Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het omniversum van de Kattekers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het omniversum van de Kattekers

A. Th. van Deursen schreef voor breed publiek ‘In Katwijk is alles anders’

10 minuten leestijd

Ruim twintig jaar geleden was ik bij de bevestiging van een nieuwe dienaar des Woords van Katwijk aan Zee. Tot mijn verbazing werd hem te verstaan gegeven dat hij blij mocht zijn dit beroep te hebben ontvangen. Gewoonlijk is het andersom. Er heerst dankbaarheid dat een dominee ja heeft gezegd. Het voorval tekent het gevoel van eigenwaarde van vele Kattekers. Want het eigenaardige is dat er ondanks alles dominees voor Katwijk bedanken en – naar ik aanneem – toch weloverwogen.

Predikanten die alsnog voor de keuze zullen worden gesteld, hebben sinds begin oktober nieuw houvast. In het nieuwe boek van mijn geliefde leermeester A.Th. van Deursen kunnen zij lezen wat Kattek wel en niet in huis heeft. Ze zullen een goed beeld krijgen van wat daar de laatste halve eeuw is omgegaan.
Het boek is uiteraard voor een veel breder publiek geschreven. In feite voor alle Katwijkers, en voor allen die belang stellen in een gemeenschap waar de kerk nog echt in het midden staat. Eigenlijk twee kerken, want hoewel dit de oningevoerde lezer pas gaandeweg duidelijk wordt, bestaat Katwijk oorspronkelijk uit twee kerkdorpen, Katwijk aan de Rijn en Katwijk aan Zee.
‘Binnen’, aan de Rijn dus, ligt wat verscholen, met een prachtige, verstilde oude kern, en een fraaie molen met de unieke naam “De geregtigheid”. Het heeft een eigen karakter als voormalig tuindersdorp, compleet met veiling en een goed confessionele, maar open traditie. Daarnaast bestaat er ook een kleine Rooms-Katholieke gemeenschap.
Het beeld van Katwijk wordt voor buitenstaanders echter bepaald door het veel drukkere Katwijk aan Zee, met zijn Boulevard, zijn witte Andreaskerk en vuurbaak, zijn visserij en zijn toerisme. Dit dorp heeft niet alleen de tuinbouwgrond van Binnen opgeslokt, maar zich ook uitgebreid aan de overzijde van de Rijn totdat het bijna een stad werd.
Hier zijn in de hervormde gemeente naast de oorspronkelijk confessionele wijkgemeenten, zoals vaak ook elders in Zuid-Holland, in de twintigste eeuw de gereformeerde-bondswijken gegroeid. Daarnaast zijn intussen vele andere kerken er vertegenwoordigd en als vreemde eend in de bijt zelfs de Soefi-gemeenschap met een voor Europa unieke tempel. Verder neemt het aantal niet kerkelijken uiteraard toe, ook hier.

De aanbieding van het boek
Sinds 1 januari 2006 is Katwijk op weg naar een nieuw evenwicht, want toen werd het met de eveneens ‘binnen’ gelegen gemeenten Rijnsburg en Valkenburg tot één geheel versmolten. Maar dat valt buiten het bestek van dit boek. Deze fusie was overigens voor burgemeester Jos Wienen de aanleiding om Van Deursen te benaderen voor een beschrijving van de Katwijkse geschiedenis.
Bij de aanbieding van In Katwijk is alles anders op 10 oktober 2011 in de raadszaal van het gemeentehuis kwam hij daar uitgebreid over te spreken. Daar had zich een klein, maar rijk geschakeerd gezelschap gevormd van kinderen en kleinkinderen, en verder vrienden, Katwijkers die de totstandkoming van het boek hadden gesteund, en belangstellenden uit de kerkelijke wereld, zoals dominee Wim van Weelden en Piet van de Breevaart namens Protestants Nederland.
Burgemeester Wienen, zelf van huis uit historicus en theoloog, noemde het boek een “feest van herkenning” voor de Katwijkers. Hij had ook nog een verrassing in petto voor de auteur, namelijk de zilveren erepenning van de gemeente. Daarmee betoonde de gemeenteraad zich een heel wat buigzamer opdrachtgever dan de Vrije Universiteit, die destijds het door Van Deursen geschreven gedenkboek afkeurde en negeerde. Het is soms heel moeilijk om in de spiegel te blijven kijken.
Hierna kwam Bart Jan Spruyt aan het woord. In zijn uitstekende inleiding prees hij de publicatie als vintage Van Deursen. Hij wees verder onder andere op de ambachtelijke methode van werken, eerst gegevens verzamelen, dan structuur aanbrengen
en vervolgens een nieuw beeld geven. Het boek zelf is doorgloeid van de liefde voor het geloof en voor de mensen. Het lijkt ook wel met meer “onbekommerde vrolijkheid” te zijn geschreven dan vorige geschriften.
De trotse uitgever, Mai Spijkers, overhandigde het boek aan Van Deursen, die het op zijn beurt aan de burgemeester aanbood. Tot ieders verdriet moest dat vanuit een rolstoel gebeuren. Vlak na het voltooien van het boek brak de slopende ziekte die Van Deursen reeds lang moet dragen, in volle hevigheid uit. Vandaar dat hij nu in een verpleeghuis verblijft.
Van Deursen roerde dit ook zelf aan. Hij wees op het ongewone van deze aanbieding. Lange tijd had hij naar deze gebeurtenis uitgezien. Ook had hij zich destijds voorgesteld al wandelend door het dorp te worden aangeschoten door Katwijkers die hem er op wezen dat hij maar onzin had verkondigd. Dat de ziekte pas opnieuw was uitgebroken na de afronding van het boek, noemde hij geen toeval maar zegen. Zegen die hij ook had gevonden bij mensen om hem heen, en bij allen die geholpen hadden bij de totstandkoming van het werk.

