Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit den Schat der Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit den Schat der Kerk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanteekening op Handel. 15 : 37—39.

En B a r n a b a s r i e d , d a t zij J o h a n n e s , d i e g e n a a md i s M a r k u s , z o u d e n m e d e n e m e n , m a a r P a u l u s a c h t te b i l l i j k , d a t m e n d i e n n i e t z o u d e m e d e n e m e n . . . . — Beiden Paulus en Barnabas handelden naar den wille Gods. Barnabas evenwel was een goed en toegevend man, terwijl Paulus, veel kloeker, zich steeds met levendigheid tegen alles verklaarde, wat de zaak der Waarheid en het welzijn der Kerk schadelijk kon zijn. Het was een zeer rechtmatige grond, waarop hij Markus niet toeliet mede te gaan, om de broederen te bezoeken, en sinds dien tijd heeft Barnabas, die zulk eene hooge plaats onder de geloovigen innam, veel verloren van hetgeen hij was; Paulus daarentegen steeg al hooger en hooger.


Aanteekening op Handel. 16 : 15-

E n a l s zij, (Lydia) g e d o o p t w a s en h a a r h u i s , bad ,zij ons, z e g g e n d e : I n d i e n gij h e b t g e o o r d e e l d , d at i k d e n H e e r e g e t r o u w b e n . . . . — Waarom niet: „dat wij den Heere getrouw zijn?" De overigen, die gedoopt zijn geworden, moeten onmondige en kleine kinderen geweest zijn; ,zoo zij volwassen geweest waren, dan had zij moeten vragen: indien gij hebt geoordeeld, dat wij den Heere getrouw zijn.


Aanteekening op Handel- 16 : 20, 21.

E n a l s zij (de heeren der dienstmaagd, die zagen, dat de Tioop huns gewins weg was, na de uitdrijving van den waarzeggenden geest) h e n (de Apostelen Paulus en Silas) t o t de h o o f d m a n n e n g e b r a c h t h a d d e n , z e i d e n z ii: D e ze m e n s c h e n b e r o e r e n o n z e s t a d , d a a r zij J o d e n zijn, e n v e r k o n d i g e n z e d e n , d i e ons n i e t g e o o r l o o fd z i j n a a n te n e m e n of t e doen, a l z o o wij R o m e i n en z i j n . Die zich door de werken der duisternis verrijken, zien hun gewin in gevaar, zoodra de getuigen dor Waarheid in hun midden verschijnen; dan bedenken zij vol toornigheid tegen die getrouwe predikers duizend valsche aanklachten, om hen in het verderf te storten en de eigene winste te kunnen blijven najagen.


Aanteekening op Handel. 17 : 22 en 32.

E n P a u l u s , s t a a n d e in h e t m i d d e n v a n de p l a a t s, g e n a a m d A r e o p a g u s , z e i d e : Gij m a n n e n v a n A t h e - n e ! ik b e m e r k , d a t gij a l l e s z i n s g e l i j k a l s godsd i e n s t i g e r zijt. Wij zien hier weder een bewijs van de wijsheid, die de Geest Gods aan Zijnen dienstknecht verleende, om hem aan de listige aanslagen zijner vijanden te ontrukken. Bij de Atheners gold het verkondigen van vreemde goden als een misdaad, waarop de dood stond. Paulus nochtans, onder de aanklacht deze misdaad bedreven te hebben, doet hen bij den aanvang zijner rede zien, dat de God, Dien hij verkondigt, geen vreemde is, en dat zij Hem dienden, zonder dat zij Hem kenden.
Al8 zij n u v a n de o p s t a n d i n g d e r d o o d e n h o o r d e n, s p o t t e n s o m m i g e n d a a r m e d e ; en s o m m i g e n z e i d e n: Wij z u l l e u u w e d e r o m h i e r v a n h o o r e n . Er waren wel eenigen onder hen, die zich door de woorden van Paulus in het minst niet geboeid gevoelden; maar de meesten hoorden hem met opmerkzaamheid aan en te gelijk met zekere steeds toenemende onrust. Als zij nu dit woord van de „opstanding der dooden'' hoorden, riepen zij zich de meeningen te binnen, die eenige hunner wijsgeeren zich omtrent dit punt gevormd hadden. Voorts ontrustte het gevoel, dat, wanneer het lichaam eenmaal opgewekt wordt, men met dat lichaam niet kan doen, wat men wil, hun geweten. Zij worden door de waarheid verslageü en willen die toch niet erkennen. Yreezende te moeten zwichten, indien zij nog verder toeluisteren, verwijzen zij de prediking naar een anderen dag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Uit den Schat der Kerk

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1891

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's