Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leer van de Sacramenten door Olevianus, volgens zijnen kleinen Catechismus. (Slot.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leer van de Sacramenten door Olevianus, volgens zijnen kleinen Catechismus. (Slot.)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

V. Waaraan hebben wij gedachtig te zijn, en wat hebben wij te gelooven, toen onze Heere Jesus het brood nam, hetzelve brak en het den discipelen gaf en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt, doet dat tot Mijne gedachtenis?
K. "Wij hebben gedachtig te zijn aan het lichaam van den Heere Christus, hetwelk de discipelen aan den disch zagen, en hetwelk ook de engelen nog in den hemel aanschouwen, en hebben te gelooven de belofte, dat dit lichaam aan het kruis voor ons gegeven is en alzoo al onze zonden, welke op hetzelve geworpen waren, uitgedelgd heeft; dat het tot onze rechtvaardigmaking is opgestaan, zoo dat niet ééne zonde van al onze zonden aan Zijn lichaam overgebleven is, voor welke Hij niet betaald heeft; dat Hij nog in den hemel met hetzelfde lichaam verschijnt in onzen naam, en ons tot Zijne leden maakt, opdat wij in Hem eeuwiglijk leven.
V. Waarom zegt gij, dat wij gedenken zullen aan het lichaam, hetwelk de discipelen zagen?
K. Ten eerste, dewijl het lichaam, hetwelk de Apostelen zagen, mij dit bevolen heeft: „Doet d a t t o t M i j n e ged a c h t e n i s " nl. van Hem, dien gij ziet. Ten tweede, dewijl de woorden dit behelzen: „ h e t w e l k voor u g e g e v en w o r d t " , en alleen dat lichaam voor ons gegeven is, hetwelk zij aan den disch zagen. Ten derde, zoo was ook anders geen lichaam persoonlijk met de Godheid vereenigd, dan alleen dat, hetwelk zij zagen. (1 Joh. 1.)
V. Waarom zegt dan Christus van het brood, dat Hij in Zijne hand nam en brak en te eten gaf: „dat is Mijn l i c h a a m , h e t w e l k voor u g e g e v e n w o r d t ?"
K. Juist daarom, wijl Hij met die woorden en met het broodbreken beloofde, dat lichaam voor hen te geven, hetwelk zij zagen, zoo zeker, als zagen zij datzelve reeds voor hunne oogen breken.
V. Omdat er echter het woord „is" staat, zoo is toch het brood het lichaam van Christus ?
K. Het brood is het lichaam van Christus, hetwelk de discipelen zagen, niet naar deszelfs wezen, maar naar deszelfs beteekenis en doel, om ons heen te leiden naar en aan te toonen het waarachtige lichaam, hetwelk de discipelen aan den disch zagen, dat dit voor ons aan het kruis gegeven en alzoo onze schuilplaats ten eeuwige leven is.
V. Waaraan hebben wij te gedenken en wat te gelooven, als Christus ons den drinkbeker laat toereiken en zegt: „Deze d r i n k b e k e r is h e t n i e u w e t e s t a m e n t in Mijn bloed, h e t w e l k voor u en voor v e l e n v e r g o t e n w o r d t, t o t . v e r g e v i n g der z o n d e n ; doet d a t t o t M i j n e ged a c h t e n i s " ?
K. Wij zullen gedenken aan Zijn bloed en gelooven de belofte, dat datzelve voor ons aan het kruis vergoten is tot vergeving van onze zonden, en dat het alzoo de eeuwige lafenis onzer zielen is.
V. Waartoe heeft dus de Heere Christus Zijn Avondmaal ingesteld ?
K. Tot Zijne gedachtenis, dat is, tot Zijne Goddelijke eer en tot ons nut.
V. Wanneer wij nu tot het Avondmaal willen gaan, welk van deze twee zullen wij het eerst zoeken: Zjjne eer of ons nut?
K. Zijne eer.
V. Welke eer zullen wij dan den Heere Christus bewijzen door het gebruik van het heilige Avondmaal ?
K. Dat wij Hem, als den waarachtigen God, geopenbaard in het vleesch, naar Zijn bevel openlijk prijzen, dat Hij ons en die ons toebehooren, vrouw en kind, terwijl wij gevangenen der zonde en des duivels waren, door Zijn lichaam en bloed aan het kruis van deze tirannie verlost, onze zonden aan het kruis genageld en .ons tot Zijne lidmaten aangenomen heeft.
V. Nadat wij alzoo in de eerste plaats Zijne Goddelijke eer gezocht, en Hem voor het heil van ons en van alle uitverkorenen dank gezegd hebben, hoe wil Hij dan, dat wij ook tot ons nut het heilig Avondmaal gebruiken?
K. Alzoo, dat Christus en wij te samen zweren , met hart en hand overeenkomen, dat, gelijk Hij Zijnen eed gehouden en Zijn lichaam en bloed eenmaal aan het kruis voor ons gegeven heeft, Hij ons ook met datzelfde offer krachtiglijk wil spijzen en laven tot het eeuwige leven.
V. Ontvangen wij dan het brood en den drinkbeker als uit de hand van onzen Koning Jesus Christus in de plaats van eenen eed, dat Hij ons Zijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed tot spijs en drank des eeuwigen levens schenkt?
K. Ja, want het nieuwe testament heet de nieuwe eed en het nieuwe verbond Gods.
V. Wat beloven en zweren wij wederom den Heere Jesus Christus in Zijn heilig Avondmaal ?
K. Twee dingen. Ten eerste, dat wij al onze gerechtigheid en ons leven willen zoeken buiten ons zei ven in Christus, als zijnde het ware brood des hemels. Ten andere, dat wij door Zijne genade een ernstig voornemen hebben, naar al Zijne geboden te leven. En in één woord: gelijk Hij geheel ons eigendom wil zijn, alzoo ook wij geheel Zijn eigendom willen wezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

De leer van de Sacramenten door Olevianus, volgens zijnen kleinen Catechismus. (Slot.)

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's