Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoodanig een optreden gaf Johannes aanleiding om in heiligen ernst uit te roepen: „Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet'1, en den Apostel Paulus: „Och, of zij afgesneden werden, die u onrustig maken.1' Uit de vruchten wordt ook hier de boom gekend, en schoon deze profeten uiterlijk tot de Gemeente behoorden en met haar in- en uitgingen, eenmaal toch is hun ware karakter aan het licht gekomen en werd onder het echte koren het brandkoren openbaar; de eigene werken oordeelen de zoodanigen. Schrikkelijk is de beschuldiging, welke de Apostelen tegen hen moeten uitspreken; met woorden, die een schijn van recht hebben, hebben zij de discipelen ontroerd en hunne zielen wankelende gemaakt. Ais wolven in schaapsvachten, hebben zij zich in het kleed der vroomheid getoond als werktuigen des Satans. Dit is immers ook des duivels werk, om zich voor te doen als een engel des lichts, een weldoener der menschen, om zoo de woorden Gods in twijfel te leeren trekken en, waar God stellig spreekt, te vragen: is dit wel zoo? Zoo rukt hij door zijne engelen de zielen af van hunne vastigheid, die zij in Christus hebben; maakt hen wankelende, zoodat zij niet meer weten her- of derwaarts te gaan, maar t hinkende op twee gedachten, de leugen niet meer vermogen te onderscheiden van de waarheid. Komt God niet tusschenbeiden en verstoort des duivels werk, gelijk de Heere het ook reeds in het paradijs deed, zoo gaan deze zielen gewis verloren. Zij zullen echter, hoe fel geschud, niet uitvallen, daarvoor zorgt de Heere, Die de Zijnen eenmaal in den eeuwigen vrederaad heeft uitverkoren tot de zaligheid, en, omdat bij Hem geene verandering is, noch schaduw van omkeering, hen ook daarvoor toebereidt en bewaart, zoodat zij de erfenis ontvangen, trots alle woeden en aanklagingen des Satans. Gebruikt de vorst der duisternis menschen om zijn werk te volbrengen, ook de Heere God kiest uit menschen Zijne dienaren, en zendt hen uit met Zijn Woord om het verdoolde te zoeken en terecht te brengen. Wie zijn deze mannen, die de Heere God door de keuze der Apostelen aanwijst? Het zijn: menschen, die hunne zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jesus Christus. (Ys. 26.) Heerlijk getuigenis des Heiligen Geestes, dat dezen broederen toekomt, dit geldt alien, zoowel Paulus en Barnabas, als Judas en Silas. Zij roemen dit niet van zichzelven, maar anderen zeggen het van hen; want hunne werken zijn openbaar geworden, dat zij in God gedaan zijn; hun geloof bestond niet in woorden, maar in kracht; dit geloof is in alle dingen beproefd bevonden door de broederen. Vanwaar ontvingen zij dit geloof, deze liefde? Van nature bezaten zij ze niet; immers, ook de Apostelen belijden het van harte, dat wij van nature geneigd zijn God en den naaste te haten.
Maar in de volheid des tijds is de Heere uit den hemel gekomen , en heeft voor hen Zijne ziel in den dood gegeven, en deze geweldige liefde huns Heeren heeft hen gegrepen, zoodanig getroffen, dat z[j zich met lichaam en ziel aan Hem overgaven en het sedert eene vreugde rekenen om Zijns Naams wille smaadheid te lijden. Deze liefde Gods heeft in hunne harten liefde gewerkt niet alleen tot den Heere, maar ook jegens den naaste, met wien de Heere hen op den weg gesteld heeft; daarom zijn zij niet onverschillig voor het welzijn van anderen, noch vragen met Kaïn: ben ik mijns broeders hoeder? Daarin toch wordt de liefde openbaar, dat zij den broeder opzoekt ^ en ook hem brengt voor den troon der genade, opdat ook hjj moge behouden zijn. Omdat zij hunne zielen overgegeven hebben voor den Naam des Heeren Jesus, geven zij zich volkomen aan de broederen; het eerste is de drijfveer voor het laatste; en daar vragen zij niet naar eer bij de menschen of goede dagen, maar al hun doen is daarop uit, dat zij den Naam van hunnen Heere Jesus door de wereld heendragen, dien Naam heiligen te midden van een krom en verdraaid geslacht. Dat zulk eene liefde veel moet lijden, spreekt wel vanzelf; het rijk der duisternis gunt aan het licht geene plaats, en zoekt het uit te blusschen, overal waar zijn schijnsel zicli vertoont; het eigen leven is nochtans klein geacht om der broederen wil, en deze liefde geeft zichzelve om anderen te behouden. Zoo gaat het, waar de Heilige Geest hart en zinnen beheerscht, en niet hefc vleesch regeert.
