Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekening op Galaten 3: 19—22.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekening op Galaten 3: 19—22.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vers 19. „Waartoe is dan de W e t ? Z i j is om der o v e r t r e d i n g e n wil d a a r b i j gesteld, t o t d a t het Z a a d zou gekomen z i j n , dien het beloofd was; en zij is door de e n g e l e n b e s t e l d in de h a n d des M i d d e l a a r s . " — Door engelen in de hand van Mozes. Dit bewijst, dat God in den weg der wet geen vleesch tot Zich kan doen naderen, zonder dat de mensch daarbij ondergaat. Zal Hij ons naderen, zoo is het alleen in de belofte in genade en ontferming, gelijk God in het vleesch geopenbaard is.
Vers 20. „En de m i d d e l a a r is niet m i d d e l a a r van één, maar God is één." Wat door eenen middelaar is, is indirect; het indirecte is met het directe niet te vergelijken God echter is in Zijn beloftenis ten opzichte van ons direct geweest, en er is bij Hem geene verandering. Derhalve is, wat door eenen middelaar is, met de beloftenis niet te vergelijken, dan voor zooverre het tot het onmiddellijke heengeleid heeft. Is evenwel het onmiddellijke daar, zoo heeft het middellijke een einde. Een middellaar heeft altoos een dubbele bediening; hij ontvangt en geeft; God echter is in Zijne belofte éénvoudig, d. i. alles wat in God is, is God Zelf.
Vers 21. „Is dan de W e t tegen dq b e l o f t e n i s s en Gods? Dat zij verre, want i n d i e n er eene wet g e g e v e n ware, die m a c h t i g was l e v e n d te m a k e n, zoo zou w a a r l i j k de r e c h t v a a r d i g h e i d uit de W et z i j n . " Moet dan de Wet beschouwd worden als iets, dat daartusschen gekomen is tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre, want indien er eene wet gegeven ware, die levend maken kon, zoo zou het ganschelijk met de beloftenissen uit zijn, of wel die zouden opgeheven zijn, en de rechtvaardigheid zou ontegenzeggelijk uit de Wet zijn.
Vers 22. „Maar de S c h r i f t heeft het a l l e s onder de zonde besloten, opdat de b e l o f t e uit het gel o o f van Jesus C h r i s t u s den g e l o o v i g e n zou gegeven worden." D. w. z.: het omgekeerde is het geval, of: integendeel heeft de Schrift, enz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's

Aanteekening op Galaten 3: 19—22.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1895

Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's