Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om het behoud van een kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om het behoud van een kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(slot)

Confrontatie, verzoening en perspectief

In de ontwikkelingen rond 1945 heeft de predikant van Veenendaal, ds. R. Kok, een belangrijke plaats ingenomen. Hij is het steeds, die de aanwezige bezwaren tegen dr. Steenblok en diens opvattingen vertolkt en dat ook in de jaren daarna zal blijven doen. Golverdingen gaat in hoofdstuk 6 uitvoerig en op boeiende wijze in op de weg, het werk en de persoonlijkheid van Kok. De kracht van ds. Kok lag in de prediking en in het pastoraat. Helaas was hij nogal eens onvoorzichtig en onnadenkend in zijn uitspraken. Theologische zelfcontrole was niet zijn sterkste zijde. Daardoor zouden zijn problematische uitdrukkingen na de oorlog in toenemende mate bezwaar ontmoeten. Bij de groeiende tegenstellingen en spanningen speelde ook de politieke component een rol: een verschil in waardering ten aanzien van de bezetting van de Duitsers tussen ds. Kersten en ds. Kok. Golverdingen concludeert dat bij de scheuring van 1953 een ontlading van allerlei spanningen heeft plaatsgevonden.

De confrontatie in de jaren 1947 en 1948 is niet in de laatste plaats veroorzaakt door verschillende uitdrukkingen en zienswijzen van ds. Kok, die voorkwamen in zijn preken en geschriften. In toenemende mate accentueert hij in die preken dat de beloften van het Evangelie aan elk lid van de gemeente zijn geschonken. Daartegenover staan de artikelen van dr. Steenblok, die zich kenmerken door een hoog abstractieniveau en een uitgesproken logische denktrant. Een en ander resulteert in de bekende vergadering van de classis Barneveld op 1 juni 1948. Daar zijn bezwaren ingebracht tegen de leer van ds. Kok. Daar vindt dan ook de confrontatie plaats, maar ook de verzoening. Hoewel ds. Kok zijn Rotterdamse collega ds. Kersten eerst zeer onheus behandelt, is duidelijk dat de laatste zich richt op een verzoening met ds. Kok en diens behoud voor de kring der gemeenten. Alle aanwezigen stemmen ten slotte in met een verklaring van acht punten. Daarin wordt de leer van de twee verbonden kort vertolkt en beklemtoond dat de beloften van het verbond alleen aan de uitverkorenen zijn vermaakt. Tegelijkertijd wordt benadrukt dat de soevereine genade nooit de verantwoordelijkheid van de mens opheft, die verdoemd en gestraft wordt om eigen ongeloof en zonden. Zo werden nog vóór het sterven van ds. Kersten op 6 september 1948 alle theologische verschillen van inzicht tussen ds. Kersten en ds. Kok vereffend. En dat gaf ondanks alles weer perspectief.

Een laatste poging van Kersten om de opgetreden divergentie binnen de Gereformeerde Gemeenten af te zwakken en opnieuw de integratie van de gemeenten te bevorderen, is geweest een door hem verzorgde uitgave eind augustus 1948. Het betreft een vertaling van een beschouwing van de gebroeders Erskine en J. Fisher over Het verbond der genade, die door ds. Kersten werd voorzien van een inleiding van vijf pagina's. Ongetwijfeld heeft Kersten met deze uitgave bedoeld de koers van zijn beoogde opvolger dr. Steenblok bij te sturen. Enerzijds zien we dat hierdoor ds. Kok weer wordt herinnerd aan het voornaamste punt, op de classis Barneveld overeengekomen, namelijk dat de beloften van het Evangelie niet geschonken zijn aan elke hoorder daarvan, maar aan de uitverkorenen zijn vermaakt. Tegelijkertijd wordt door ds. Kersten de strak logische benadering van de beloften vanuit de verkiezing (door ds. Steenblok) doorbroken door de hantering van de begrippen 'recht van toegang' (alle hoorders van het Evangelie) en 'recht van bezit' (alleen door het geloof). Immers ontbrak in de sterk theoretische artikelenreeks van ds. Steenblok geheel of vrijwel geheel de aanbieding van de genade in de bediening van het Evangelie.

Helaas is de onrust na het sterven van ds. Kersten weer toegenomen. De toenemende polarisatie tussen ds. Kok en ds. Steenblok zou resulteren in de schorsing van ds. Kok in 1950 en de breuk in de Gereformeerde Gemeenten in 1953. Dit wordt door de schrijver aangestipt in het zevende en laatste hoofdstuk: Evaluatie. En toch, boven alle breuklijnen op kerkelijk terrein mag gewezen worden op het perspectief van de eenheid in Gods Koninkrijk, dat door alles heen gestalte zal verkrijgen en dat zal zijn tot in eeuwigheid. Zo eindigt br. Golverdingen de Evaluatie met de woorden uit Psalm 93: 'Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee. Uw getuigenissen zijn zeer getrouw, de heiligheid is Uwen huize sierlijk, HEERE, tot lange dagen'.

