Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Georg Izrael en de Broederuniteit in Polen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Georg Izrael en de Broederuniteit in Polen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDSTUK I X '.
D E

VEREENIQIXG VAN ALLE EVANGELISCHE BELIJDENISSEN IN POLEN. DE CONSENSUS SENDOMIRIENSIS ( 1 5 7 0 ).

Reeds vele jaren achtereen streefden de oprechte belijders •des Evangelies in Polen er naar, om alle Evangelische Belijdenissen tot één geheel te vereeuigen tegenover de hoe langer zoo meer toenemende vijandschap van Rome. Maar al de tot dusver in 't werk gestelde pogingen van dien aard leden schipbreuk op de hardnekkigheid der stijfhoofdige Lutherschen. Terwijl de Broeders met de Gereformeerden steeds meer tot «én geheel versmolten, wilden deze blinde ijveraars niets hooren van eene broederlijke vereeniging, terwijl zij de Broeders als •Calvinisten beschouwden en de Calvinisten voor Sacramentsschenders uitmaakten. Door het antwoord van de Wittenbergsche universiteit waren de hartstochtelijke drijvers beschaamd •en de weldenkende Lutherschen aangemoedigd; en dewijl de geheele Evangelische adel op eene vereeniging aandrong, was a u ook de Luthersche superintendent Erasmus Gliczner tot onderhandeling bereid. Uit dien hoofde werd er tegen den 13de" Februari 1570 eene Luthersche synode te Posen, ten huize van graaf Lukas Gorka, wojwode van Posen, bijeengeroepen. Op deze vergadering verschenen 24 Luthersche predikanten; van de Broeders kwamen Georg Izrael en Johann Laurentius, «n bovendien de magnaten Gorka, Ostrorog, Leszczynski, Tomicki en anderen. Gliczner wekte de vergadering op, om God aan te roepen, ten einde door de hulp des Heiligen Geestes tot eene broederlijke vereeniging te komen; daarop vielen allen op hunne knieën en zongen: „O Heil'ge Geest, keer tot ons i n ! " Vervolgens verklaarde de wojwode van Guesen, Johann Tomicki, dat liet altijd zijn vurigste wensch geweest was, de Lutherschen en de Broeders duurzaam vereenigd te zien, dewijl er geen enkel bezwaar tegen was, want voor zoover hij kon beoordeelen, bestond er geen onderscheid iu de grondartikelen van beider Belijdenis. Daarom vermaande hij de beide partijen en bad hij ooi Gods wil, dat zij alle vleeschelijke hartstochten zouden bedwingen en in de vreeze Gods hunne onderhandelingen over de vereeniging beginnen. Gliczner betuigde, dat hij hartelijk verlangde naar een eendrachtig samengaan met de Broeders, om welke reden dan ook deze Synode bijeengeroepen was.
De voornaamste sprekers waren Gliczner en Izrael. De eerste herinnerde aan de voorgaande Synode te Posen in het jaar 1567, en dat de broeders de Augsburgsche Confessie reeds goedgekeurd hadden; daarom werd gedurende vier dagen over de Augsburgsche Confessie beraadslaagd, die met de Broederbelijdenis vergeleken werd. Gliczner beweerde, dat men, als de Uroeders eerst de Augsburgsche Confessie aannamen, eenen goeden grondslag zou hebben, waarop men gemeenschappelijk kon voortbouwen. De Broeders antwoordden, dat Luther nooit van hen verlangd had, dat zij de Augsburgsche Confessie zouden aannemen, maar hunne Beljjdenis had goedgekeurd; ingeval de Lutherschen de Broederbelijdenis onderteekenen wilden, zouden zij ook de Augsburgsche Confessie onderschrijven. Tomicki zeide tot de Lutherschen, dat uit het door hen gesprokene bleek, dat zij het in de zaak zelve eens waren, en er alleen een onderscheid in woorden bestond. Doch daar Gliczner steeds de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus iu het Heilig Avondmaal bepleitte, terwijl de Broeders slechts eene g e e s t e l i j k e tegenwoordigheid wilden erkennen, werd de beoogde vereeniging niet bereikt. Niettemin verklaarden beide partijen zich bereid tot verdere onderhandelingen. Middelerwijl wilden zij de Christelijke eendracht blijven betrachten, in hunne predikatiën het volk van haat en vijandschap terughouden, tot vrede vermanen, en God om Christelijke eensgezindheid bidden. Daarna werd er besloten, eene algemeene synode te Sendomir bijeen te roepen, die vanwege de Lutherschen door de gebroeders Erasmus en Nikolaus Gliczner zou bezocht worden. De laatste was Luthersch senior te Posen.
Nadat aldus de weg tot onderlinge overeenstemming vooraf geëffend was, kwam men den 9den April 1570 bijeen te Sendomir. Op deze bijeenkomst verschenen de eerste magnaten uit het gansche Poolsche Rijk in grooten getale, en voorts de predikanten der Gereformeerden, der Broeders en der Lutherschen. De senioren Izrael en Laurentius konden wegens ziekte en andere omstandigheden deze vergadering niet bijwonen; daarom zond Izrael senior Theophil Turnovsky, zijnen assistent, met brieven uit naam der Uniteit ter synode. Van te voren, iu Februari 1570, was Turnovsky uit Polen naar senior Blahoslav te Eibenschiitz in Moravië en naar Augusta te Jungbunzlau in Bohemen gezonden, van wie hij de noodige inlichtingen ontving omtrent de te volgen gedragslijn op de Synode. Turnovsky heeft ons een uitvoerig verslag van zijne reis en van de handelingen der Synode te Sendomir nagelaten, dat wij hier in hoofdzaak zuilen volgen.
