Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche Gereformeerde of Vlaamsehe Gemeente te Hanau a/d Main

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche Gereformeerde of Vlaamsehe Gemeente te Hanau a/d Main

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vestiging van deze Gemeente, — de eenige van alle Vlaamsehe vreemdelingen-Gemeenten in Duitschland, die tot op den huidigen dag nog bestaat en zich tot in de maand November van het jaar 1866 in de prediking van Gods Woord iu de Nederlandsche taal verheugen mocht, — staat in verband met de geschiedenis van de Vlaamsehe Gemeente in het naburige Frankfort a/d Main. Juist op het tijdstip, dat in Cuuo's „Franciscus Junius der Altere" (Amsterdam, Scheffer & C°., 1891) op blz. 209 tot 211 duidelijk en uitvoerig geschetst wordt, (naar welk geschrift de welwillende lezer hier verwezen wordt,) toen graaf Philipp Ludwig II van Hanau-Miinzenberg, de schoonzoon van den grooten Zwijger, Willem van Oranje, op den lsle" Juli 1597 eeue overeenkomst met een deel der Fran8ch en Hollandsch sprekende vreemdelingen-Gemeenten van Frankfort gesloten had, volgens welke deze de Nieuwstad- Hanau zouden stichten, verzctt'en zich de Vlamingen tegen het verlaten van Frankfort. Genoemde Graaf, daarover geërgerd, zocht nu op dezen, welke hunne godsdienstoefening te Bockenheim, op zijn grondgebied, hielden, eenigen dwang uit te oefenen. Dientengevolge ontstonden er onder de vreemdelingen scheuringen. Eerst de Synode te Frankenthal van den ll, l c " Augustus 1602 kon de orde weêr eenigermate doen terugkeeren.
Korten tijd te voren had de stichting der Vlaamsche Gemeente te Hanau haar beslag gekregen, naardien Graaf Philipp Ludwig, volgens een schrijven van zijnentwege, gedateerd 22 Mei 1602, aan den heer Burgemeester en den Raad der stad Frankfort, met de naar Hanau trekkende Nederlanders eene bijzondere schikking getroffen had. In dit schrijven wordt gezegd: „Zijne Genade (de Graaf) is willens, al wat plaats gevonden heeft, -— hoewel hij alleszins reden had, om daaraan te blijven gedenken en zich er over te beklagen, geheel te vergeten en Isaacus Genius op verlangen der Gemeente haar ten goede in zijn ambt te bestellen. In de tweede plaats is Zijne Genade ook genegen, om de prediking te Bockenheim toe te staan, zoolang de nood der zaak het eischt en het wenschelijk geacht wordt, doch onder de volgende voorwaarden:
1°. dat de hoofdzaak in het vroeger verdrag onveranderd blijve, d. i. dat de Ne d e r l a n d s ch e G e m e e n t e , na aangifte van Peter Kind en anderen bij den Graaf, niet minder dan de andere, die met Zijne Genade eene overeenkomst gesloten heeft, onder gehoudenheid en verplichting zal zijn;
2°. dat beide ministri (predikanten), Christophorus Barbandus en Isaacus Genius, zoowel te Hanau als te Bockenheim dienen, om de beurt prediken en ook uit ééne beurs bezoldigd en onderhouden worden ;
3°. dat te Hanau en te Frankfort één consistorie zijn zal, en de Graaf te Hanau macht zal hebben, eenigen ter benoeming voor te dragen, die tot ouderlingen en diakenen gekozen en aangenomen zullen worden; 4°. dat beide predikanten te Hanau wonen zullen en aldus tusschen de Walen en de Vlamingen gelijkheid bestaan zal; 5°. dat in beide Nederlandsche Gemeenten, te Hanau en te Frankfort één kerkelijk beheer zij en zij aldus één corpus (lichaam) zijn en blijven, weshalve zij ook ééne armenkas vormen, welke met alle aktestukken en kerkeboeken naar Hanau zal overgebracht worden;
6°. dat men het te Hanau begonnen werk op geenerlei wijze, noch rechtstreeks, noch middellijk, in iets zal tegenwerken of het voornemen daartoe opvatten, d. i. bij den Raad te Frankfort niet verder aanzoek zal doen om beschikbaarstelling van eene der (Frankfortsche) kerken, maar dat een iegelijk naar zijne gelegenheid iets tot bevordering der zaak in Hanau doen zal".
Ontegenzeggelijk spreekt uit deze bepalingen, door den Graaf in deze zijne overeenkomst opgenomen, eene goede en welmeenende bedoeling; aan de andere zijde evenwel kunnen wij ons niet ontveinzen, dat het bisschoppelijk karakter, dat zij over het geheel genomen dragen, de Vlamingen eenigszins pijnlijk moest aandoen. Daarom maakte slechts een gedeelte der Nederlanders van de aanbieding van den Graaf gebruik en verhuisde naar de Nieuwstad-Hanau; de overigen bleven te Frankfort met den predikant Genius, waar hun de Magistraat om het verhuizen naar Hanau te doen ophouden, toestond, buiten de stad bij de Bockenheimerpoort een bedehuis te bouwen, waarin reeds op den ls t e n Juli 1601 de eerste predikatie gehouden werd.
De geschiedenis van eene Gemeente van Jesus Christus isr althans in vroegere tijden, meestal op het nauwst verbonden met de geschiedenis van haren leidsman of herder. Wij zullen deswege bij onze beschrijving vóór alles ons oog vestigen op de predikanten, die aan onze Ylaamsche Gemeente van het begin af tot op dezen tijd gearbeid hebben. En dan ontmoeten wij allereerst den reeds door ons genoemden oudsten predikant der Gemeente:

1. CHRISTOPHORUS BERBANDUS (BARBANDUS).

Het is buiten twijfel, dat hij een kind der Ylaamsche Gemeente te Frankfort was. Daar hij als proponent niet gemakkelijk eene standplaats in de Vlaamsche Gemeenten van Opper- Duitschland vond, liet hij zich, dewijl hij de Hoogduitsche taal volkomen machtig was, in den dienst der kerken van de Keurpalts gebruiken. Wij vinden hem namelijk omstreeks het jaar 1594 als leeraar van de Keurpaltsische Gereformeerde Gemeente van Neuenhain, aan den voet van den Taunus gelegen, waar hij in dat jaar het copulatieregister aanlegt en zijnen naam op den titel zet. Van daar werd hij waarschijnlijk naar Frankfort beroepen. Te Hanau bleef hij tot in Augustus 1605 in het ambt, van waar hij in elk geval naar de Nederlanden beroepen werd. Hij staat in de Hanausche beseheiden vermeld als reeds den 12l,en April 1600 aldaar werkzaam in het predikambt. In het protokol van de Frankenthaler Synode van den l l d e n Augustus 1602 leest men aangaande hem: M. Christophorus Baerbrand s'estant retiré avec son ancien le second jour de la classe", of: „Mag. Chr. Berbrandus met zijnen ouderling den tweeden dag van de Synode zich verwijderd hebbende", enz . De eigenlijke toedracht is hieruit niet op te maken. Behalve Berbandus waren hier uit de Vlaamsche Gemeente van Banau nog de heeren Hans van Eijck en Godefroy Vollus tegenwoordig. (Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

De Nederlandsche Gereformeerde of Vlaamsehe Gemeente te Hanau a/d Main

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1893

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's