Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toeëigening des heils

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toeëigening des heils

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bijbels-confessionele toelichting

In de bijbels-confessionele toelichting moeten sommige van deze gestelde vragen zeker aan de orde komen. We willen met elkaar gaan luisteren naar de Schrift en wat onze belijdenis daarvan als een samenvatting heeft opgenomen.

Allereerst moet het voor ons duidelijk zijn, dat de naam van de toeëigening des heils nergens letterlijk in Gods Woord wordt genoemd, maar de zaak, daarmee aangeduid zoveel te meer.

De toeëigening des heils is dan ook een door-en-door bijbels gegevens. De toeëigening behoort tot het meest wezenlijke in de beoefening van het geloof. Het is eigen aan het geloof om te “mijnen”, dat is “mijn” te roepen, ook voor mij! Het is de persoonlijke belijdenis, dat men door Gods genade mag delen in het heil, de zaligheid, door Christus aangebracht en dat men leven mag uit de weldaden van Christus. Alles wat wij bezitten aan geestelijk goed, danken wij aan Hem. De verzoening, de verlossing, de vergeving, de gerechtigheid, de heiligheid, de vrede, de vreugde. Wij hebben dat alles door Hem en in Hem. Daarbij is het werk van de Heilige Geest niet weg te denken.

In de toeëigening des heils in het leven van de zondaar bestaat er een onverbrekelijke eenheid tussen het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het is God, Die verkiest tot de zaligheid, de Zoon, Die de zaligheid verwerft en het is de Heilige Geest, Die ons de zaligheid deelachtig maakt.

Er zou geen sprake kunnen zijn van toeëigening, wanneer God hierbij niet de Eerste en de Laatste was.

Door het geloof leren wij dat toestemmen en in dit geloof raakt de ziel verlegen om de toepassende werking van God de Heilige Geest om met Thomas aan de voeten van de Heere Jezus Christus terecht te komen en in verwondering te kunnen belijden: “Mijn Heere en mijn God!”

Wie de Schrift mag nalezen op het grote belang van de persoonlijke geloofstoeëigening zal niet minder dan 300 x het geloof of het geloven en de werkzaamheden van het geloof aantreffen in direct verband met het woordje “mij” of “ons”.

In Psalm 18 vs. 2 en 3 gebruikt David in één adem niet minder dan achtmaal het toeëigenende woord “mijn”.

Uit de inhoud van deze Psalm kunnen wij ook rijke lessen trekken, wanneer wij antwoord willen geven op de vraag hoe David tot deze heerlijke geloofsbelijdenis was gekomen en op welke wijze wij zélf zover zullen kunnen komen.

Niet anders dan in de weg van de goede strijd des geloofs. Langs geen andere weg kwam David tot de persoonlijke beleving van Wie de Heere voor hem was. Mijn Sterkte, mijn Steenrots, mijn Burg, mijn Uithelper, CH mijn God!

Daarmee wil ik uiteraard niet zeggen, dat onze levensgang een kopie moet zijn van Davids leven, maar wel, dat de toeëigening des heils niet buiten strijden en lijden, niet zonder aanvechting en beproeving gekend kan worden.

Ook daarvan geeft de Schrift vele voorbeelden. Om maar bij de Psalmen te blijven, denk ik aan Asaf in Psalm 73. Wanneer horen wij hem als het ware zingen mijn Rots, mijn Deel, mijn eeuwig Goed? Nadat hij in zijn bangste vertwijfelingen zijn nood tot God had mogen klagen en zichzelf had moeten aanklagen: “Toen was ik onvernuftig en wist niets; ik was een groot beest bij U”. Nu moeten wij uiteraard weer niet in een andere fout vervallen door van onze geloofsstrijd en persoonlijke moeiten een grond te maken. Deze wetenschap kan ons echter wel ten dienste zijn om ons voor alle vanzelfsprekendheid te bewaren t.a.v. de toeëigening des heils.

De schijngelovige, de hypocriet, de geveinsde verstaat van deze dingen niets. Zij komen niet verder dan een beredeneerd geloof, waarin alles vanzelfsprekend is en er geen plaats over blijft voor Gods genade. Van het geheim, dat de vanzelfsprekendheid de dood is van de genade en de genade de dood is van de vanzelfsprekendheid (G. Boer), hebben zij geen weet.

Van de worstelingen van het geloof zijn zij vreemdelingen.

Het is misschien wel goed om in dit verband onderscheid te maken tussen schenking en deelachtigmaking als het gaat over het geschonken en ontvangen heil van Christus.

Oude woorden, maar zeker geen verouderde woorden, het is de taal van de Reformatie. Zij werden en worden gebruikt om iets in woorden uit te kunnen drukken van de schat, die door de kerk van de Reformatie weer werd ontdekt. Zij vormen de klankbodem van onze belijdenisgeschriften en geven duidelijk weer op welke wijze een zondaar in het bezit gesteld wordt van de genade van God in Christus. Alleen door het Woord, uit genade alleen, door het geloof.

