Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

17. Jakoba van Beieren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

17. Jakoba van Beieren.

II. Uit de geschiedenis van de regeering der hertogen, graven en bisschoppen. (922—1581).

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Keeren wij thans terug tot de geschiedenis van Holland, het aanzienlijkste der Noord-Nederlandsche staten.
Willem VI, die zich naam maakte door de krijgstochten tegen de Friezen, had geenen zoon, maar slechts eene dochter, J a k o b a genaamd, die hem dus alleen in Henegouwen, dat een spilleleen was, kon opvolgen. Daar hij echter ook Holland, Zeeland en West-Friesland voor zijne dochter wenschtte te behouden, riep hij in 1416 de edelen en de steden bijeen en liet hen beloven, dat zij na zijnen dood Jakoba als zijne opvolgster zouden erkennen en beschermen. Willem wist wel, dat dit niet was, zooals 't behoorde; ook had hij reeds tevergeefs de toestemming van den Keizer gevraagd; maar — de macht van den Keizer beteekende destijds niet veel, en in de opvolging nam men het niet meer zoo nauw als te voren, waarom de Graaf zich vleide met de hoop, dat zijne dochter wel in het bezit der graafschappen zou blijven. Wel had Willem nog eenen broeder. J a n geheeten, doch aan dezen werd niet eens gedacht, daar hij bisschop van Luik was en dus niet als graaf kon optreden.
Graaf Willem stierf reeds in het volgende jaar. Jakoba was toen nog maar 16 jaar oud. Zoo jong als zij was, was zij toch al weduwe, en wel van J a n van T o u r a i n e , den erfprins, later kroonprins, van Frankrijk, met wien zij op den jeugdigen leeftijd van ruim 13 jaren — haar bruidegom was ruim 14 jaren oud, — in den echt verbonden en toen zij nog geene 5 jaren telde reeds verloofd was 1).
Aanvankelijk scheen alles rustig te zullen blijven. Jakoba werd na den dood haars vaders overal gehuldigd, behalve te Dordrecht. Doch nu kwam haar oom Jan van Beieren, de bisschop van Luik, in Holland en eischte dat men hem, zoolang Jakoba minderjarig was, als „ r u w a a r d " (d. i. regent of bestuurder) zou erkennen. Intusschen haakte hij naar de grafelijke waardigheid en liet doorschemeren, dat hij liever graaf van Holland, Zeeland en West-Friesland dan bisschop van Luik was. Gelukkig voor Jakoba, dat haar oom in zulk eenen slechten reuk stond: te Luik had men hem na het dempen van een oproer, dat vele burgers met den dood hadden moeten boeten, den naam „Jan zonder genade" gegeven.
Jakoba's moeder zocht steun voor hare dochter in een nieuw huwelijk. Het jonge weeüwtje trouwde in 1418 met haren neef Jan IV, hertog van Brabant, eenen knaap van 15 jaren. Paus Martinus V gaf dispensatie, d. i. vrijstelling van de bepalingen, die het huwelijk met eenen neef verboden.
Spoedig bleek 'het, dat Hertog Jan niet berekend was voor de taak, die hij als echtgenoot van Jakoba te vervullen had.
Zwak naar lichaam en ziel, was hij volstrekt niet opgewassen tegen Jan van Beieren. De laatste wist van den Paus ontslag van zijn geestelijk ambt te verkrijgen, en den Keizer wist hij te bewegen, om hem met Jakoba's graafschappen te beleenen.
Van nu af was Jan van Beieren voor zijne nicht een gevaarlijk tegenstander. Thans herleefden de oude partijschappen der Hoeken en Kabeljauwen, waarvan de eersten voor Jakoba, de laatsten voor den gewezen bisschop partij kozen. Graaf Jan liet zich te Dordrecht als zoodanig huldigen en trachtte het hart zijner onderdanen door het verleenen van bijzondere vrijheden te winnen. Eenen aanval op Dordrecht, door de Iloekschen en de Brabanders ondernomen, sloeg hij af en veroverde daarna Rotterdam. Jan van Brabant zag zich nu genoodzaakt een verdrag met hem te sluiten, dat door bemiddeling van F i l i p s , den erfopvolger van B o u r g on d i ë, eenen neef van Jakoba en Hertog Jan, tot stand kwam. Dit verdrag bepaalde, dat Jan van Beieren gezamenlijk met Jan van Brabant en diens gemalin Holland en Zeeland zou besturen, dat hij hun leenman zou zijn voor Holland bezuiden de Maas, dat hij Jakoba in al hare graafschappen zou opvolgen, als zij kinderloos overleed, en dat hij tegen betaling van eene aanzienlijke som gelds afstand zou doen van de rechten, hem door den Keizer verleend. De Hoekschen, die zeer ontevreden waren over dit verdrag, hervatt'en weldra de vijandelijkheden en verbonden zich met Utrecht.
Doch het bekwam hun slecht. Jan van Beieren sloeg hen, bezette Leiden en versterkte zijnen invloed.
Jakoba kon het met haren gemaal sinds lang niet best meer vinden. Zij had eenen afkeer van den man, die zoo weinig voor haar vermocht. Mocht zij echter reden tot klagen hebben, ook op haar gedrag, vooral in het huwelijksleven, was wel iets aan te merken Zij leende echter liever het oor aan lichtzinnige hofjonkvrouwen, dan dat zij zich liet terechtwijzen, en toen haar echtgenoot nu in 1420 hare graafschappen voor 12 jaren aan haren oom verpandde, meende zij zich alles te mogen veroorloven en verliet den Hertog.
