Aanteekening op Romeinen 3 :22.
„ N a m e l i j k de r e c h t v a a r d i g h e i d Gods door h et g e l o o f van J e s u s C h r i s t u s , tot a l l e n , en over a l l e n , d i e g e l o o v e n ; w a n t er is g e e n o n d e r s c h e i d ."
Er staat niet: „Door het geloof a a n Jesus Christus", maar: „Door het geloof v a n Jesus Christus". De Grieksche tweede naamval is als elke andere genitief en laat geeue opheldering toe. Onder „het geloof van Jesus Christus" verstaat de Apostel Zijn doen van den wil Zijns Vaders, en wel naar zijnen geheelen omvang en inhoud, gelijk onze Heere Jesus Christus dien gedaan, geleerd, betuigd, en daarop en overeenkomstig denzelven geleden heeft en gestorven is. De volgende bewijsplaatsen stellen dit in het allerhelderste licht: Ps. 16, Ps. 22, Ps. 40, Ps. 91, Hebr. 12: 2, Hebr. 2 : 11—14. Daaruit, dat Hij Cod g e l o o f t , Hem vertrouwen schenkt, zien wij in Zijn Evangelie Gods rechtvaardigheid weder aan het licht gebracht, opdat ook wij God g e l o o v e n , Hem vertrouwen schenken. Door Zijn g e l o o f is deze miskende en verworpene gerechtigheid weder openbaar gemaakt tot heil, tot bescherming en tot redding van allen, die daar g e l o o v e n . Nu kan toch voorts een dienstknecht zeggen: Ik geloof het geloof mijns heeren, ik geloof in mijnon lieer, ik geloof in den naam mijns heeren, want hij is die en die, enz., — alles naar de omstandigheden. Er is verder op te merken, dat er geen bepaald artikel staat, gelijk zulks ook ook op vele andere plaatsen het geval is. In Rom. 1: 17 staat eigenlijk niet: „de rechtvaardige uit h et geloof", maar: „de rechtvaardige uit geloof"; zoo hier: „door geloof van Jesus Christus", niet: „door h e t geloof van Jesus Christus"; Rom. 3 : 26: „uit geloof van Jesus", niet: „uit h et geloof van Jesus"; Filipp 3 : 9 : „door geloof van Christus", niet: „door h e t geloof van Christus"; Gal. 2 : 16: „door geloof van Jesus Christus", en „uit geloof", niet: „door h e t " , of „uit h e t ". Evenzoo Gal. 3 : 9: „uit geloof", niet: uit het geloof"; Rom. 3 : 28 niet: „het geloof", „de werken", „der wet", maar: geloof, werken, e e n e r wet; Rom. 5 : 1 : „uit geloof", niet: „uit h e t geloof'. De Apostel zegt dus: „uit geloof tot geloof', en : „door geloof van Jesus Christus tot allen en over allen, die gelooven". Wij hebben den zin van Christus; dat, wat waarachtig in Hem was, is ook waarachtig in ons. „Uit geloof van Jesus zijn", is: Zijne geboden bewaren, gelijkerwijs Hij de geboden Zijns V a d e r s bewaard heeft, en in den Naam Jesus is in de volste mate uitgedrukt: eeuwige ontferming, verlossing en behoudenis van zonde en alle machten, die Gode en onzen Heere vijandig zijn en dus de geloovigen tegenstaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1895
Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's