Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 32.
Vr. Waarom vreesde Jakob zijnen broeder Ezau?
Anlw. Hij kende de gezindheid zijns broeders, die hem had willen dooden, en dus was dit gevoel van vrees, daar hij toch een mensch was, zeer natuurlijk. Hij was in den allergrootsten angst en nood, en nadat hij zijn heir in twee helften gedeeld had, bad hij vuriglijk tot den Heere. Dit gebed is ons al weder een bewijs van zijne godsvrucht en zijnen ootmoed.
Vr. Waarom nam hij een geschenk voor Ezau uit de kudde ?
Anlw. Hij dacht zijns broeders hart daardoor te winnen.
Vr. Wat deed hij nu verder?
Anlw. Hij liet de mannen met de geschenken voor zich uit gaan, en wel in eene rij, die eenen zeer gunstigen indruk op Ezau moest maken, en daarna toog hij naar het veer van de Jabbok, en bleef daar alleen den nacht over, terwijl hij alle anderen deed overtrekken; hij was in grooten nood en in vertwijfeling; er worstelde een man met hem, totdat de dageraad opging.
Vr. Wie was deze man?
Anlw. God de Heere Zelf. — Jakob klemde zich aan Hem vast, hij was sterk in zijne ellende en zijnen angst, hield den Heere tegen en wilde Hem niet laten gaan. Toen roerde de Heere het gewricht zijner heup aan en maakte hem hinkende.
Vr. Waarom deed de Heere dit?
Anlw. Opdat hij erkennen zou, dat alle hulp van den Heere komt, en dat Hij alle kracht des menschen in Zijne hand heeft. De Heere roerde hem aan, en — hij was kreupel.
Vr. Hoe hebben wij de woorden : „En de zon rees hem op" te verstaan?
Anlw. Jakob was getroost, hij vond rust in het vertrouwen op den Heere; hij was door den Heere gezegend en zag nu rustig de toekomst te gemoet, in zijn hart werd het zoo helder als de zon.

Hoofdstuk 33.
Vr. Wat deed Jakob nu verder?
Anlw. Hij stelde de zijnen in eene bepaalde orde op, vooraan de dienstmaagden met hare kinderen, daar achter Lea met de haren, en vervolgens Rachel met Jozef. Zoo vormden zij te zamen een schoon geheel, waarvan de aanblik Ezau bekoren moest; deze toont zich ook bij de ontmoeting met Jakob zeer vriendelijk en hartelijk. Met aandoening omhelst hij zijnen broeder, en alle wrok schijnt uit zijn hart geweken.
Vr. Vanwaar deze plotselinge verandering?
Anlw. De Heere had er wel voor gezorgd, dat hij niet met het plan kwam, om Jakob leed te doen. De vele kudden, die Ezau ontmoet had, hadden hem natuurlijk eenen zeer hoogen dunk van den rijkdom zijns broeders gegeven, en zoo was het volstrekt geene zuivere liefde, die hem zoo hartelijk deed zijn. Ook vertoont hij zich terstond daarna weder in zijne eigenliefde, waar hij de geschenken van Jakob trotsch versmaadt,, zeggende: „Ik heb veel", waarop Jakob echter kon antwoorden : „God heeft het mij genadiglijk verleend, en ik heb alles".
Vr. Waarom wilde Jakob niet met Ezau trekken?
Anlw. Hij merkte dadelijk, hoe het met zijnen broeder stond, dat in hem geene ware godsvrucht was, en daarom vreesde hij, dat het bij een langer samenzijn tot eene botsing ; komen zou.
Vr. Waarom wees hij de krijgsknechten van Ezau af?
Anlw. Hij had hunne hulp niet noodig, want God was zijn Schild; ook zou hij, door hen aan te nemen, verplichtingen jegens Ezau gekregen hebben, en dat wilde hij niet.
Vr. Wat blijkt uit liet 19DE Vers?
(En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijne tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den» vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.)
Anlw. Dat Jakob, ofschoon hij de erfgenaam des lands was, naar des Heeren Woord zich niets toeëigende, maar, evenals Abraham, kocht wat hij noodig had. — De honderd stukken gelds, waarvan hier sprake is, waren ongeveer vijfhonderd gulden waard.

