Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 39.
Vr. Wat behelst dit Hoofdstuk?
Antw. De verdere lotgevallen van Jozef. — Wij vinden hier medegedeeld, dat hij genade vond in de oogen van Potifar, die hem over zijn gansche huis stelde, en dat de Heere het werk zijner handen zichtbaar zegende; voorts dat Jozef de verleiding van Potifars vrouw, die hem herhaaldelijk tot ontucht zocht te bewegen, wederstond; dat deze vrouw echter haren man schandelijk misleidde, zoodat Jozef in de gevangenis geworpen werd.
Vr. Wat blijkt ons uit Potifars handelwijze ?
Antw. De waarheid van het spreekwoord: Ondank i s ' s werelds loon. Potifar geloofde, wat zijne vrouw zeide, zonder aan de trouwe diensten van Jozef te denken, en tot dank voor zijne trouw werpt hij hem in den kerker. Maar ook daar was de Heere met hem, zoodat hij weldra over al de gevangenen gesteld werd.

HOOFDSTUK 40.
Vr. AVaarover handelt dit Hoofdstuk?
Antw. Wij lezen hier van eenen schenker en eenen bakker des konings, wier droomen Jozef uitlegde. Wat deze voorzegd had, ging bij beiden in vervulling. Maar de schenker, wien Jozef verzocht had, zijner te gedenken bij Faraö, vergat den Hebreeuwschen jongeling, die hem uit den nood geholpen had, en toonde daarmede de ondankbare natuur des menschen. — God echter hielp ook hier den ellendig'e heerlijk. (Yergel. Ps. 146 : 5—7.)
Vr. Wat bewees Jozef door hetgeen hij volgens Yers 8 zeide ?
(En Jozef zeide tot lien: Zijn de uitleggingen niet van God? vertelt ze mij toch.)
Antw. Zijne ware godsvrucht en ootmoedigheid.

HOOFDSTUK 41
Vr. Wat wordt ons in dit Hoofdstuk medegedeeld?
Antw. Dat en hoe de Heere God te Zijner tijd Jozef verhoogde. — Farao had twee droomen gedroomd, welker uitlegging hij tevergeefs van zijne sterrenkijkers en waarzeggers verlangd had. Hunne kunst werd hier in al hare ijdelheid openbaar. Toen dacht de schenker op eens aan Jozef. Deze werd geroepen, legde de droomen uit in den zin, dat zij wezen op zeven jaren van goeden oogst, die gevolgd zouden worden door zeven jaren van schaarschte, en werd daarna door Farao op het schitterendst beloond. De koning maakte hem tot eersten minister, zette hem over gansch Egypte en liet hem voor al het volk „redder van het land" noemen. Jozef verzamelde ontelbaar veel koren, in menigte als het zand der zee. Hij huwde met de dochter van Potifera, gewon twee zonen, en bewees door de namen, die hij hun gaf, dat hij zijne ootmoedigheid bij alle heerlijkheid bewaard had, en alles als van den Heere komende aannam.
Vr. Waarom wordt hier in het 54STE Yers gezegd en in het 57STE Yers herhaald, dat de schaarschte in alle landen was?
Antw. Om daarmede te kennen te geven, dat ook in Kanaan, waar Jozefs familie woonde, geen koren was.
Vr. Met wiens geschiedenis vertoont die van Jozef eene sterk sprekende gelijkenis ?
Antw. Met de geschiedenis van Jesus Christus. — Van Jozefs vader lezen wij Gen. 37 : 11 : „Doch zijn vader bewaarde deze zaak"; hetzelfde lezen wij Luk. 2 : 19 van Maria met betrekking tot haren Zoon Jesus. De woorden van Ruben (Gen. 37 : 21) herinneren ons aan hetgeen Nikodemus zeide: „Oordeelt ook onze wet den mensch, tenzij dat zij eerst van hem gehoord heeft, en verstaat, wat hij doet?" Jozef werd verkocht voor twintig zilverlingen; vergelijk Matth. 26: 15B: „En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen". Faraö gaf aan Jozef den naam: „redder van het land"; Jesus beteekent: „Redder der wereld".

