Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openbaring van Johannes 17 : 14.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openbaring van Johannes 17 : 14.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen , (want het is een Heer der heeren, en een Koning der koningen) en die met Hem zijn, de geroepenen , en uitverkorenen en geloovigen.

Het boek der Openbaring van Johannes geeft eene beschrijving, in betooning des Geestes en der kracht, van den heeten strijd, dien de Gemeente Gods heeft te verduren, — maar ook van de heerlijke zegepraal, die haar deel is door de overwinning van haar Hoofd en Heere.
De strijd gaat om en tegen den Christus Gods, en om Zijnentwil tegen Zijne Gemeente. Daarom staat er geschreven : „Deze zullen tegen het Lam krijgen.'"
Wie zijn deze, en wat bedoelen zij, die tegen het Lam krijgen? Naar de uitlegging van het gezicht, dat de Apostel Johannes ontving, zijn het: tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op eene ure met het beest. Het getal „tien" drukt uit het groote aantal dergenen, die tegen het Lam krijgen; waarbij men geenszins letterlijk aan koningen behoeft te denken, maar veeleer (naar de in het boek der Openbaringen veelvuldige beeldspraak) in het algemeen aan de geweldhebbers dezer wereld. Ook worden koningen en koninkrijken samengevoegd in den zin zooals (Psalm 2) vorsten en volken genoemd worden. Alles duidt op de groote en uitgestrekte macht van het beest met zijne aanbidders, d. i. van den antichrist. „Het beest, de hoer, die op het beest zit, de valsche profeet," deze, met al hunne gezanten en dienaars, zijn de werktuigen van den „grooten draak", de oude slang, van den satanas, don duivel, die de vader is der leugenen, de menschenmoorder van den beginne; te zamen maken zij uit het rijk van den antichrist, wiens beginselen en werkingen als des boozen geestes, ons door Mozes en de Profeten worden beschreven, en waartegen de Evangelisten en Apostelen in hunne geschriften ons waarschuwen. Zoo openbaart zich die geest uit den afgrond in al de werken der duisternis : leugen en bedrog, huichelarij, onreinheid en allerlei ongerechtigheid, invalsche leer en goddeloos leven; zich te sterker en stouter vertoonende, naarmate de afval van het Woord Gods toeneemt. Want wat dien geest weêrhoudt, is alléén de prediking des geloofs, de zuivere prediking van
Wet en Evangelie op bevel en in de hand des Heeren onzes Gods, Die toch in den hemel woont en doet al wat Hem behaagt (Ps. 115: 3).
Deze geest van den antichrist, van welken de Apostel Johannes in zijne brieven schrijft: „hij is nu alreede in de wereld" (1 Joh. 4: 2), kwam dan niet in deze dagen van bij- en ongeloof zich openbaren, maar heeft zich geopenbaard en deed zijne werking, sedert de vorst der duisternis de menschenkinderen, vorsten en volken ten strijde voerde tegen den Christus Gods.
Vele goede uitleggers hebben den paus te Rome den antichrist, en de roomsche kerk zijn zetel en gebied genoemd; doch niet uitsluitend van die zijde hebben wij hem te vreezen. Luther heeft van Nimrod, dien „geweldigen jager voor het aangezicht des Heeren", ergens gezegd, dat hij „de paus van den toenmaligen tijd" was. Zoo zien wij den antichrist zich openbaren in liet Joodsche Sanhedrin en in Herodes en Pilatus, die zich te zamen verbonden hebben in booze raadslagen tegen „den Heere en Zijnen Gezalfde." —
Dat vele oude Gereformeerde uitleggers, in aansluiting met de Hervormers, bij de beschrijving van het „beest" of den „antichrist" en van de „vrouw, die op het beest zat", aan Rome's heerschappij dachten, ligt voor de hand; immers zij was toen de wereldmacht. Maar wel moet bedacht worden, dat, volgens de beschrijving in het boek der Openbaring — een boek, dat den strijd der Gemeente Gods tot aan de voleindiging der eeuwen beschrijft — de tirannie van den antichrist zich de geheele wereld en al de eeuwen door gevoelen laat.
