Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzamelde Geschriften van Hendrik de Cock, deel 2 2.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzamelde Geschriften van Hendrik de Cock, deel 2 2.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verkorte titel van het 20e geschrift luidt: Derk Jans, Boetbazuin en van het 21e geschrift: Van der Schuur, Zamenspraak. De Cock zorgde voor de uitgave van deze geschriften. Hij was dus niet de schrijver. Het volgende, het 22e, geschrift was wel van zijn hand. De titel daarvan luidt: De zoogenaamde Evangelische Gezangen, de oogappel der vervoerde en verleide menigte in de Sijnodaal Hervormde Kerk, ja zelfs nog van sommige van Gods kinderen uit blindheid, en om dat zij dronken geworden zijn door den wijn harer hoererijen, nader nog getoetst, gewogen en te ligt bevonden, ja strijdig met al onze Formulieren van Eénheid en Gods Woord, door H. de Cock, Geref. Leeraar, onder het kruis om Jezus Christus wil, van Ulrum.

Deze zaak woog De Cock heel zwaar. Hij waagde er nog een geschrift aan: De Dagon onzer dagen. Aldus Drs. H. van Veen. In een Voorberigt zegt De Cock: De Heere doe het strekken tot zijne verheerlijking, tot opbouw zijner Kerk en Gemeente, zoo door te regtbrenging van verdwaalden, als door de toebrenging nog van velen tot die Gemeente, die zalig zal worden.

Het 23e geschrift heeft tot titel: Wederlegging van het goddelooze stuk. getiteld: Beschouwing van de Belijdenis des Geloofs; onlangs door een onbekende nachtuil uitgegeven, met oogmerk om de wereld te verleiden en te stijven in hare verkeerde gedachten nopens, en vervolging van de ware gereformeerden, en de gereformeerde leer te verkeren in een bajert van verwarring, en in plaats den waarachtigen dienst van God, den afschuwelijken Kalverdienst des vrijen wils op te rigten.

De Cock bestrijdt Prof. Hofstede de Groot, zijn voorganger te Ulrum. Hij neemt het op voor de belijdenis. Voor De Groot hadden de Dordtse Leerregels inhoudelijk, maar ook feitelijk afgedaan. De onbekende nachtuil is naar de mening van De Cock Dr. G. Bent hem Reddingius.

Dit geschrift is uiteraard heel belangrijk. We willen er een gedeelte uit overnemen, blz. 223v:

Onze Geloofsbelijdenis zegt: En aangaande degene die van de kerk zijn. die kan men kennen uit de kenteekenen der Christenen, te weten uit het geloove en wanneer zij aangenomen hebbende enz.-door het geloove in hem. Als de grond en de eenige bron van alle goede werken wordt hier dus, even als in Gods woord, het geloove gelegd, want zonder geloof is het onmogelijk God te behagen; maar daar hieromtrent bij de meeste menschen groot misverstand en onkunde heerscht door dwaling en duisternis, zoowel gedeeltelijk bij Gods kinderen, als volstrekt bij de kinderen dezer wereld, zal ik omtrent dit eerste stuk, het geloove. als de grond en bron van alle goede werken, wat breedvoeriger zijn, of het zijn mogt door Gods genade, zoo tot vertroosting en versterking van Gods kinderen, als tot ontdekking en overtuiging dergene, die hieromtrent dus verre geheel en al misleid zijn.

Wanneer dan onze Belijdenis spreekt van het geloove. waardoor zij bedoelt het ware zaligmakend geloof, hetwelk wij beschreven vinden art. 22 en Zondag 7 van onzen Catechismus, zoo dienen wij vooraf te weten en op te merken dat er een groot onderscheid is tusschen het ingebeeld en waar geloof der wereld en het waarachtig zaligmakend geloof der kinderen Gods.

. Dit laatste toch, bestaat vooreerst bij wijze van ontkenning:

. Niet in ongegronde waan of betrouwen (gelijk in de dagen der Reformatie plaats had en ook nog heeft bij de Roomschen en thans ook bij de meesten van onze Liberalen) waaruit zij besluiten, dat alleszich met hun wel zal schikken, en dat zij niet behoeven te vrezen wegens de groote goedheid en barmhartigheid Gods, en de oneindige en onbeperkte liefde van de Heere Jezus om zondaars zalig te maken. En dus daardoor zorgeloos laauw en nalatig worden, en de noodzakelijkheid vergeten die er voor hen is om te waken en te bidden.

