Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

In een vorig artikel hebben we er de nadruk op gelegd, dat de Heere zondaren, die Hem de rug hebben toegekeerd, komt roepen tot de zaligheid. Zondaren, die de eeuwige dood hebben verdiend vanwege al hun zonden en overtredingen, worden geroepen tot het eeuwige leven. Laten we toch stilstaan bij dit grote genadewonder!

Het eeuwige leven is alleen in de Heere Jezus Christus. Hij heeft het leven voor zijn volk verworven. Hij is het Leven zelf. Hij heeft gezegd: Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Nu zijn er veel mensen, die menen, dat het genoeg is dat Christus alles volbracht heeft, dat Hij gestorven is aan het kruis en opgestaan is van de doden en daarmee het leven heeft verworven. Maar dan zegt Calvijn: „Wij moeten weten, dat alles wat Christus tot zaligheid van het menselijk geslacht gedaan en geleden heeft, voor ons zonder nut en van geen gewicht is, zolang Christus buiten ons is en wij van Hem gescheiden zijn. Dus moet Hij, om ons te kunnen mededelen wat Hij van de Vader ontvangen heeft, de onze worden en in ons wonen."

Daarom komt de Heere zondaren roepen tot Christus, omdat we alleen in Hem kunnen vinden wat we nodig hebben: verzoening der zonden en uitdelging der schulden, gemeenschap met God en het eeuwige leven. Daarom omschrijft Brakel ook in zijn Redelijke Godsdienst de roeping als volgt: „De roeping is een genadewerk Gods, de zondaar door het evangelie nodigende uit de staat der zonde en toorn over te gaan tot Christus om door Hem verzoening met God, godzaligheid en zaligheid te verkrijgen, en de Zijnen door de Heilige Geest krachtdadig tot die staat overbrengende."

De roeping is derhalve allereerst een genadewerk Gods. Laten we dit goed beseffen. De Heere wil nog met zondaars te doen hebben. Hij wil ons nog redden van het verderf waarin we ons moedwillig hebben gebracht. Het zou recht geweest zijn wanneer Hij ons in het verderf had gelaten. We hebben niet anders verdiend. Alles in ons leven klaagt ons immers aan. En wanneer we op de leerschool des Hee-

ren onderwezen worden, dan gaan we het ook van ganser harte belijden, dat we Gods gramschap dubbel waardig zijn.

Maar nu komt de Heere nog zondaars roepen.

Hij komt goddeloze zondaars roepen tot Christus, die voor goddelozen is gestorven en die alles volbracht heeft, opdat goddelozen zullen worden gerechtvaardigd voor God. De Heere komt zondaars roepen. Hij heeft een boodschap voor ons. Hij komt met zijn Woord tot ons spreken. Dat Woord is het genademiddel waarvan de Heere zich bedient in de roeping. Wanneer het Woord Gods gepredikt wordt, dan worden de mensen geroepen. En dan komt die roeping tot alle mensen, die het Woord Gods horen. Deze roeping gaat menigmaal gepaard met een „gemene" verlichting van de Heilige Geest, waardoor de zondaar kan verstaan wat Hem verkondigd wordt. Maar dat is niet genoeg tot zaligheid. We kunnen tenslotte het gehele Woord toestemmen, alle stukken van de weg der zaligheid met het verstand kennen en toch dezelfde mensen blijven. Die algemene verlichting van de Heilige Geest kan zelfs zover gaan, dat we verstandelijk de weg der zaligheid goed zien liggen, dat we het met de gereformeerde prediking van harte eens zijn, dat we niet gaarne een andere prediking zouden willen hebben, terwijl we toch onbekeerd zijn en het ook met droefheid moeten zeggen, dat we niet als een arme zondaar tot Christus de toevlucht hebben genomen en daardoor de enige troost in leven en in sterven beide nog missen.

De Heere heeft opdracht gegeven om het evangelie te verkondigen.

Door dat evangelie komt God ons roepen.

O zeker, we mogen daarbij de wet ook niet vergeten. Door de wet is immers de kennis der zonde. Ook de wet heeft haar functie ten aanzien van de weg der zaligheid. Die wet komt ons verbreken en verbrijzelen, die wet komt ons verdoemen, die wet zegt ons het oordeel aan. Die wet spreekt van vloek en straf. En die wet mag zeker niet verwaarloosd worden.

Maar vooral door het evangelie komt de Heere ons roepen. En wanneer iemand mij roept dan heeft hij mij iets te vertellen of dan wil hij iets van mij.

En wanneer de Heere ons roept dan heeft Hij ons inderdaad iets te vertellen. Dan komt Hij ons zeggen: Arme mens, verloren zondaar, gij zijt weggelopen van uw Schepper en Formeerder, van Hem in wie alleen het leven te vinden is en daarom kan uw einde niet anders wezen dan een eeuwig zielsverderf. Door uw zonden en overtredingen hebt ge u een schat van toorn vergaderd voor de dag des toorns... Maar nu heb Ik nog een weg der zaligheid gebaand. Ik heb mijn Zoon gezonden, mijn eniggeborene, en Ik heb de zonden en de schulden van al het volk, dat in Hem gelooft op Hem geladen en Hij heeft de zonde verzoend en de schuld betaald en de straf gedragen en Hij is nu een Borg en Middelaar voor een zondig en schuldig volk. En daarom roep Ik u om te komen tot Hem, om uw zonde en schuld te belijden en te smeken om vergeving. Want die is in Hem te vinden. Zijn bloed reinigt van alle zonde. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol... De roeping gaat dus uit tot alle mensen, die het evangelie horen.

We willen dit eens nadrukkelijk onderstrepen. Onlangs was er iemand, die de algemene verzoening leerde, dat Christus dus voor alle mensen gestorven is tot zaligheid en dat het nu maar aan de mens ligt of hij deze zaligheid neemt of laat liggen. Deze man zei, dat de gereformeerden niet het volle evangelie kunnen prediken aan alle mensen, daar immers alleen de uitverkorenen zalig zullen worden. Aan de onbekeerde mensen zou dan alleen de wet gepredikt kunnen worden, terwijl Christus alleen mag worden aangeboden aan hen, die hun zonden bewenen.

We hebben die man toegestemd dat er inderdaad sommige predikers zijn, die dit zeggen, maar dat hij de belijdenisgeschriften der kerk maar behoefde te lezen om te weten, dat de gereformeerde prediking het evangelie brengt aan alle creaturen.

Dat er velen zijn, die het evangelie verwerpen en het niet aannemen, dat zal tochvoor een ieder wel duidelijk wezen. En dan denken we ook aan het woord van de Heere Jezus Christus zelf, die gezegd heeft: Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. De gereformeerde prediking zal niet verkondigen dat alle mensen zalig zullen worden, want dat is tegen de Schrift. Maar de gereformeerde prediking zal wel aan alle creaturen het evangelie verkondigen en hen oproepen tot bekering.

Zo worden we door het evangelie allen geroepen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De roeping

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's