Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenrubriek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenrubriek

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van harte wil ik u hierbij het boek van ds. G.R. Procee over de Heilige Doop aanbevelen! Het boek bevat een schat van informatie, is erg duidelijk, en beantwoordt de vragen rondom de doop, de kinderdoop, de grootdoop en de herdoop op een overtuigend bijbelse manier

Ik zeg dit omdat er een vraag is gesteld naar aanleiding van het verschijnsel dat mensen, eens als kind gedoopt, zich laten overdopen, zowel om te ervaren wat men zich als kind niet bewust was, alsook om daarmee hun geloof te belijden. Juist zoals men bij de baptisten gedoopt wordt op grond van het geloof. Bij de vraag werd verwezen naar de bekende prediker van Londen, Charles Spurgeon, die zich na zijn bekering als 15-jarige jongen liet dopen. Wat dat laatste betreft, daar wil ik wel even op ingaan, maar ik noemde het boek van ds. Procee niet voor niets. Wie dit boek aanschaft en bestudeert zal er absoluut geen spijt van krijgen. En ik kan op deze bladzijde kort zijn. Wel wil ik dit zeggen dat het onbijbels is om de doop te zien als een teken van persoonlijk geloof. De heilige doop is een teken en zegel van Gods verbondsbeloften. God is altijd de Eerste en laat dat, net zoals onder het Oude Verbond in de besnijdenis, duidelijk zien in de heilige doop. Het is niet teveel gezegd als ds. Procee het voorbijzien aan de verbondsbeloften als een zonde tegen God ziet. Maar goed, wat het boek van ds. Procee betreft, ik zou zeggen: tolle lege. (neem, lees)
Spurgeon is als kind gedoopt. Zijn ouders vonden dat slechts gelovige ouders hun kind konden laten dopen. Nu is het zondermeer noodzakelijk dat we onze kinderen niet louter uit gewoonte of bijgelovigheid laten dopen, maar met een rechte gezindheid van het hart. Maar het gaat ook weer te ver om de doop aan het kind afhankelijk te maken van het geloof van de ouders. Dan verliest de doop immers ook weer het karakter van teken en zegel van het genadeverbond. Gods bevel staat voorop en de mens dient te gehoorzamen. Wie meent dat slechts een bekeerde vader zijn kind ten doop kan houden, verwacht het van zichzelf en niet van de belovende God.

Het is inderdaad heel wat om ja te zeggen op de ernstige vragen aan de ouders om het kind op te voeden naar Gods Woord. Wie zal het durven ontkennen? Maar ons ja dient altijd een biddend ja te zijn. Zo van: zo waarlijk helpe mij God almachtig!
Toen de jonge Charles Spurgeon het wonder van de wedergeboorte en het daarmee gepaard gaande geloof mocht ondervinden, was hij er persoonlijk al van overtuigd dat het baptistische standpunt het juiste was. Hij had de invloed ondergaan van een predikant van de Anglicaanse kerk te Maidstone, die stelde dat er in de bijbel niemand werd gedoopt, voordat er sprake was van geloof en bekering. Charles Spurgeon kwam bij het bestuderen van deze vraag tot het baptistische standpunt, al heeft hij dit standpunt nooit op de spits gedreven. Hij vroeg zijn vader en moeder toestemming om zich weer te laten dopen. Zijn vader wachtte erg lang met het antwoord en zijn moeder zei dat ze altijd gebeden had of Charles christen mocht worden, maar nooit dat hij tot het baptisme zou overgaan. Charles antwoordde daarop op vrijmoedige manier dat de Heere haar gebed had verhoord en zelfs meer had gegeven dan waarom zij gevraagd had! Het is jammer dat Spurgeon niet de rijke verbondsvisie van Calvijn heeft gedeeld. Maar wat is hij een oprecht prediker van zonde en genade geworden! Aan dergelijke mannen hebben we vandaag de dag grote behoefte!
Zelf zat ik in verband met deze en dergelijke vragen ook met een vraag. Ik heb in Nieuwpoort eens een tweeling gedoopt: een jongen en een meisje. Het verschil was natuurlijk niet te zien. Bij het dopen van de jongen noemde ik de naam van zijn zus en andersom. Ik had er geen erg in, maar de moeder wel, zei evenwel niets. Bij de doop van een later kind door een andere predikant en ook van een ander kerkverband brachten de ouders dit ter sprake en die predikant meende dat de doop van de tweeling destijds ongeldig was geweest. Die kinderen zijn dus opnieuw gedoopt. Ik heb daar altijd een beetje moeite mee gehad, maar misschien was het toch wel wijs. Weet u het? Nu heb ik ook eens een vraag voor de lezers! De volgende keer hoop ik een vraag te beantwoorden over “de verberging van Gods Aangezicht”. Tot dan hopen we.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 mei 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Vragenrubriek

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 mei 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's