De Luthersche Kerk was, zooals reeds gezegd is, vertegenwoordigd door de gebroeders Gliczner, de Broederkerk door Andreas Prazmovsky en Turnovsk}'; de overige predikanten waren allen Gereformeerd. Op Zondag den 9d™ April 1570, na de godsdienstoefening, overhandigde Turnovsky de brieven der senioren, en des namiddags werd de Synode geopend. De bijeengekomenen werden allereerst toegesproken door Myszkovski, wojwode van Krakau; daarna lichtte heer Peter Zborovski, wojwode van Sendomir, het doei dezer zoo druk bezochte Synode toe. Tot bestuurders werden gekozen uit den adel: de heeren Stanislaus Myszkovski wojwode van Krakau, Peter Zborovski, wojwode van Sendomir, en Stanislaus Ivan Karminski. Als geestelijke voorzitters werden benoemd: Andreas Prazmovsky en Paul Gilovski, senior der Gereformeerde kerken in het district Sator en Auschwicz. Tot secretaris der Synode werd de Gereformeerde predikant Sokolovski aangesteld, en daarna werden er 3 a 4 sprekers uit ieder district benoemd.
Den 10Je" April werd de tweede zitting gehouden. Na voorafgaande prediking door Valentin, predikant te Brzozova, werden er onderscheidene gezantschappen ontvangen. Het eerste was dat der Groot-Poolsche Lutherschen. Erasmus Gliczner sprak de Synode op de volgende wijze toe: „Wij zijn afgezanten van den wojwode ~van Posen, van den heer van Gnesen, Brzesce en Rogozno, en van de Posensche kerken. In naam dezer heeren brengen wij allereerst eenen beleefden groet over; voorts deelen wij u mede, dat zij ons opgedragen hebben, u te herinneren, dat wij reeds sedert geruimen tijd door Dr. Maarten Luther tot het inzicht van onze dwalingen en tot de rechte leer omtrent de rechtvaardigmaking en het Heilig Avondmaal gebracht zijn, — en dat het ons daarom diep bedroefd heeft, dat eenige geloofsgeuooten ergerlijke vragen aangaande het Heilig Avondmaal opgeworpen hebben, en daardoor verdeeldheid en dwalingen hebben doen ontstaan. Het verheugt ons echter, dat gij uit verlangen naar vereeniging eene synode bijeengeroepen hebt, tot welke onze kerken den wojwode van Posen en den heer van Gnesen afgevaardigd hebben. Daar beiden echter niet komen konden, hebben zij ons met heer Bninski afgezonden. Wij nu zijn tot vereeniging bereid, en verzoeken u, ons de redenen op te geven, waarom gij ons herwaarts geroepen hebt". Verder sprak Gliczner den wensch uit, dat de Augsburgsche Confessie als gemeenschappelijke Belijdenis mocht aangenomen worden. De wojwode van Sendomir antwoordde Gliczner, dat het doel der Synode was, alle Evangelische Belijdenissen in Polen tot één geheel te vereenigen, opdat zij aan Rome's vijandschap weerstand zouden kunnen bieden.
Het tweede gezantschap, dat der Boheemsche Broeders, voldeed aan zijne opdracht bij monde van Prazmovsky. Deze overhandigde twee brieven van de senioren, waarin zij voor de uitnoodiging ter Synode hunnen dank betuigden, en mededeelden, dat zij wegens vele bezigheden en ziekte niet komen konden. Voorts gaven zij hun verlangen te kennen, dat hunne Belijdenis, omdat zij nu eenmaal in Polen ingevoerd en den Koning tor hand gesteld was, als de gemeenschappelijke Geloofsbelijdenis van al de Evangelischen in Polen zou worden aangenomen. Prazmovsky wees er op, dat de Bohemers gedurende 150 jaren, van Hus tot Luther, voor het Koninkrijk Gods gestreden en geleden hadden, hetgeen ook erkend werd door Luther, die hunne Belijdenis had goedgekeurd ; — daarom was het betamelijk, dat men de Broeders als ervaren strijders in den dienst van Christus eerde en liefhad. Het verwonderde hem, dat enkele Lutherschen de Boheemsche Broeders zóó konden haten, aangezien toch Luther en Melanchthon hunne Belijdenis hadden goedgekeuid.
Nadat men al de gezantschappen, zestien in getal, aan het woord had laten komen, deed Paul Gilovski het volgende voorstel: Aangezien de Synode bijeengeroepen is met oogmerk om den band der eenheid in geloof, hoop en liefde met eendrachtige harten te versterken, en God den Vader, Zoon en Heiligen Geest eenstemmig te prijzen, — doch de vijanden ons tot dusver met allerlei leugens van lust tot verdeeldheid en tweedracht hebben beschuldigd, — daarom hebben wij ten bewijze van ons geloof en onze oprechtheid onze oude apostolische, profetische, katholieke en orthodoxe Helvetische Belijdenis in de Poolsche taal laten drukken en leggen haar aan de Synode over, opdat zij haar kan onderzoeken, doorlezen, goedkeuren en in naam van al de Poolsche Kerken uitgeven, opdat deze Confessie als de gemeenschappelijke Belijdenis van al de Evangelischen in Polen den Koning moge ter hand gesteld worden. Daardoor mag evenwel aan de Augsburgsche Confessie en de Broederbelijdenis geene afbreuk worden gedaan, maar deze moeten in de Voorrede der gemeenschappelijke Belijdenis erkend en de overeenstemming tusschen de drie Belijdenissen openlijk uitgesproken worden. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Georg Izrael en de Broederuniteit in Polen

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 mei 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's