Dezelfde gedachtengang vinden wij terug in ons klassieke Doops- en Avondmaalsformulier. Om dit met een enkel voorbeeld te illustreren zouden wij kunnen denken aan de woorden uit het dankgebed van het Avondmaalsformulier: “Wij danken U van ganser harte, dat Gij uit grondeloze barmhartigheid ons Uw eniggeboren Zoon tot een Middelaar en offer voor onze zonden en tot een spijze en drank des eeuwigen levens geschonken hebt en dat Gij ons geeft een waarachtig geloof, waardoor wij zulke Uw weldaden deelachtig worden.”

In deze zelfde geest worden wij uit de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofs Belijdenis en de

Dordtse Leerregels onderwezen in de weg der zaligheid.

In Zondag 7 wordt gesproken over het ware geloof, dat gekenmerkt wordt door een stellig weten of kennis en een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid door God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil.

In antwoord 53 horen wij de gelovige belijden, dat de Heilige Geest ook hem gegeven is, opdat Hij hem door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make.

Vervolgens maakt Zondag 25 ons duidelijk, dat alleen het geloof ons verbindt aan Christus en doet delen in Zijn weldaden.

Verder, dat de sacramenten zijn ingesteld om ons de belofte van het evangelie des te beter te verstaan te geven en te verzegelen, nl. dat God ons om het offer van Christus vergeving van zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt.

Voor wat betreft de Nederlands Geloofs Belijdenis zou ik willen verwijzen naar de art. 22 en 35, in de Dordtse Leerregels spreken m.n. de hoofdstukken III/IV een duidelijke taal als het gaat over de aanbieding van Christus en de zaligheid door Hem in de prediking van het Evangelie. Opvallend is de grote plaats, die onze belijdenisgeschriften terecht toekennen aan het Woord van God. Begrijpelijk en haast overbodig om te zeggen, dat dat juist de tijdloze waarde van ons kerkelijk belijden bepaalt. De opstellers van de drie formulieren van enigheid en onze klassieke liturgische geschriften hebben geput uit de Bron van de Schrift zelf, als de heilsfontein bij uitnemendheid.

Samenvattend zou ik tenslotte onze bijbels-confessionele bezinning op de toeëigening des heils willen weergeven met de woorden van wijlen Ds. Heerma uit zijn boekje “Van Gods Verbond en Woorden”. Hij schreef daarover op schriftuurlijke- en praktische wijze o.a. het volgende: “De deelachtigmaking houdt in, dat het in de belofte, in het Evangelie geschonken heil, nu door het geloof mijn onverliesbaar deel is geworden. Het heil des Heeren, de genade Gods moet ons niet alleen in het Woord Gods geschonken worden, aangeboden worden, maar het moet ook worden aangenomen door het geloof; het moet ons worden toegeëigend door de Heilige Geest. De toeëigening, de deelachtigmaking is niet mogelijk zonder de schenking. Terwijl ons goed duidelijk moet zijn, dat deze schenking zonder de toeëigening ons geen nut zal doen en geen eeuwig heil zal brengen”.

Verder merkte hij op: “De schenking gaat aan het geloof vooraf. Dat is de belofte des Evangelies. Maar de deelachtigmaking niet. Door het geloof maakt de Heilige Geest het mij deelachtig. De verzekering van Godswege, dat al mijn zonden vergeven zijn, dat ik het heil deelachtig ben, dat de Heere Zelf mijn deel is, volgt op het geloof’. Een voluit christelijk-gereformeerd geluid, wat ons van harte verbindt aan hen, die ons het Woord Gods verkondigd hebben.

Uit de mond van onze vroegere hoogleraren verneemt u geen ander geluid dan dit. Prof. J.J. van er Schuit wees met nadruk op de samenhang van schenking en deelachtigmaking, o.a. in zijn boekje “Ten dis geleid”. En prof. G. Wisse schreef in “de drie gezellinnen op de Pelgrimsreis” de behartenswaardige woorden: “De toerekening is uit genade, de toeëigening door het geloof als een daad des Geestes in de ziel, waarbij ik het onderwerp word. Niet de Geest gelooft in mij. Ik geloof. Het is geen geloven of het is geloven in de beloften Gods, die Christus als inhoud hebben”.

Er zou meer te noemen zijn, maar wij moeten verder naar de plaats van de toeëigening in prediking en pastoraat. Daarbij moeten wij ons gebonden weten aan het Woord, waarop wij aangewezen blijven om het verlorene te zoeken en het weggedrevene terug te brengen, het gebrokene te verbinden en het zieke te genezen.

Het Woord moet daarbij als het middel van Gods genade gebruikt worden en niet dan tot schade voor onze zielen laten wij dat ongebruikt liggen. Even dwaas zijn wij dan als de patiënt, die de medicijnen van de dokter laat voor wat ze zijn en hoopt, dat hij vanzelf genezen zal. Er gaat ook in het geloofsleven niets vanzelf. Hoe zeer leerde Maarten Luther dat verstaan.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1995

Bewaar het pand | 10 Pagina's

De toeëigening des heils

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1995

Bewaar het pand | 10 Pagina's