Aan de Roomsche kerk, zooals zij toch den Christus Gods verwerpt, verloochen en de metterdaad den éénigen en volkomenen Zaligmaker Jesus, hebben wij dan niet alléén te denken, maar aan alles, wat op dezelfde fundamenten rust en uit hetzelfde beginsel werkzaam is, — ja, ofschoon het ook schijnbaar van Rome niet weten wil, evenwel op denzelfden grond van eigene gerechtigheid en zaliging zich beweegt, en de grondslagen van „het geloof, eenmaal den heiligen overgeleverd", ondermijnt, om zich staande te houden in de vijandschap tegen Gods eeuwig-geldende Wet en tegen den rijkdom Zijner genade, in Zijn eeuwig Evangelie geopenbaard, en om de vonden van allerlei ongerechtigheid, afgoderij , leugen en tooverij te handhaven en te verbreiden.
Die tegen het Lam strijden zijn allen, die naar den hoogmoed en het onverstand, de haat en vijandschap van het menschelijk hart daarin [overeenkomen, dat zij, hoezeer ook somwijlen elkander bestrijdende, telkens, al naar de omstandigheden, zich aaneensluiten, om den loop van het eeuwig Evangelie op de aarde te stuiten. Eén geest drijft hen, nl. om eigen rijk op te richten, en het Koninkrijk Gods, het Rijk Zijner genade en gerechtigheid, ware het mogelijk, te verdelgen. Het is een krijgen, een woeden in haat en vijandschap tegen de heerschappij der genade en waarheid JESU CHRISTI. — BULLINGER , de opvolger van den Zwitserschen Hervormer ZWINGLI, in zijne verklaring van de woorden : „deze zullen tegen het Lam krijgen," zegt: „zoo zullen deze niet Christus zeiven bestrijden (want zij willen Christenen zijn), maar het Lam, d. i. de heiligmaking, rechtvaardigmaking en genoegdoening Christi.
Want zoo heden ten dage iemand zeide, dat de Zone Gods de allerheiligste ware, door Wien alléén de zonden vergeven en wij geheiligd worden, en niet daarbij voegde, dat de paus te Rome ook de allerheiligste ware , die door den aflaat, dien hij uitdeelt, reinigt, of veelmeer zeide, dat de aflaat leugen en bedrog ware en de paus de alleronreinste, — die zoude voorwaar voor geen recht geloovig man gehouden worden, hij zoude ook hierom niet verschoond worden, dat hij het Lam Gods beleden had. Wanneer iemand zoude bekennen, dat alléén de gerechtigheid in den Zone Gods ware en alléén door het geloof, en dat ook niet door de werken en onze verdiensten de menschen rechtvaardig gemaakt worden, — die wordt gedood of in de gevangenis geworpen; en hem zou de bekentenis van het Lam Gods niet helpen. Wanneer iemand zegt, dat hij volkomenljjk verzoend is door de éénige offerande Christi, aan het kruis geofferd, als des onbevlckten Lams — dat van den beginne geofferd is, en hij behoefde de pauselijke mis niet, — die wordt ten eerste in de gevangenis geleid en daarna in het vuur geworpen." —
Aan deze uitlegging voegen wij niets toe, maar wijzen er meê op onzen tijd. Ach, hoe wijd strekt zich die geest uit, die onder den naam van „christelijk" den Christus Gods bestrijdt, krijg voert tegen het Lam Gods, onze heiligmaking, rechtvaardigmaking en verzoening. Zoo iemand heden het Lam Gods alléén als zijne heiliging, rechtvaardiging en verzoening belijdt, en daarbij niet huldigt wat naar den geest dezer eeuw er nevens geprezen en geloofd wordt overeenkomstig leeringen, die geboden van menschen zijn, — al wordt hij niet letterlijk in de gevangenis geworpen, op schavot en brandstapel gevoerd, — wordt hij niet miskend, gelasterd, gesmaad en verdrukt door de geweldhebbers, die zich den ingang in het Koninkrijk Gods aanmatigen, ook al is er de Wet en waarheid Gods tegen! ?
Onderzoeke zich een ieder, of hij naar geene andere heiligmaking jaagt, dan die er is in het bloed des Lams; of hij van gecne andere rechtvaardigmaking weten wil, dan die is door het geloof alléén; of hij op geene andere genoegdoening zich verlaat, dan welke teweeggebracht is door het éénige en volmaakte offer Jesu Christi, éénmaal aan het kruis geschied.
Wie in lijden en strijd op het Lam steunt, hij draagt de overwinning weg, en — er volgt een eeuwig verblijden.
(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Openbaring van Johannes 17 : 14.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's