Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GUIDO DE BRÉS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GUIDO DE BRÉS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie kent niet de naam van Guido de Brés! De evangelist van de Zuid-Nederlandse (Belgische) gemeente des Heeren, die zijn prediking en zijn belijdenis mei zijn bloed moest bezegelen! De opsteller van onze bijzonder schone Nederlandse Geloofsbelijdenis!
Guido de Brés werd in hel jaar 1522 te Mons in Henegouwen geboren. Hij werd opgevoed in de roomse religie Door hel lezen van de Heilige Schrift werd Guido begenadigd met een nieuw, geestelijk leven en geroepen het Evangelie der genade, dat hem boven alles lief was geworden, te verkondigen onder /.ijn verblinde medereizigers naar de eeuwigheid, zijn beroep was glasschilder.
Al spoedig zette Rome een vervolging in. Guido week uit nasr Londen. Daar regeerde toen de vrome koning Eduard VI. In Londen vond Guido een waalse vluchtelingengemeente. Guido werd daar grondig voorbereid op hel ambt, dat hij begeerde: evangelist.
Hij keerde spoedig weer terug naar zijn vaderland. Rondreizend evangelist in de Zuidelijke Nederlanden, een in die dagen zeer gevaarlijke zaak! Vanuit Lille, waar een gemeente was ontstaan, deed De Brés zijn gezegend werk. Er was honger en dorst naar het zuivere Woord Gods.
De gemeente te Lille werd in 1566 uitgeroeid.
De Brés gaat dan naar Gent. Grote behoefte gevoelt De Brés aan meer onderwijs in de leer der waarheid en meer bekendheid met de geschriften der oude kerkvaders. Hij vertrekt naar Lausanne en spoedig ook naar Genève.
De omgang met Calvijn is voor zijn verdere leven van grote betekenis geweest.
Ongeveer 1559 komt De Brés weer terug in Noord-Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden. Er zijn dan drie grote gemeenten: in Lille, in Tournay en in Valenciennes. Hij treedt in het huwelijk en kiest als woonplaats eerst Doornik; daarna Sédan. Zijn werkzaamheden voor Gods koninkrijk verricht hij onvermoeid door geheel het oude vaderland.
In 1555 had De Brés een boek geschreven, waarin hij vele dwalingen van Rome bestreed. („Het fundament van het geloof'.) In 1561 stelde hij een geloofsbelijdenis op naar het voorbeeld van de franse belijdenis van 1559.
Met een ernstige begeleidende brief pakt hij één exemplaar keurig in en wierp het pakje, geadresseerd aan koning Filips II, over de muur van het kasteel, waar de spaanse veldheer zetelde. Het gebeurde in de nacht van 1 november op 2 november 1561. Kort daarop kwam het antwoord: het bevel tot gevangenneming, èn het inbeslagnemen van alle correspondentie en boeken. Het laatste gelukte de vijand, maar De Brés was tijdig vertrokken naar elders.
Zeer verblijd was De Brés, toen hij in 1565 hulp kreeg van een jonge predikant uit Genève: Pérégrin de la Grange. Deze kwam in juni naar de hertog van Bouillon te Sédan, waar De Brés met zijn gezin een veilige toevlucht had gevonden. Ze trekken van Sédan naar Antwerpen en vandaar naar Valenciennes. Hun verblijf hier wordt bekend. De spaanse veldheer, de graaf van Noircarmes, belegert plotseling de stad en De Brés en De la Grange worden gevangen genomen. Het geloofsgetuigenis, dat De Brés aflegt in zijn brieven aan de gemeenten, aan zijn vrouw (in Sédan), zijn kinderen, zijn moeder, is aangrijpend. Hij schreef zelfs in de gevangenis nog een uitvoerige bestrijding van de roomse transsubstantiatieleer. Een en ander, ook de levensbeschrijving van De la Grange, kunnen we nog lezen in de „Historie van de martelaren", waarvan het eerste exemplaar in 1629 in Genéve in de franse taal verscheen. Zeven maanden duurde de gevangenschap.
Op 31 mei 1567 stierven beide getrouwe knechten des Heeren de marteldood. Ze werden aan de galg gewurgd en daarna verbrand op de brandstapel. De Brés beleefde dit alles als een weg naar de hemelse bruiloft, waar zijn Bruidegom hem wachtte. Hij had voorzegd, dat na zijn dood het door hem uitgestrooide zaad welig zou opschieten. Dat is geschied.
Maar anders, dan De Brés het zich wellicht heeft voorgesteld. Immers in zijn vaderland is de gemeente des Heeren zó onderdrukt, dat duizenden van Gods kinderen zijn gevlucht; naar Noord-Nederland en naar het Eems- en Rijngebied in Duitsland. Daar ontstonden de gemeenten onder het kruis. Daar zijn de fundamenten gelegd van de latere nederlandse kerk. Deze werd niet een kerk naar frans „model", niet naar het gereformeerd duits „model", waar Melanchton een grote invloed op heeft gehad, maar naar eigen „model", zoals dat op de synoden van Wezel en Embden is vastgesteld, respectievelijk in 1568 en 1571.
Daar, en eerder reeds in 1566 op de synode te Antwerpen, werd de belijdenis van De Brés aanvaard als de belijdenis voor Neèrlands kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

GUIDO DE BRÉS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1985

De Saambinder | 8 Pagina's