Lucas 23 vers 42 en 43.

Moet niet de hellevorst zijn prooi weer overgeven?
O ja gewis; want ziet Gods machtig wonderwerk,
Op Golgotha geschied! Hoor daar 't „gedenk Heer mijner"
Ruk, ruk mij uit 't verderf, Gij Koning! o zoo sterk,
Deez' zielezucht baant zich, trots 't moordend vuur des duivels
Een' weg tot 's Heilands hart, en open is Zijn oor,
Nu toch zult gij met Mij in 't paradijs reeds wezen
Arm schaap van Mijnen stal; 't „voorwaar" is borg er voor.
Als eerst'ling wordt hij straks door eng'len heengedragen ,
Rood was zijn zonde wel, ja, rood als karmozijn,
Sneeuwwit is nu zijn kleed in 't bloed des Lams gewasschen,
Geen heden was zoo schoon, want God verklaart hem rein.
Een Jesus, die gedenkt, droeg uwen smaad, onreinen,
Legt 't leven van Zich af en daalt ter helle neer,
Ontwringt uit Satans klauw, en spreekt: geef hier de Mijnen!.
Ontsluit het paradijs — en brengt er al de Zijnen,
Fel was die strijd. Triomf! Hij kwam uit dooden weer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen