Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

46

Inderdaad, Paulus is nog een prediker van de besnijdenis, maar dan van de besnijdenis des harten en niet van die van het vlees. Maar daarom was het voor hem geen bezwaar als iemand zich liet besnijden, als het maar niet gedaan werd tot verkrijging van enige waardigheid of verdienstelijkheid door het bloed der besnijdenis. Want dat onteert het bloed van Christus, zodat Hij niet in het geloof kan worden aangenomen, als de van God geschonken Zaligmaker.

Het was een valse beschuldiging om Paulus in zijn bediening te treffen, wat men van valse profeten kan verwachten. Zij wisten heel goed dat Paulus om deze zaak de vervolging van haat en smaad had te verdragen. Van daar dan ook de vraag die hij stelde aan de Galaten: „Maar ik, broeders, indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd?” Waarmee de valse apostelen tot leugenaars gesteld werden, zonder het woord „leugen” te gebruiken. Het was tot zegen voor zijn hart en leven, de ergernis des kruises te mogen dragen, daar het middelaarsbloed van Jezus Christus hem bovenal dierbaar was tot verzoening met God.

En nu slaakt het hart de apostolische zucht: „Och of zij ook afgesneden werden, die u onrustig maken.” Want de gemeenten werden wetens en willens verleid, om die te beroven van het Evangelie van Christus, tot schade van het geestelijke leven. Zulke valse predikers mogen niet geduld worden in de wijngaard des Heeren, die Hij van de Vader ontvangen heeft.

„Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders.” En neem dat ter harte. Want deze heerlijke vrijheid is in de Heere. Ge moogt leven zoals ge wilt, want het is de keus van uw hart de wil des Heeren te doen. En dan blijft er geen ruimte over voor de zonde. Maar het is tot smart van uw hart, dat niet te kunnen, daarin dag en nacht tegenstand te ontmoeten vanuit uw verdorven bestaan. En daar de Heere u roept door Zijn Woord en Geest tot de vrijheid die in Christus is, wordt de godsdienst van eigengerechtigheid en wettische dienstbaarheid door u steeds meer verfoeid. Want dat is een kruisigen van Christus, die het derven van de zaligheid ten gevolge heeft.

Gebruik deze vrijheid niet voor het vlees. Want door de eigengerechtigheid scherp te veroordelen, doch niet vanuit Christus, daar gaat men als vanzelf de ongerechtigheid ’n weinig stralen, alsof daarmede de borggerechtigheid van Christus des te meer geeerd werd.

Het is wel waar dat Christus door de grootste der zondaren het meest verheerlijkt wordt. Maar dan geldt dat niet het doen van de ongerechtigheid, doch het geestelijk kennen van deszelfs boosheid om die bitter te bewenen. Naarmate wij God leren kennen in Zijn heiligheid, en rechtvaardigheid, leren wij in de spiegel van Zijn heilige wet, onze verdorvenheid en verdoemelijkheid in Adam steeds meer kennen. En uit kracht daarvan wordt Christus ons steeds meer dierbaar in Zijn middelaarsbediening. En dat wordt door de Schrift beoogd, opdat de vrijheid die in Christus is, recht gebruikt zou worden in het geloof. En zo is de vrijheid niet een oorzaak voor het vlees, maar voor de liefde om elkander te dienen door de liefde van Christus.

Hij heeft Zichzelf vanuit Zijn liefde geheel gegeven tot zaligheid van zondaren. En zulk een Middelaar heeft de zondaar nodig. Want wij zijn geheel in de zonde. Wij hebben een volkomen Zaligmaker nodig om de breuk te helen, en dat heil is in de Heere Jezus. Daartoe is Hij ons van God geschonken tot Profeet, Priester en Koning. En uit kracht daarvan wil Hij ons geheel in Zijn dienst hebben, door niets achter te houden en van niets anders te willen weten dan van Jezus Christus en Dien gekruisigd. Een regel die ook geldt in de onderhouding van de gemeenschap der heiligen, om elkander te dienen door de liefde, waarin men zich dan ook geheel geeft, om van hart tot hart te spreken van de wegen des Heeren.

„Want de gehele wet wordt in één woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven.”

De wet der liefde die uit de natuur van het Goddelijk wezen is voortgekomen, is door de eerste tafel niet gescheiden van de tweede en kon door de tweede tafel niet gescheiden worden van de eerste. Zij heeft in alles de eerste tafel tot uitgangspunt, want die weerspiegelt in de tweede tafel.

Beschouwen wij Gods wet als een opgelegde wet, dan stellen wij haar gelijk met de ceremoniële wetten, als een opgelegde wet voor een bepaalde tijd. En dat kan van de wet der zeden niet gezegd worden daar zij is een eeuwig durende wet, die tot de natuur van het geestelijke leven behoort.

De wet des Heeren behoort tot het wezen van de mens, daar elk mens van nature er nog een flauw afschrift van heeft in het hart, als bewijs dat zij in de staat der rechtheid zonder enige schending was in ons hart. Bij het deelachtig worden van een nieuw geestelijk leven, wordt zij door Gods Geest geschreven als de wet van Christus in het hart. En die wet der liefde is van het nieuwe leven niet te scheiden, want dat zou zijn een terugvallen in de staat der ellende. Wat niet mogelijk is daar de levenden in de kracht Gods bewaard worden door het geloof tot de zaligheid die bereid is geopenbaard te worden in de laatste tijd. Als wet van Christus daar Hij haar verheerlijkt heeft in de staat van Zijn vernedering, is de heilige stuwkracht van Zijn liefde in dit woord: „Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven.”

Maar dat wil niet zeggen dat wij de wet, als bevel des Heeren, niet hebben te waarderen, waartoe zij ons op elke rustdag wordt voorgehouden. Zij dient ons als een spiegel voor het aangezicht des Heeren. Opdat de prediking van het Evangelie door de Geest van Christus, zou dienen tot reiniging van de bezwaarde consciëntie. En zo wordt het hart door de wet der liefde aangedreven tot de beleving van die liefde, tegenover God en onze naaste.

Maar door de algenoegzame offerande van Christus uit het oog te verliezen, is het bedwelmen van zichzelf. Met het bloed der besnijdenis kwam de aard van de oude mens met des te meer kracht zich te openbaren in het bijten en vereten van elkander, om van elkander verteerd te worden. En zo kwam men door de eigengerechtigheid en ongerechtigheid in de hand te werken. Want het werd een leven bij de wet van het werkverbond, waarin de liefde van Christus gemist wordt. „Ziet toe dat gij van elkander niet verteerd wordt.” Want daarin is het wijken van het heilspoor en dat gaat van kwaad tot erger. En dat wordt ons door de apostel op het hart gebonden, opdat het zou worden, door de genade des Heeren, een boetvaardig wederkeren tot het Evangelie van Christus.

Galaten 5 : 11 - 15

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

Bewaar het pand | 4 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

Bewaar het pand | 4 Pagina's