Slotopmerkingen

Na de zeven hoofdstukken volgen nog bijlagen, noten (55 pagina's met veel interessante detail-informatie), bronnen en registers. We mogen aan het einde van deze weergave van de inhoud van het boek van ds. Golverdingen concluderen, dat we veel waardering hebben voor de wijze waarop hij een voor de Gereformeerde Gemeenten belangwekkende en gevoelige materie heeft behandeld. Maar ook voor de lessen die we daaruit kunnen trekken, al bewijst de geschiedenis steeds weer dat we van de geschiedenis niet veel leren. De schrijver heeft de licht- en schaduwzijden van de jaren 1928- 1948 op een evenwichtige wijze laten zien. Ook heeft hij getracht steeds weer de diverse meningen op een eerlijke wijze en genuanceerd weer te geven. Gezegd moet worden dat de auteur ook op objectieve en genuanceerde wijze heeft geschreven over de door hem zeer gewaardeerde en in een biografie beschreven ds. G.H. Kersten.

Op genuanceerde wijze de zaken beschrijven is overigens niet hetzelfde als vaag en onduidelijk blijven. Integendeel; zo zien we dat de schrijver heel helder en goed beargumenteerd de meningen van schrijvers als J. Blaauwendraad en J.R Zwemer afwijst. Wellicht zullen lezers van deze artikelenreeks concluderen dat ze het eigenlijk allemaal wel wisten. En inderdaad, diverse meningen (zoals over de algemene genade) waren wel bekend. Echter, de achterliggende details en de bronnen die door ds.

Golverdingen worden aangedragen, waren tot hiertoe veel minder of helemaal niet bekend. En vandaar dat we mogen zeggen, dat de schrijver een oude geschiedenis nieuw leven heeft ingeblazen. Ook de oude leeruitspraken van 1931 worden als het ware weer nieuw. En dat is helemaal niet erg. Ik heb dan ook enige moeite met de volgende zinsnede van ds. Golverdingen op p. 191: 'Leeruitspraken behoren typisch bij het kerkelijke klimaat van de eerste helft van de twintigste eeuw. Het feit dat ze in een belangrijke mate hebben bijgedragen aan de huidige kerkelijke verdeeldheid impliceert, dat het verder hanteren van dit instrument vandaag als verouderd en onwenselijk moet worden gezien'. Hierbij kan de vraag gesteld worden of de uitspraken van 1931 dan debet geweest zijn aan die kerkelijke verdeeldheid. Feit is toch, dat die verdeeldheid er al was en dat de uitspraken niet meer of minder hebben gedaan dan het bepalen van de leerstellige positie van onze gemeenten in de strijd om de verbonden. Wellicht had dit derhalve iets duidelijker moeten worden geformuleerd, want het zal de bedoeling van de schrijver niet zijn om een beroep vandaag op 1931 als verouderd en onwenselijk te bestempelen. Door de behandeling van de diverse wat dogmatisch gekleurde onderwerpen in het boek zou het geheel wat dor en theoretisch kunnen overkomen. U zult echter al wel geproefd hebben, dat dat zeker niet het geval is. Golverdingen heeft een en ander op een zeer boeiende wijze naar voren weten te brengen. Wat dat betreft had ik graag gezien dat de schrijver nog wat meer de lijnen naar 1953 doorgetrokken had. Nu ligt de grens bij 1948, wanneer ds. G.H. Kersten wegvalt. Gezien de voortgaande ontwikkelingen rond de predikanten Kok en Steenblok was echter 1953 toch wat logischer geweest. Maar misschien komt dat nog eens in een vervolg.

Intussen hoop ik van harte dat velen dit boek zullen lezen. Tot lering en waarschuwing. Ook om doordrongen te zijn van het onmiskenbare feit, dat de Heere ondanks alles in onze gemeenten Zijn gunst en genade heeft willen verheerlijken. We mogen ook onze oudere jeugd wel aansporen tot het lezen van dit werk ter bevordering van enig kerkhistorisch besef Dat is in onze dagen niet overbodig. Gezien de inhoud en de prachtige uitvoering met vele foto's is dit boek niet te duur. De Heere mocht lezing ervan zegenen.

N.a.v. Golverdingen, M. Om het behoud van een kerk. Uitg. Den Hertog, Houten. Prijs: € 22, 50. 302 pagina's.

's-Gravenpolder,

ds. J. Schipper

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Om het behoud van een kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 2005

De Saambinder | 16 Pagina's