Zulke menschen zijn de broederen, die van de Apostelen worden uitgezonden naar Antiochië, niet alleen met hunnen lastbrief maar ook om met den mond hetzelfde le verkondigen. (Ys. 27.) Waar zij in de Heidengemeenten komen, zullen zij niet zwijgen, maar spreken; zij kunnen trouwens niet anders, want de nood is hun opgelegd, en hun overvloeiend harte heeft behoefte, om zich in woorden uit te storten; en daar zullen de broederen ervaren, dat de Apostelen niet te veel van deze mannen gezegd hebben, maar dat zij ten volle den broedernaam verdienen. Hun getuigenis zal eensluidend zijn met het schrijven der Apostelen en zich daardoor bew ijzen als de waarheid Gods, als gegrond niet op woorden , die de menschelijke wijsheid leert, maar op het getuigenis des Heiligen Geestes. Door den Heiligen Geest laten zich de Apostelen onderwijzen, en deze Geest is het, Die hen naar de belofte huns Heeren in alle waarheid leidt. Leidt de Heilige Geest in de waarheid in, dan voert Hij henen tot het geschrevene Woord, dan ontsteekt Hij in de harten der geroepenen een helder licht, Hij opent hun de oogen zoodat zij zien, wat zij te voren niet- zagen, en daar wordt hun op eens alles duidelijk, zij onderscheiden klaar, wat de wil des Geestes is. Daarom getuigen de Apostelen Ys. 28 en 29 : Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geenen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is en van bloed en van het verslikte en van hoererij; van welke dingen indien gij uzelven wacht, zoo zult gij weldoen. Vaartwel. — Aan den wil des Geestes is de wil der Apostelen onderworpen, want de Geest des Heeren verbreekt allen tegenstand en maakt de Zijnen tot Zijne gewillige dienstknechten. Waar de Geest is, daar is vrijheid. Zij hebben gezien uit het Woord der Profeten, dat de Heilige Geest geenen meerderen last oplegt, dan het juk huns Heeren, terwijl Hij de Zijnen vrijgemaakt heeft van elk ander juk. Waar de vrije kinderen Gods onder lasten gebukt gaan , daar hebben zij die zichzeiven opgelegd, en verminderen zich daardoor telkens het genot, om met blijdschap hunnen weg te reizen naar het vaderland der ruste. Hoe licht moet het opgelegde den Heidenchristenen geweest zijn tegenover het juk der wet, waarmede de farizeesche leeraren hen wilden bezwaren! Waren niet alle deze geboden geboden der liefde, noodig tegenover den naaste, opdat zij dien niet zouden ergeren, en tegenover zichzelven, om niet weder besmet te worden met de heidensche gruwrelen? De liefde legt ze op, en de liefde volbrengt ze ook wreer, want zij doet den naaste geen kwaad maar zegent hem; en deze liefde vermag veel, want zij is verwekt door eene andere liefde, die zich voor vijanden in den dood gaf. Op grond van deze liefde kunnen zij ook niet anders dan de broeders liefhebben; en deze last is hun geen last, maar een lust. Gij zult wél doen, betuigen de Apostelen hunnen Griekschen broederen, indien gij u van deze dingen wacht, want wie Christus in deze dingen dient, is Hem welgevallig en aangenaam den menschen. — Nogmaals zij het herhaald : het waren geene geboden, om door het volbrengen derzelve de zaligheid te verdienen of te volmaken; zalig waren zij volkomen in hunnen Heere, en geene macht ter wereld was in staat hun deze zaligheid te ontrooven of te verkleinen ; al stonden er legioenen vijanden op, om hun die te betwisten, hun Heere handhaaft hen daarin. Hun geloof zou echter ook hier uit de werken volmaakt zijn, en het goud openbaar worden te zijn gelouterd en beproefd bevonden door Hem, die het schuim daarvan wegneemt in Zijnen smeltkroes.
De Brief der Apostelen heeft aan het slot, gelijk als bij het begin, eene zegenbede; ten allen tijde is er voor de geloovigen stof tot blijdschap, het gansche leven door, totdat de blijdschap volkomen wordt. Vaartwel! roepen zij den broederen toe, en bevelen hen daardoor aan God en aan het Woord Zijner genade, om steeds verder door dat Woord op te wassen, als door de ecnige spijs, die het geestelijk leven onderhoudt. De Naam des Drieëenigen Gods wordt op deze Heidenchristenen gelegd; in dien Naam zijn zij geborgen en behouden als in een1 sterken toren, en het moet hun, bedekt met dezen Naam, welgaan, al zijn zij ook omringd door gevaren; uit alle die redt hen de Heere, Hij bewaart hen en de hunnen, zoodat zij Hem loven kunnen voor Zijne genade en trouw. — Met dit broederlijk schrijven ontvangen de broederen hun afscheid, en vertrekken naar Antiochië, om de boodschap der Apostelen derwaarts over te brengen, eene boodschap, die de Gemeente moet verkwikken, zijnde eene goede tijding uit een ver land. Met sterk verlangen heeft men daar reeds naar hen uitgezien, en niet langer dan noodig is, wordt hun geduld dan ook op de proef gesteld. Spoedig wrordt de Gemeente bijeengeroepen en haar de brief overgegeven, en zij, dien gelezen hebbende, verblijdden zich over de vertroosting. Vs. 30 en 31. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Ter verklaring van Handelingen der Apostelen. Hoofdstuk 15. (Vervolg.)

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's