengen. Mondelinge contacten deed hij altijd zelf. Toch staan er ook heel beroerde dingen uit die tijd op je netvlies. Zaken waarover je liever niet meer praat: vrachtwagens volgeladen met gesneuvelde militairen van het Ardennenoffensief kwamen door ons dorp op weg naar de begraafplaats in Margraten. Daar werden ze aan de kant van de weg neergelegd: rechts de Geallieerden en links de Duitsers.
De Amerikaanse begraafplaats ligt een paar kilometer ten noorden van Noorbeek. Enkele kilometers ten zuiden van het dorp, in het Belgische Henri Chapelle, ligt ook zon ereveld. Op elk van beide begraafplaatsen liggen ruim 8000 jonge Amerikaanse militairen.

Kwam de vroege bevrijding van Noorbeek als een verrassing?
„We zaten kort bij de kachel. We wisten van de invasie. We hoorden wel eens iets van terugtrekkende Duitsers die zich in de bakkerij kwamen wassen. Op een dag kwam er een SSer die het helemaal niet meer zag zitten. Hij had spijt van de hele oorlog en vertelde aan mijn vader precies hoe ver de Amerikanen waren. Toch kwam de bevrijding nog als een verrassing, op 12 september om twintig over vier. Langs dezelfde weg die de Duisters op 10 mei 1940 namen, kwamen nu de Amerikanen binnen. Het is de enige keer tijdens de oorlog geweest dat we in de kelder hebben geschuild. En op die bevrijdingsdag ook maar voor een minuut of tien. Toe hield het schieten op. De bevrijding van Noorbeek had het leven gekost aan één Amerikaanse en twee Duitse soldaten. Noorbeek was vrij en burgemeester Nahon liet de bevrijding terstond op schrift vastleggen. Daaraan dankt Noorbeek het historische feit dat het de eerste bevrijde gemeente van Nederland is.

Werd er uitbundig gefeest in Noorbeek?
„Ja en nee. Natuurlijk was er de dankbaarheid voor de bevrijding. Maar we werden ook geconfronteerd met het oppakken van mensen die een tijdlang NSBer waren geweest. Onze hoofdonderwijzer was er een van. Een uitstekende leraar, maar helaas fout aan het begin van de oorlog. Tijdens de oorlog is hij van gedachten veranderd en heeft hij veel goeds gedaan voor boerenjongens die op hun bedrijf mochten blijven. Het oppakken van zulke mensen doet je als kind heel veel.

Bietengat
Miel Strijthagen draagt persoonlijk zorg voor een herinneringskruis net buiten het dorp. Wanneer hij het verhaal dat erbij hoort vertelt, springen regelmatig de tranen in zn ogen.
„Op 3 september 1944, dus maar enkele dagen voor de bevrijding van Noorbeek, kwam er weer een konvooi Duitse vrachtwagens door ons dorp. Natuurlijk waren we nieuwsgierig wat deze terugtrekkende soldaten allemaal bij zich hadden. Ze stopten in de Dorpsstraat. In een van de vrachtwagens zag ik een man zitten van een jaar of 40. Ik begon een praatje met hem. Hij was gevangen genomen in zn woonplaats Fleront, ongeveer een kilometer of vijftien van Noorbeek. Daar had hij een kruidenierszaak. Toen de verliezende Duitsers op hun vlucht door de straat kwamen, stond hij met de armen omhoog Vive la Belgique te roepen. Dat was genoeg om hem op te pakken.
Met dit verhaal ging ik naar mijn vader in de bakkerij, en die zei: Houd je er toch weg, jongen. Het zal wel een rexist zijn, die het te warm onder de voeten heeft gekregen en zo weg wil vluchten. Een rexist was in België wat we in Nederland een NSBer noemden.
De Duitsers zochten onderdak en parkeerden hun wagens op een binnenplaats van een boerderij. Het beeld van de man liet mij niet los en ik zocht hem weer op. Veel wist ik nog niet van hem, niet eens een naam. Iets in mij zei dat de man goed was. Ik vond hem op de gesloten court van de boerderij en vertelde hem dat hij gemakkelijk weg kon komen. Niet door de grote deuren, maar achter op de binnenplaats was een bietengat, om het koeienvoer door naar binnen te werken. Als hij daardoorheen kroop, was hij vrij. Door een paar akkers zou hij snel weer op de weg naar huis zijn. Maar hoe ik ook aandrong, hij wilde niet. En ik heb daar veel respect voor. Hij was bang voor represailles. We hadden het in de buurt meegemaakt dat na een aanslag op een Duitse legerauto gewoon tien mensen uit een klein dorp werden opgepakt en doodgeschoten. Dat wilde hij voorkomen.

Omgebracht
„Na een minuut of tien verliet ik de binnenplaats met heel gemengde gevoelens. Even later, om een uur of vijf, zag ik de man langslopen met een paar Duitsers. Zeker naar de burgemeester om verzekerde bewaring voor de nacht te regelen. De korte wandeling eindigde niet bij het gemeentehuis, maar een paar honderd meter buiten het dorp. Er waren wat dorpsjongens meegelopen. De Belg werd op een pad naast de weg met twee nekschoten omgebracht en ze lieten hem daar liggen.
Het bericht bracht een schok teweeg. Een onbekende man van vlak over de grens was in ons dorp doodgeschoten en lag daar op dat pad met alleen zn rozenkrans. Alle andere bezittingen waren van hem afgepakt. Niemand kende hem en in de directe omgeving werd niemand vermist. Hij werd naamloos opgebaard en begraven.

Portefeuille gered
„In de garage van de bakkerij hadden de Duitsers een opslagplaats ingericht. Ik ging erheen. De Duitsers wilden een aantal spullen verbranden. Ik wilde graag een voetbal hebben, maar zag ook een portefeuille. Die kon niet anders dan van de Belg zijn. Ik mocht hem niet kopen, hij moest verbrand worden. Maar ik hield de portefeuille goed in de gaten en zei dat hij geen vuur bij deze garage moest stoken, waar ook benzine stond. Verderop hadden we een speciale brandplaats. De man luisterde en de brandhoop werd aangestoken. Toen hij goed brandde, gooide hij de portefeuille erop en trok zich tevreden terug. Op dat moment schopte ik de portefeuille uit het vuur, maar er was niet veel meer van over. Een gedeeltelijk verbrande pasfoto met nog de letters Rome van zijn naam.
Op ons dorp woonde een betrouwbare politieman en aan hem heb ik het gegeven. Dat kleine overblijfsel heeft de gefusilleerde man een naam gegeven: Georges Romedenne, in leven kruidenier te Fleron. Hij had een vrouw en twee kinderen, die inmiddels zijn overleden zonder kinderen na te laten.
Zn familie is uitgestorven, maar zn verhaal leeft voort. Noorbeek, de eerst bevrijde gemeente van Nederland. Burgemeester Nahon was er trots op, gezien zijn gelukwens aan Koningin Wilhelmina op 4 mei 1945. Er zijn nog mensen, die uit eigen ervaring kunnen verhalen over dit stukje historie van Noorbeek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 september 2004

Terdege | 99 Pagina's

Noorbeek, de eerste bevrijde gemeente van Nederland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 september 2004

Terdege | 99 Pagina's