De aanpak van het onderzoek
Van Deursen had dus ja gezegd tegen de burgemeester, op voorwaarde dat hij een werkkamer op het gemeentehuis kon krijgen. Zo gebeurde het, dat een kleinzoon ter plekke kon vaststellen dat opa “kranten aan het overschrijven” was. Want de betreffende afleveringen van de Katwijksche Post, een ruggengraatbron voor het dorpsleven, waren daar heen gebracht.
Alles van enig aanbelang kwam zo op systeemkaartjes terecht. De kleinzoon was intussen niet gerust op het resultaat. Maar hij kan tevreden zijn. Zijn opa heeft op zijn tachtigste opnieuw een leesbaar en prikkelend boek mogen afleveren, een zegen op zich.
Het is tekenend dat Van Deursen niet is begonnen met de notulen van de gemeenteraad. Van meet af aan wilde hij graag weten wat de ingezetenen van zijn nieuwe woonplaats dreef, niet zozeer hoe ze werden bestuurd of bepreekt. Bestuurlijke, politieke, kerkelijke en culturele documenten kwamen daarom op de tweede plaats.
Het Katwijkse leven moest worden beschreven in hoofdlijnen en met ondersteunende details die vaak ook de basis van onderkoelde humor konden vormen. Vele gewichtige Katwijkers zullen zichzelf dan ook niet in het boek tegenkomen. Het is immers alles behalve wat in vakkringen oneerbiedig een omgevallen kaartenbak wordt genoemd. Er is gekozen en weggelaten, zoals het de goede historicus betaamt.

Het boek zelf
Zoals gezegd staan de Kattekers centraal in het boek. Hun wederwaardigheden worden in drie gedeelten beschreven. De jaren van 1940 tot 1964 brachten onder andere de oorlog met afbraak van een flink deel van het dorp, de wederopbouw, het herstel van het toerisme, de visserij, de tuinbouw en de industrie, maar ook onrust in de hervormde gemeente.
In de overgangstijd hierna, vanaf 1965, werd de vleetvisserij vervangen door grote trawlers, breidde Katwijk zich enorm uit met alle gevolgen van dien en werden de eerste uitdagingen van een nieuwe geest waarneembaar. Van 1983 tot 2005 kreeg de visserij een definitieve knauw en bracht het Samen op Weg proces onrust en breuken. Het jeugdwerk verliet de oude beddingen.
Dit alles is maar een greep uit het geheel, met de aansporing zelf te lezen. In kaleidoskopische paragrafen komen zowel het blijvende als de veranderingen aan de orde. Dan gaat het niet alleen om het karakter en de betekenis van het begrip familiebadplaats, de afname van het aantal particuliere kamers voor gasten (die Scheveningers evengoed zullen herkennen), de achteruitgang van de tuinbouw en het sluiten van de veiling in Katwijk aan de Rijn, omdat de geschikte gronden werden opgeslokt door nieuwbouw.
Ook cultuur, met name de vele koren, vermaak en vooral ook onderwijs, jeugdwerk en sport komen uitgebreid aan de orde. Soms voor niet-Katwijkers erg ruim, maar de inwoners zullen smullen van de details en de humor er omheen.
In Katwijk is alles anders. Niet: in Katwijk is alles beter. Want Van Deursen ziet ook de schaduwzijden en hij benoemt ze. Dorpspolitiek op zijn smalst, noemt de Groningse stadjer het gehakketak van enkele raadsleden ergens. Ook laat hij regelmatig doorschemeren dat de Katwijkers wel erg huisbakken waren en reeds daarom weinig te porren voor vernieuwing die wel bij de eigen leefstijl kon passen. Ook problemen met drank, drugs en huiselijk geweld komen vrijelijk aan de orde. Het gaat om een portret, met liefde geschilderd, maar inclusief de wratten en de puistjes.
In Katwijk is alles anders. Evenmin: in Katwijk is alles slechter. Dat was de verborgen boodschap geweest achter de uitspraak van mevrouw Hilde Rost-de Bruijn, destijds VVD-raadslid van Rijnsburg, waaraan de hoofdtitel is ontleend. Een raadslid van dezelfde partij, mevrouw Van Paridon-Van Tol meende in dezelfde lijn door nietstemmers mee te tellen te bewijzen dat in Katwijk een kleine politieke meerderheid niet christelijk was. Dat zag ze niet terug in de raad. Daar zit de pijn. In Katwijk moet een minderheid ondervinden hoe een meerderheid, soms verscholen achter zakelijke argumenten, eigen principes doorzet. Het is een gelijkenis die liberalen helemaal niet bevalt. Zo zullen ook anderen aanstoot nemen aan Katwijk.