. Niet in een natuurlijk betrouwen, opgeblazene verzekerdheid, of voorbarige en roemzuchtige Jehuus waan van groote dingen te zullen doen in het koninkrijk Gods, of met Petrus te zeggen door de opgeblazenheid des vleesches en het ongeloof ”Ik zal u niet verlaten al wierden zij ook allen aan u geërgerd.

. . . Veel minder in eene Stoïsche ongevoeligheid, of onbekommerdheid en ongeraaktheid wegens hetgene men ontmoet. In tegendeel het geloof is eene zeer gevoelige zaak, en brengt geen slaapzucht in de ziel te weeg, of verharding en verveeldheid naar leven en gevoeligheid.

.....Ook is het eindelijk geen gave des verstands of historiesch geloof, ontvangende Gods waarheden, in zijn woord geopenbaard, door het licht des verstands (gelijk ook onze Catechismus ontkent en verzaakt, Zond. 7 vr. 21) ook is het geene redelijke overtuiging van de waarheid, die op openbare bewijzen en beloften steunt tot voldoening van het redelijk verstand. En

..Om van dit zaligmakend geloof voorts stelliger wijze te spreken, merken wij aan op grond van Gods woord en overeenkomstig alle onze fomulieren van eenheid:. Dat het is: eene Geestelijke zaligmakende genade en kracht, enkel door Gods Geest gewrocht, behelzende eene vernieuwing en verandering van gesteltenis der ziel en hare inwendige werkzaamheden en uitgangen, en een werk, verre boven de kracht der natuur, want het is de zuivere gave Gods, door Jezus Christus, om niet en uit genade geschonken, niet aan gehoorzamen maar aan wederhoorigen. Eph. 2 : 8, Phil. 1 : 29, Ps. 68.

. . Dat het is: eene zoodanige genade, welke de ziel, om alle onderstand, als buiten zich zelven voert, om die hulp en onderstand die zij behoeft, elders te zoeken en te vinden, nl. in God, den eenigen en drieëenigen verbonds God van zijn volk: eene genade die de ziel niet zal toelaten op iets in haar zelven te bouwen, hoe schoonschijnend en veelbeloovend het ook wezen moge; want het is eene zelfsverzakende genade, en veroorzaakt dat de ziel van zich zelve wanhope, en alle verwachting van hulp, sterkte en verduringen, in en uit zich zelven verzake, om dus in, bij en door God te zoeken en te vinden.

. . . Het is eene zoodanige genade, die hoewel zij niemand zal toelaten, in wien zij is en huisvest, om de middelen door God verordend te verachten of van de hand te wijzen, zijnde eene vijandin van vermetelheid en om God te verzoeken, nogtans ten aanzien van de hulp en heil dat zij verwacht, alleen haar gezigt vestigt, en de ziel doet opstijgen en opklimmen, om naar hooger en voortreffelijker middelen en werktuigen te zien als deze zijn: want

.... Gelijk zij de ziel tot God door Jezus voert, en de ziel met Christus en met God door Christus vereenigt, en de ziel in Christus bewaart; aldus doet zij de ziel jegens Christus zich gedragen, en moedigt haar aan, en geeft haar eenen diepen indruk, om zich enkel en alleen in alles, op te verlaten, en op zijne uitredding met een vast vertrouwen te hopen;

.....Want schoon de mensch somtijds door duisternis, niet vertrouwelijk en uitdrukkelijk, den Heere als zijnen God, en Christus als zijnen verloseer, noch de belofte als zijn toegelegd loon durft erkennen, echter neigt zijne genade de ziel natuurlijk en goedertierenlijk naar God en naar Christus, en doet de ziel God aankleven, en de vervullingen zijner nooden van hem, die alleen alles bezielt, verwachten; de ziel het oog doende slaan op de beloften, als spruitende uit vrije genade, en zijnde als het ware de buizen, door welke de hulp verlichting en sterkte komt waarom men bidt, en alle deze goede dingen die door Christus verworven zijn.—

De Cock is nog niet uitgesproken, maar wat hij verder zegt bewaren we voor het volgende artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Verzamelde Geschriften van Hendrik de Cock, deel 2 2.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's