Hoofdstuk 34.
Vr. Wat behelst dit Hoofdstuk?
Anlw. De geschiedenis van Dina's onteering en van de wraak, die hare broeders namen op den dader en de gansche stad, in welke hij woonde.
Vr. Waarom wilden de zonen van Jakob hunne zuster niet aan Sichem geven ?
Anlw. Omdat zij zich met den afgodischen stam der Hevieten niet verbinden wilden; ook begrepen zij wel, dat Hemor, Sichems vader, ofschoon hij hen zoo vriendelijk toesprak, evenwel het voornemen koesterde, om later Jakob en diens geslacht aan zich te onderwerpen. Uit Hemors woorden tot de Hevieten blijkt zulks duidelijk.
Vr. Was de daad van Simeon en Levi dus rechtvaardig?
Anlw. Wel is waar was hunne eer aangetast, maar zij hadden het den Heere moeten overlaten, hen te wreken. Hun gedrag toont, hoe de mensch is, hoe hij zich altijd aanmatigt, ongeroepen en eigenmachtig te handelen.
Vr. Wat leeren wij uit hetgeen met Dina voorviel?
Anlw. Dat hot altijd het beste is, dat men op zijne plaats blijft en rustig zijn werk verricht, zonder naar iets nieuws of iets anders te zoeken. Dina wilde vriendschap sluiten met de dochteren des lands; zij vergenoegde zich niet met hetgeen zij tehuis had, ging heen, en werd zoo oorzaak van het schrikkelijk bloedbad.

Hoofdstuk 35.
Vr. Wat zien wij uit het 2dB Vers?
(Toen zeide Jakob tot zijn huisgezin en tot allen, die bij hem waren: Doel weg de vreemde goden, die in liet midden van u zijn, en reinigt u, en verandert uwe kleederen.)
Antw. Dat Jakobs huisgezin, hoewel het zeer godvreezend was, toch ook vreemde goden diende. Daaruit blijkt ons, hoe het met de godvruchtigheid des menschen staat.
Vr. Waarom gaf God aan Jakob den naam Israël?
Antw. Israël beteekent overwinnaar. Deze naam wilde zeggen, dat Jakob vele en groote smarten doorstaan moest, dat echter de Heere zijne kracht zijn zou, om ze te overwinnen. Nauwelijks was hij verder getogen, of het woord werd reeds bewaarheid: zijne geliefde Rachel stierf.
Vr. Waarom noemde Rachel haren zoon Ben-oni ?
Antw. Ben-oni beteekent: zoon mijner smarten. Zoo noemde Rachel hem in den grootsten angst, in vertwijfeling. Zij had reeds lang vóór de geboorte om dezen zoon gebeden, en nu scheen het, alsof alles uit en voorbij was, daar zij niet anders verwachtte, dan dat het kind sterven zou. Toen troostte haar de vroedvrouw met de woorden: „Vrees niet, want dezen zoon zult gij ook hebben", en haar zoon bleef ook in het leven; zij zelve echter kwam er bij om. — Jakob noemde het kind Benjamin, d. i. zoon der rechterhand.

Hoofdstuk 36.
Vr. Wat bevat dit Hoofdstuk?
Antw. Het geslachtsregister van Ezau.

Hoofdstuk 37.
Vr. Wat lezen wij in dit Hoofdstuk?
Antw. Het verhaal van de lotgevallen van Jozef. — Jozef was zijnen vader bijzonder dierbaar; hij had niet veel gemeenschap met zijne broeders; daarom alleen reeds waren dezen met nijd jegens hem vervuld. Daarbij kwam nog, dat hij hun twee droomen verhaalde, die hem boven zijne ouders en zijne broeders verhieven, hetgeen hunnen nijd en haat zoo deed toenemen, dat Jozef bijna het slachtoffer daarvan geworden was. De Heere echter was met hem. Juda sprak •voor zijnen jongeren broeder, en zoo besloten zij dan hem niet t e dooden, maar verkochten hem voor twintig zilverlingen aan de Ismaëlieten. Hij werd naar Egypte gebracht en verkocht aan Potifar, eenen overste der trawanten des konings.
Vr. Was het goed van Jakob, dat hij Jozef voortrok?
Antw. Het was eene zeer natuurlijke zwakheid van hem. Jozef was de zoon zijner geliefde Rachel, en was hem eerst op lateren leeftijd geboren Ook was Jozef bijzonder gehoorzaam, zooals uit het 13de Yers blijkt. Hij verdwaalde op het veld, doordien hij uit haast om het bevel zijns vaders op te volgen, niet eens naar den weg gevraagd had.
Vr. Waarom staat in het 13de Vers „Israël," en niet „Jakob" ?
Antw. Omdat Jakob groote smarten wachtten, die hij evenwel overwinnen zou.
Vr. Waarom scheurde Jakob zijne kleederen en leide hjj eenen zak om zijne lenden?
Antw. Het scheuren der kleederen en het zich bedekken met eenen zak was een teeken van diepe smart.

Hoofdstuk 38.
Vr. Wat lezen wij in dit Hoofdstuk?
Antw. De geschiedenis van Juda en Thamar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 maart 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 maart 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's