De ontmoeting met de wereld
Eigenlijk geeft de ondertitel van het boek “Een christelijk dorp ontmoet de wereld”, nog beter de kern aan. Van Deursen laat zien hoe die confrontatie, want dat was het óók wel, sluipenderwijs plaatsvond, van buitenaf en van binnenuit. Totdat het paarse kabinet de gemeente dwong tot maatregelen die zij afkeurde, zoals de aanwijzing van een (minuscuul) naaktstrand en de vergunning voor een bordeel (ver weg, op een industrieterrein).
Van Deursen concludeert dat het nooit meer zal worden zoals vroeger. Katwijk wilde christelijk blijven, anders. Maar het kon zich niet aan de buitenwereld onttrekken. Processen als secularisatie en ontkerkelijking gingen langzamer dan elders, maar zetten toch door, ondanks de tegenkrachten in kerk en politiek. Katwijk bewoog wel degelijk mee, bijvoorbeeld in het jeugdwerk. Kerken en clubs leefden wel bij de kerkelijke traditie maar niet bij de kerkelijke belijdenis. De mens werd uitgangspunt.
Daarnaast begon de buitenwereld processen te verhaasten, die Katwijk niet of nog niet wilde doormaken. Ten laatste heeft de meerderheid altijd de teugels in handen weten te houden. Kortom, “in Katwijk is daarom niet meer alles anders, maar veel is toch anders gebleven”. Zoals Bart Jan Spruyt het verwoordde: God is in Katwijk aanwezig gebleven, het gaat hier om een anti-Mak.

Een vraag
Het is natuurlijk onmogelijk een rijk en levendig boek in kort bestek ook maar enig recht te doen. Een vraag die bij mij bleef hangen was, of de Katwijkse traditie echt zo oud is. Van Deursen beschrijft hoe W.L. Tukker rond 1960 een einde maakte aan kerkelijk gekissebis. Dat is lofwaardig. Maar deze ontwikkeling luidde ook de groei in van de Gereformeerde Bond op zijn strengst, op de voet gevolgd door grote stemmenwinst voor de SGP. Ik vraag mij daarom af, of hier, op basis van werkelijk bestaande onvrede, ook in Katwijk niet een nieuwe invention of tradition heeft plaatsgevonden.
Het aansluiten bij een vermeende of soms zelfs geconstrueerde traditie, is een strategie van een gemeenschap die zich bedreigd voelt. Dan wordt die traditie iets dat eeuwenlang zo is geweest, onveranderlijk. Zo kan de flexibiliteit verdwijnen, die het mogelijk maakt met behoud van eigen beginselen en leefwijze toch openingen te vinden naar de naaste, het hart te laten spreken naast het verstand.
Dit dekt, denk ik, niet helemaal de tegenstelling die Van Deursen aanwijst tussen christelijke traditie en belijdenis. Bij tijd en wijle heb ik tijdens de lezing van het boek toch het gevoel gekregen dat er onnodig muren werden opgetrokken, ook vanuit de belijdenis. Zo is de uitzending van een dovendienst, enthousiast gesteund door J.P. van Roon, die ik toch niet als een flierefluiter ken, in 1985 geblokkeerd door zijn bondscollegae.
Maar wellicht hoor ik dan als voorbijganger op bezoek in het verpleeghuis van Van Deursen nog wel dat ik het niet helemaal of helemaal niet goed begrijp.

Omniversum
Wethouder Bergman, iemand met veel verdiensten en veel begrip voor de Kattekers, heeft eens vastgesteld dat zij Katwijk beschouwden als het middelpunt van het universum. Van Deursen heeft een omniversum voor de Kattekers gemaakt, met indringende beelden en levendige ontmoetingen, maar wel met oog voor de buitenwereld en voor de veranderingen die verder zullen gaan. Een omniversum dat voor alle bezoekers leerzaam en aangenaam verpozen is.


Naar aanleiding van: A. Th. van Deursen, In Katwijk is alles anders. Een christelijk dorp ontmoet de wereld, 1940-2005. Uitgave van Bert Bakker, Amsterdam, 2011. ISBN 978 90 351 3657 1. 464 Blz.; prijs € 29,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Het omniversum van de Kattekers

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

Protestants Nederland | 28 Pagina's