De grond van Gods ontferming
Waar ligt de grond van Gods ontfermen,
Dat Hij Zijn volk gen;t bewijst,
Dat Zion haar' Verlosser prijst,
Daar Ilij steeds toesnelt op haar kermen?
Hoe komt het, dat zij Hem mag roemen
En Hem in Christus Vader noemen ?
Wordt deze grond bij haar gevonden,
In haar geloof, haar liefd' en kracht,
Daar zij van God slechts hulp verwacht,
Den strijd met 't kwaad heeft aangebonden ?
Wijl zij zich houdt aan 't Woord des Heeren,
Slechts Jesus als haar heil wil eeren?
Vergeefs is dit bij haar te zoeken;
Het goed ontbreekt haar gansch en al;
Van God vervreemd door haren val,
Heeft Hij wel recht, om haar te vloeken.
Want Hij is Geest, en zij onheilig,
J a vleesch'lijk, — voor geen zonde veilig.
Dat nochtans zich des Heeren armen
Beroemen in Zijn eeuw'ge trouw,
Dat Zion op haar' Koning bouw',
s louter vrucht van Gods erbarmen,
't Hing van des Heeren wil slechts af,
Zoo Hij u ooit genade gaf.
Wat baat dan al ons willen, loopen?
't Is Gods ontferming, zij alleen,
ie voert ons door het leven heen,
En doet ons op genade hopen;
Hij heeft in Christus ons. verkoren;
Niet één der Zijnen gaat verloren.
De Heere Heere zij geprezen,
Die 't eeuwig plan heeft uitgedacht,
erlossing ons heeft aangebracht,
Om 't volk Zijns eigendoms te wezen.
De grond, waarop ik eeuwig bouwe,
Ligt niet in mij, maar in Gods trouwe.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1896
Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1896
Amsterdamsch Zondagsblad | 7 Pagina's