HOOFDSTUK 42.
Vr. Wat staat ons in dit Hoofdstuk beschreven.
Antw. Hier wordt ons de eerste reis der zonen van Jakob medegedeeld, hoe Jozef hen ontvangt, hen verspieders noemt, hen zelfs drie dagen in de gevangenis opsluit en hen daarna ontslaat, maar Simeon in gijzeling houdt, totdat zij Benjamin tot hem zullen gebracht hebben.
Vr. Was de handelwijze van Jozef niet zeer hard en wreed?
Antw. Op het eerste gezicht schijnt het werkelijk, alsof hij zich aan zijne broeders heeft willen wreken, en toch was het in den grond slechts zijne groote liefde voor hen, die hem dus deed handelen. Hij bedoelde slechts hun geluk en kon daarom niet anders doen. Zijn hart sprong voorzeker van blijdschap op, toen hij zijne broeders zag, en ongetwijfeld gevoelde hij meer lust, om hen onder het storten van tranen te omhelzen en hun alles te vergeven, dan om hen zoo hard toe te spreken ; maar uit liefde voor hen moest hij zijn gevoel bedwingen, want ten eerste kende hij hun hart wel; had hij hen niet eerst in de grootste vertwijfeling gebracht, maar zich terstond bekend gemaakt, dan hadden zij gewis hunne zonde niet erkend; hun hoogmoed zou wakker geworden zijn, zij zouden Jozef evenals vroeger gemeden hebben, eindelijk weer huiswaarts gekeerd zijn, hunnen vader alles verzwegen hebben en nooit weer naar Egypte gegaan zijn; ook zou hun haat tegen hunnen broeder, die machtiger was dan zij allen, steeds grooter geworden zijn, en zoo zou Jozef hen in het geheel niet gelukkig hebben kunnen maken; ten tweede mocht hij zich niet terstond bekend maken, omdat zijn droom vervuld moest worden, hetgeen geschiedde, toen, naar Gen. 43 : 28, zijne broeders „het hoofd neigden en zich nederbogen".

HOOFDSTUK 43.
Vr. Wat wordt ons in dit Hoofdstuk medegedeeld ?
Antw. Wij lezen hier, hoe Jozef zijne broeders in den grootsten nood bracht, toen de spijze verbruikt was, en zij niet anders dan met Benjamin weder voor hem verschijnen mochten, en Israël dit eerst volstrekt niet wilde toestaan. Eindelijk moest deze er toch in bewilligen, en zij vertrokken. Jozef ontving hen zeer vriendelijk; toen hij Benjamin zag, kon hij zich bijna niet meer bedwingen, maar nog mocht hij niet aan den drang zijns harten toegeven. De broeders moesten nog eens in grooten angst komen, opdat zij hunne zoude recht erkenden.
Vr. Hoe moeten wij de woorden van Yers 34b verstaan?
(En zij dronken, en zij werden dronken mei hem.)
Antw. Niet zoo, alsof Jozef en zijne broeders zich bedronken, maar in den zin, dat zij overvloed hadden, van alles genoeg kregen.

HOOFDSTUK 44.
Vr. Op welke wijze bracht Jozef zijne broeders nu in verlegenheid ?
Antw. Hij laadde op Benjamin den schijn, alsof deze den zilveren beker des onderkonings gestolen had, opdat de jongste der broeders zijn slaaf zou moeten worden. — Yoor de broeders, inzonderheid voor Juda, die zich voor Benjamin bij zijnen vader borg gesteld had, was dit een schrikkelijke eisch. In zijne vertwijfeling begon Juda in bijzonderheden mede te deelen, wat er bij het afscheid was voorgevallen, en dat hun vader o. m. gezegd had: „Gij zoudt mijne grauwe haren met jammer ten grave doen nederdalen!"
Vr. Hoe hebben wij de woorden: „waarbij hij iets zekerlijk waarnemen zal", in het 5de Vers, te verstaan?
Antw. De wijn werd in Egypte niet in eene wijnpers bereid, maar de druiven werden, zooals zij van den wijnstok kwamen, met de hand in eenen beker uitgedrukt. Zoo verzamelden zich onderin de pitten en het troebele vocht; uit de wijze nu, waarop zich deze droesem afzette, trachtten de Egyptenaren het een of ander te voorspellen, zooals men dat heden nog wel uit koffiedik doet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Het Boek Genesis in Vragen en Antwoorden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1892

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's