Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekening op Johannes 20 : 24—29,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekening op Johannes 20 : 24—29,

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Koninkrijk Gods verheft zich door tegenstand. Wat i» den mensch is, wordt openbaar in den nood. Gods waarheid wordt door velen tegengesproken. Zjj moet tegenspraak verdragen ook van de zijde dergenen, die uit de waarheid en kinderen des lichts zijn. Dat zien wij aan Thomas Ongeloof en twijfel der tegenstrevers moeten de waarheid Gods des te heerlijker aan het licht doen treden.
Vers 24. „En T h o m a s , een van de t w a a l v e n , gez e g d D i d y m u s , was m e t h e n n i e t , t o e n J e s u s d a ar w a s . " Thomas was niet bij hen. Een schaap nu, dat niet bij de kudde is, raakt verdwaald op werkelijke doolwegen.
Vers 25. „De a n d e r e d i s c i p e l e n d a n z e i d e n t ot h e m : W i j h e b b e n den H e e r e g e z i e n . D o c h h ij z e i d e tot hen: I n d i e n ik in Z i j n e h a n d e n n i et z i e het t e e k e n der n a g e l e n , en m i j n e n v i n g er s t e k e in het t e e k e n der n a g e l e n , en s t e k e m i j ne h a n d in Z i j n e z i j d e , ik zal g e e n s z i n s g e l o o v e n ." Zoo blijft hij dan acht dagen in zulk een ongeloof. Aan zichzelven overgelaten, wat vermag hij ? — Merk hier op den harden nek van ons verdorven vleesch : „Indien ik n i e t . . . ., ik zal geenszins gelooven."
Vers 26. „En na a c h t d a g e n w a r e n Z i j n e d i s c i - p e l e n w e d e r o m b i n n e n , en T h o m a s met h e n ; en J e s u s k w a m , als de d e u r e n g e s l o t e n w a r e n , en s t o n d i n h e t m i d d e n , en z e i d e : V r e d e zij u l i e d e n !" Broederlijke liefde ontfermt zich over de zwakken: Thomas begeeft zich weder tot de geloovigen. Nu zal hij den Heere zien. Hij heeft hen door ongeloof geërgerd; thans zal hij hen verkwikken. Jesus Christus triomfeert over het ongeloof; Hij overtuigt het krachtiglijk. — „Vrede zij ulieden." Hij is onze vrede, Hij deelt den vrede mede, Hij schenkt dien. Hoe wenscht Hij het beste toe! Hij kan het ook doen op eenen goeden rechtsgrond. Het is toch in den hemel alles vereffend voor dengene, wien het otn den vrede Gods te doen is. — „De deuren waren gesloten." Leeft dan Jesus niet ? Is Hij niet opgestaan ? — De achtste dag geheiligd door de leiding des Heiligen Geestes.
Vers 27 en 28. „ D a a r n a z e i d e H i j t o t T h o m a s : B r e ng u w e n v i n g e r h i e r , en z i e M i j n e h a n d e n , en b r e ng u w e h a n d , en s t e e k ze in M i j n e z i j d e ; en zijt n i e t o n g e l o o v i g , m a a r g e l o o v i g . E n T h o m a s antw o o r d d e en z e i d e tot H e m : M i j n H e e r e en m i jn • G o d . " Uit Thomas' ongeloof neemt God aanleiding, om ons in het geloof te versterken. Wilde hij eerst niet gelooven, van nu a a n legt hij eene heerlijke belijdenis af. Wilde hij eerst zien, van nu aan breekt hjj met het geloof door tot de verborgenheid •der Godzaligheid; want dit, dat Jesus H e e r e en G o d is, ziet hij toch niet met de oogen des lichaams. Yan nu aan erkent hjj niet slechts, dat Christus opgestaan is, maar ook, dat Hij de Heere is, Die de geloovigen vrijgekocht en Zich ten eigendom verworven heeft. Yan nu aan gelooft hij, dat Jesus de ware Immanuël is en de God des Verbonds, Hij, Die overgegeven is om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking.
Des Heeren alwetendheid; — denkt gij er wel aan, dat Hij alles hoort? Thomas vernam, dat Jesus wist, wat hij gezegd had: „Indien ik niet ", enz., en wat hij gedacht had, en leidt daaruit af en belijdt het: Hij is de waarachtige God, Die door Zijne almacht de banden des doods verbroken en alle vjjanden overwonnen heeft. De Godheid van Christus kon hij toch niet niet zijne handen tasten of met zijne oogen zien; nochtans belijdt hij ze voor allen, door Jesus „ Heere" (A'voio,-) te noemen. Dat Hij God (0fo;) is, is op het heerlijkst zichtbaar in Zijne wonden en in Zijne overwinning! O Naam boven alle naami •opdat zich voor H e m buigen alle knieën, voor Hem, Die e en • w e i n i g m i n d e r g e m a a k t is d a n de e n g e l e n . — De wonden van Christus — de schrik der goddeloozen en deiduivelen, — eene vreugde der geloovigen.
„ M i j n , mijn."' Hij is op eene Gode betamende wijze Heere •en God des zondaars geworden. O, dit m i j n , m i j n ! Zoo hoog stijgt van nu aan het geloof, dat hij den Onzienlijke ziet; Thomas zag, wat hij toch met de lichamelijke oogen niet zag. Hij belijdt meer te zien, dan hij aanvankelijk verlangde Vergeef mij mijne schuld ; ik wil U voortaan gelooven en U gehoorzaam zijn; ik deug tot niets meer. Gij zyt mijn God, o m mij te heiligen, te rechtvaardigen en zalig te maken. O •mijn Heere, verlaat mij niet; o mijn God, behoed mij.
Vers 29. „ J e s u s z e i d e tot h e m : O m d a t gij Mij g e z i e n h e b t , T h o m a s ! zoo h e b t gij g e l o o f d ; z a l ig z i j n zij, die n i e t z u l l e n g e z i e n h e b b e n , en nocht a n s z u l l e n g e l o o f d h e b b e n . " Het ongeloof wordt bestraft en de ware grond en de vrucht van het zaligmakend geloof aangewezen. Zien en gelooven, — zie Hebreën 1 1 : 1. Het geloof rust op Gods getuigenis. 1 Petr. 1 : 8 : „Denwelken gij niet gezien hebt en nochtans liefhebt". Christus prijst wel het geloof in Thomas („omdat gij Mij gezien hebt"), maar, wil Hij zeggen, moet gij dan zien en tasten ? Zie ! E n daarop roept Thomas uit: „Mjjn Heere en mijn G o d ! " — Zoo diep dringt gij met de oogen uws lichaams toch niet door, om H e m zóó te zien. Zij Gods Woord dan uw grond ; dat bedriegt niet, dat is betrouwbaarder, dan wat in de natuur gezien wordt. Daarbij opent de Geest de oogen, zoodat wij tot onze zaligheid zien, gelijk Thomas, toen hij uitriep: „Mijn Heere en mijn G o d !" Geloof en zaligheid zijn van elkander niet te scheiden. Het ware zaligmakende geloof bestaat in een aannemen van Gods getuigenis. Waar God spreekt, behoeft men niet te zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Aanteekening op Johannes 20 : 24—29,

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's