Reeds lang had Jakoba, los van zeden als zij was, het oog op eenen ander geslagen en wel op den broeder vau den Koning van Engeland, met name I l u m f r e y , hertog van G l o c e s t e r.
In de lente van 1421 kwam zij aan het Engelsche hof, waar zij zeer vriendelijk werd ontvangen. Zou zij echter met Glocester trouwen, dan moest haar huwelijk met Jan van Brabant ontbonden worden. Daarvoor liet Paus Martinus V zich echter niet vinden. Eerst had hij voor het huwelijk met Hertog Jan dispensatie verleend; later had hij de dispensatie herroepen, doch de verloofden hadden toch hunnen zin doorgedreven; daarna had de Paus er zich bij neergelegd, en dus zijne herroeping herroepen, — en nu zou hij nog eens het huwelijk met Jan van Brabant voor onwettig verklaren ? Dat was zelfs den Paus te kras! Jakoba wist echter, als iedere echtbreekster, raad: zij wist eenen bul naar haren zin te verkrijgen van eenen paus, die reeds in 1409 was afgezet, t. w. van Benedictus XIII, en liet er afschriften van maken met den naam van Martinus, en zoo werd dan in 1422 het huwelijk voltrokken.
In 't laatst van 1424 verscheen Glocester met zijne zoogenaamde vrouw in Henegouwen en werd er als graaf gehuldigd, doch daar de vroegere erfopvolger Filips, nu hertog van Bourgondië, de bondgenoot van Engeland in den oorlog tegen Frankrijk was, en deze nog altijd Jan van Brabant als wettigen gemaal van Jakoba erkende, kon de Engelschman hier weinig beginnen.
In 't begin van 1525 stierf echter plotseling Jan van Beieren door vergiftiging, een schelmstuk van Jakoba's getrouwen. Nu zouden, zoo verwachtte de Gravin, de zaken eene gunstige wending nemen. En werkelijk, hare partij vermeesterde Schoonhoven. Doch Glocester zat reeds weêr in Engeland, en de stad Bergen, in wier bescherming hij Jakoba had aanbevolen, leverde haar uit aan Filips van Bourgondië, die de stad kwam belegeren. Filips zette nu zijne nicht in bewaring te Gent. Nogmaals wist de listige vrouw zich echter te helpen. In mansgewaad en te paard ontvluchtte zij Gent en kwam ongedeerd in Holland aan, waar zij zich terstond aan het hoofd van de Hoekschen stelde en de Kabeljauwschen versloeg in een treffen bij Alfen.
Doch Jakoba moest, Gods hulp dervende, van het eene ongeluk in het andere vallen. Jan van Beieren had bij testament zijne rechten overgedragen aan Filips van Bourgondië.
De laatste verscheen dan ook spoedig in Zeeland, Holland en West-Friesland, om zich als ruwaard te laten huldigen, na met de onhandelbare Hoekschen te hebben afgerekend. Toen nu ter zelfder tijd door het pauselijk gerechtshof de ontbinding van het huwelijk met Jan van Brabant voor onwettig werd verklaard, liet ook Glocester de Gravin in den steek en zag deze zich genoodzaakt in 1428 met Filips het V e r d r a g van D e l f t te sluiten. Jakoba behield wel is waar den titel van Gravin, maar kwam nu onder voogdij van den Bourgondiër, dien zij als ruwaard en erfgenaam moest erkennen, terwijl zij moest beloven niet weêr te zullen trouwen dan met toestemming van hare moeder, van Filips en de Staten. — Wat men onder die „Staten" heeft te verstaan, daarover later.
Jakoba vestigde zich nu te Goes. Filips verliet het land en liet hier eenen stadhouder achter, met name F r a n k van B o r s e l e n.
Vier jaren later werd de Hertog verrast door het bericht, dat Jakoba in het geheim met Frank van Borselen was getrouwd, — de vorstendochter mot eenen edelman, die volstrekt niet op eene hooge geboorte kon wijzen. Filips was dubbel beleedigd en had Frank met den dood, Jakoba met levenslange gevangenschap kunnen straffen. Doch de Hertog, die niet tevergeefs „de G o e d e " wordt bijgenaamd, kwam Jakoba in alles tegemoet. Overeenkomstig eene bepaling van het Delftsche verdrag had zij nu hare graafschappen verbeurd. Haar neef gunde haar echter de eer om vrijwillig afstand te doen. Bovendien schonk hij haar eene menigte adellijke goederen en verhief Frank van Borselen tot Graaf van Oostervant. Dat geschiedde in 1433, en zoo was dan Filips Graaf van Holland, Zeeland, West-Friesland en Henegouwen. Het Beiersche huis had plaats gemaakt voor het B o u r g o n d i s c h e.
Slechts drie jaren overleefde Jakoba deze gebeurtenis : in 1436 maakte de tering een einde aan haar verwoest leven. Snellijk was zij afgesneden!


1) Dergelijke dwaasheden komen in de Middeleeuwen meer voor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

17. Jakoba van Beieren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1894

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's