Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 7.
Vr. Waarom sloot God de deur achter Noach toe?
Anlw. Opdat hij niet in de verzoeking komen zou, om de ark te verlaten, want hij zal wel menigmaal gevreesd en gebeefd hebben, als hij zich zoo te midden van al de wilde dieren zag; ook zal hij wel eens getwijfeld hebben, of de Heere wel aan hem dacht, en dan heeft hij gewis lust gehad om te ontvluchten. Daarom sloot God Zelf de ark toe.

Hoofdstuk 8
Vr. Hebben wij de woorden: „God gedacht aan Noach" (Vers 1) te verstaan, alsof God hem vergeten had?
Antw. Gewis niet. Dit staat aldus geschreven tot troost dergenen, die in den hoogsten nood en de grootste ellende aan God zouden willen vertwijfelen, opdat zij zouden gelooven, dat, moge het ook zoo schijnen, de Heere Zijne kinderen niet vergeet.
Vr. Waar rustte de ark?
Anlw. Op den berg Ararat. Men beweert wel, dat het de Ararat niet kan geweest zijn, daar deze op verre na niet de hoogsto berg is; maar wij hebben daarop slechts te antwoorden, dat het zoo in den Bijbel staat. Ook is het immers niet noodig, dat de ark juist op den hoogsten berg staan bleef. Andere bergen kunnen reeds lang droog geweest zijn; het behaagde echter den Heere, de ark zoo te besturen, dat zij op den Araiat rustte, dewijl Hij van daar uit de aarde bevolken wilde.
Vr. Was de leuk van het door Noach na den zondvloed gebrachte offer den Heere werkelijk aangenaam ?
Anlw. De reuk van verbrand vleescli is, zooals wij weten, onuitstaanbaar, maar hij was den Heere liefelijk, omdat het offer in ootmoedigheid gebracht werd, en ook omdat de Heere het Zelf zoo verordend had.
Vr. Wat valt op te merken aangaande het tweede gedeelte van het 218te en voorts omtrent het 22ste Vers?
{Ik zal voorlaan den aardbodem niet meer vervloeken om des Menschen wil, want hel gediclilsel van 's menschen hart is boos van zijne jeugd aan; en Ik zal voorlaan niet meer al hel levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb. Voorlaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht niet ophouden.)
Anlw. God spreekt daarmede uit, dat het met den mensch eene afgesnedene zaak is; dat Hij Zich echter ontfermen wil om den Mensch Jesus. — Voorts hebben wij acht te geven op de genade, dat God, in weerwil van de goddeloosheid der menschen, naar Zijne lankmoedigheid met ons handelt, zoodat Hij voortdurend zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, en dag en nacht elkander laat afwisselen.

Hoofdstuk 9.
Vr. Wat deed de Heere verder?
Anlw. Hij maakte een Verbond met Noach en stelde Zijnen boog in de wolken tot een zichtbaar teeken. Hierin ligt ook een groote troost voor allen, die in nood en ellende zijn, en boven wier hoofd zich zware wolken samenpakken, deze troost nml., dat zij gelooven mogen, dat God nochtans nabij is; juist dan, als Hij wolken over de aarde brengt, spant Hij Zijnen boog uit, en zoo ook, juist dan, als de mensch in zijnen angst bijna denkt te vertwijfelen, komt de Heere en toont, dat Hij leeft.
Vr. Waarom vervloekte Noach Cham?
Anlw. Omdat hij het gebod: „Eer uwen vader en uwe moeder" vergeten en zijnen vader bespot had, terwijl hij zich in zijn hart vooi veel vromer gehouden en zich verheven had boven den godvreezenden Noach.
Vr. Wat wil dat zeggen: „de Heere, de God van Sem"?
Anlw. De God, Dien Sem aanbidt.
Vr. Was het niet onrechtvaardig, dat de Heere Cham, die Hem toch niet vreesde, ook redde van den zondvloed?
Anlw. De Heere deed zulks om Noachs wil, ten einde hen» geen verdriet aan te doen. De Apostel Petrus schrijft: „Hij wil niet, dat eenigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekeering komen". (2 Petr. 3 : 9 \)

Hoofdstuk 10.
Vr. Waarom staan in het geslachtsregister van Noach de zonen van Jafeth vooraan, en niet die van Sem, die toch anders het eerst genoemd wordt?
Anlw. Omdat de Israëlieten geloofden, dat zij, als nakomelingen van Sem, het uitverkoren volk Gods waren en hun alleen de belofte gegeven was, zette Mozes Jafeth hier vooraan, ten einde hen alzoo te verootmoedigen; want de belofte strekte zich verder uit en luidde: In uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde.
Vr. Wie was Nimrod ?
Anlw. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heeren, d. w. z. hij onderscheidde zich door zijne onverschrokkenheid bij het dooden van wilde dieren; ook wilde hij godvreezend schijnen en hield zichzelven voor rechtvaardig. Hij was, wat bij ons een paus is.
Vr. Wat 'valt ons op bij het geslachtsregister der zonen van Noach ?
Anlw. Dat, in weerwil van den vloek, dien Noach over- Cham uitgesproken heeft, de nakomelingen van dezen toch het talrijkst en ook het machtigst waren.
Vr. Hoe was dat mogelijk?
Anlw. Zoo is altijd de weg Gods. Hij komt met Zijn Woord; dan schijnt het aanvankelijk, of dit niets vermag,, alsof het niet in vervulling gaat, totdat het juist dan, wanneer alles verloren schijnt te zijn, toont, dat God leeft, dat Hij Zijn Woord wel waar maken kan. — Zoo zond God in de geboorte van Christus Zijn Woord tot de menschen; in Zijnen dood scheen het geheel en al onder te gaan; in Zijne opstanding toonde het echter Zijne macht en heerlijkheid. — Evenzoo ging het met Sem. De Heere had hem Zijnen zegen geschonken, hem de heerschappij over Kanaan verzekerd, en toch was Cham de meerdere; wat de Heere gezegd had bleef evenwel niet uit, want reeds in het volgende Hoofdstuk lezen wij van den ondergang der kinderen van Cham.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's