Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Gedenk uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben" (Hebreen 13 : 7a .)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Gedenk uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben" (Hebreen 13 : 7a .)

1546 — 18 FEBRUARI — 1896.

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Ps. I. De H e e r e k e nt d e n w e g d e r r e c h t - v a a r d i g e n ; m a a r de w e g d e r g o d d e l o o - z e n v e r g a a t. Der rechtvaardigen leven gaat in het Woord Gods (zooals het tweede Yers zegt), daarom moet het voorspoed hebben hier en ginds, gelijk de boom aan het water altijd groen isen[»nte/i/jd raagt en niet verdorren kan, want zijne gerechtigheid blijft eeuwig, evenals ook het Woord. Maar [<!er~\ menschen leven, of het al voor de wereld rechtvaardig is, zoo moet het toch ten laatste ondergaan, en blijft niet, want daar is het Woord niet, dat eeuwig blijft, enz. Martinus Luther d. 1544.

Den 18d c " Februari a. 8. zal het drie en eene halve eeuw geleden zijn, dat in de plaats zijner geboorte — Eisleben (in Duitschland) — ontsliep Dr. M a a r t e n L u t h e r , een man, gering van afkomst, maar groot in het werk, dat God hem te doen gaf; veracht en gehaat door zijne vijanden, maar geëerd en geliefd door zijne vrienden; uitgeworpen en vervolgd <loor al wat naam had in Kerk en Staat, maar intusschen veilig en welbewaard in den almachtigen God, van Wien hij in geloove zung:
Een vaste burcht ia onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet Zijn hulp verschijnen!

Wie onzer lezers — jong of oud — weet het niet, waartoe God dezen merkwaardigen man geroepen had, wat hem het voorwerp van innige liefde, zoowel als van vurigen haat deed zijn? En evenwel, hoe bekend deze dingen ook zijn, zij zijn waardig van tijd tot tijd ons in herinnering te worden gebracht. „ G e d e n k t u w e r v o o r g a n g e r e n , d i e u h e t W o o rd G o d s g e s p r o k e n h e b b e n " , schreef de Apostel Paulus. En wie Luthers naam noemt, die noeint immers den man, die aan heel het Duitsche Rijk, neen, aan heel Europa, ja ook tot buiten ons werelddeel den mensehen het Woord Gods verkondigd heeft, in zooverre God er voor gezorgd heeft, dat de woorden van den Augustijner monnik, door de drukkunst vermenigvuldigd, ook tot de afgelegenste oorden doordrongen.
Zoo ooit, dan is er nu reden, om dit „Gedenkt uwer voorgangeren" in toepassing te brer.gen. Hoe wordt het Woord Gods, dat onze voorgangeren ons gesproken hebben, veracht. Tot welk een klein getal is de schare geslonken, die dat Woord bewaard heeft, dat Woord verstaat en er haar leven in zoekt In welk eenen nacht van on- en bijgeloof ligt het Protestantisme in heel de wereld verzonken. W e l k eene onkunde met betrekking tot de eeuwig blijvende waarheid en, daarmee gepaard gaande, welk eene vijandschap tegen den levenden God en welk eene lastering van Zijn heilig W o o r d ! W a t wonder dan, dat men ook de getuigen der waarheid haat en verguist, niet alleen de nog levende, maar ook de ontslapene, zoo ook den getrouwen getuige, die 350 jaren geleden stierf in het geloof aan het Evangelie, dat hij rusteloos gepredikt had.
Ja, dat vooral Luther het ontgelden moet; zoowel bij de mannen van het bijgeloof als bij die van het ongeloof, dat is te begrijpen. Wat toch is den mensch grooter ergernis, dan dat hem gepredikt wordt, wat h i j en wat G o d is; hij: een mensch, een gevallen mensch, een gansch en al verdorvene, dood in zonden en misdaden, — vleesch, hetzij wedergeboren of niet wedergeboren, en daarom in het stuk der zaligheid niets vermogende, dan wat God onteert en zijn eigen verderf nog grooter maakt; en daartegenover God: de eeuwig Levende, de Heilige, de Rechtvaardige, Die van al het onze niets kan of wil aannemen en over ons moet toornen, tenzij wij geborgen zijn in Jesus Christus, Zijnen geliefden Zoon, Die a l l e e n voor IIem bestaan kan en a l l e e n voor Hem geldt. Dezen Christus dan predikte Luther als Dengene, in Wien God Zijne eer wederheeft, in Wien God ons genadig wil zijn, en verkondigde, dat wie in dezen Zaligmaker gelooft, d. w. z. het met zichzelven opgevende in geloove zich op dezen Zaligmaker verlaat, voor God in dit zijn geloof rechtvaardig zal zijn; maar dat daarentegen allen, die, zij het ook in het geringste, iets van zichzelven verwachten, hetzij bij aanvang of voortgang, ter helle zullen varen, dewijl zij geen deel hebben aan den Verlosser, door Wien God a l l e e n van den eeuwigen toorn behoudt.
Deze leer, do leer van de rechtvaardiging d o o r h e t gel o o f a l l e e n , die het hart van de leer der zaligheid, de eigenlijke kern van de gansche leer der Heilige Schrift is, werd dour Luther opnieuw te voorschijn gebracht, en zoo plaatste God door den zwakken monnik het licht Zijns Woords weêr op den kandelaar. In dat licht verblijden wij ons nog heden, en zoo betaamt het ons dan, God te danken voor de onschatbare weldaad, die Hij ons in het optreden van Luther heeft geschonken. Ja verwakkere ons de lastering dergenen, die dezen man Gods onder hunnen hoon en spot zoeken te bedelven, om zijnen naam in gezegende herinnering te houden. Al wie met het voorgaande instemt, zal zeker met ingenomenheid gezien hebben, dat op de voorgaande bladzijde eenige regelen schrift van Luther staan afgebeeld. Blijkens de daarnevens afgedrukte vertaling getuigen zij van hetgeen voor den Hervormer de eenige grond was, waaruit alle geestelijk en lichamelijk welvaren ontspruit, nml. het eeuwig blijvende W o o r d Gods, waarin eeuwig welbewaard zijn, die daarin blijven.
Op dat Woord alleen steunde Luthers geloof, en zóó had hij deel aan de gerechtigheid, die daarin gepredikt wordt, d i. aan Christus, den Heere onze Gerechtigheid. Volgen wij dit zijn geloof na, zoo zullen wij ons ook onthouden van schepselvergoding, waartoe wij zoozeer geneigd zijn en waartegen Luther, of liever, waartegen de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, zoo ernstig waarschuwt. En Btrekke ons tot bemoediging wat de uitkomst zijner wandeling was, t. w. dat hij in vrede ontsliep en de eeuwige zaligheid deelachtig werd.

Zie voor: Fac simile van §ene eigenhandige inscriptie van Luther in een exemplaar van „ Df r lVudsche IValter Mit den Summarien D. M. Luther Zu Wittemberg Gedruckt durch Georgen Rhaw". Anno M.D.XLI. 4°. (In bezit van Ds H. A J. Lütge.) het origineel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1896

Amsterdamsch Zondagsblad | 12 Pagina's