Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking van Colossensen 3 ; 1,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking van Colossensen 3 ; 1,

„Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de Rechterhaud Gods."

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben hier eene heerlijke vermaning van den Apostel Paulus, die al diegenen geldt, die geene andere zaligheid kenne^ dan die daar is in Christus Jesus, onzen Heere.
Wij overdenken eerst de vermaning zelve en daarna den grond, waarop die vermaning rust.
„ Z o e k t de d i n g e n , d i e b o v e n z i j n , w a a r C h r i s t us i s , z i t t e n d e a a n de R e c h t e r h a n d G o d s ."
Uit hetgeen onmiddellijk aan dit Hoofdstuk voorafgaat, blijkt duidelijk, dat Paulus de Gemeente waarschuwt, om toch te volharden in die vrijheid, waarmede Christus haar had vrijgemaakt, en zich niet af te geven met allerlei eigenwillige vroomheid en nuttelooze bespiegelingen van het vleeschelijk verstand, waardoor men opgeblazen wordt door de inbeelding des harten, terwijl men Christus, het Hoofd der Gemeente, in Wien alléén alle volheid tot zaligheid voor de Zijnen is, meer en meer laat varen. Men moet zich niet laten brengen onder het juk van allerlei menschelijke inzettingen en geboden, die wel hunnen grond hebben in allerlei eigenwilligen godsdienst, eene schjjnnederigheid en kwelling des lichaams, waardoor men dan meent Gode eenen dienst te doen; want al deze dingen hebben geene waarde, maar strekken slechts ter voldoening van het hoogmoedige vleesch, dat zichzelf verheft en van louter genade niet leven wil. Wij moeten ons van zulke dingen afhouden en ons niet laten verleiden om daaraan mede te doen; want dan komen wij bedrogen uit en raken het goede spoor, het spoor der waarheid en der gerechtigheid, juist bijster.
Wij hebben te zoeken de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de Rechterhand Gods; wij hebben te zoeken de vergeving der zonden in en door Hem; de gerechtigheid, die Hij ons heeft verworven; de ware heiliging in Zijn bloed en door Zijnen Geest, allerlei vrucht des Geestes, het eeuwige leven, de overwinning over zonde, wereld, dood en duivel. Dat alles is voor ons in den hemel bereid, waar Christus is. Hij heeft dat alles voor de Zijnen verworven, en schenkt het hun in Zijne vrije genade. Dat alles hebben wij te zoeken bij Hem, met gebeden en smeekingen; van Hem, niet van onszelven, noch van eenig schepsel, hebben wij dat alles te verwachten. Allerlei eigenwillige godsdienst, allerlei vroomheid des vleesches, eigengerechtigheid, eigen roem en eere, eigene kracht en schijnheiligheid zjjn hierbeneden, behooren tot deze zichtbare wereld, maar de dingen, die tot onze zaligheid strekken, zijn boven; naar die dingen hebben wij ons uit te strekken, die hebben wij te bedenken, daarnaar hebben wij te trachten. Daar is Christus, onze Heere en Heiland; in en met Hem hebben wij allea wat tot onze zaligheid van noode ie. En Hij zit ter Rechterhand Gods; Hij is met macht bekleed ten behoeve der Zijnen. IIem moet alles eere geven, en alle geestelijke macht en hoogte moet voor Hem onderdoen. Hij heeft te beschikken over al de Zijnen, over alle schatten des heils, die Hij Zelf hun verwierf, en wie of wat zich ook verhefïe in eigengerechtigheid en hoogmoed, Hij alleen bekleedt de Zijnen met het kleed der gerechtigheid en den mantel des heils; en wie zich aan Hem houdt, wordt nooit te schande.
De grond dezer vermaning ligt in de woorden: „ I n d i en g i j d a n m e t C h r i s t u s o p g e w e k t z i j t ".
De Colossensen hadden het Evangelie der zaligheid in Christus aangenomen, gelijk blijkt uit de wijze, waarop Paulus hen in het begin van zijnen Brief aanspreekt, hen noemende: „heilige en geloovige broederen in Christus". Zoo hadden zij dan in Christus, ja door en met Hem hunne opwekking uit den dood der zonde; zij waren in en met Hem het eeuwige leven deelachtig. Want in Christus ligt dat alles voor de Zijnen. Buiten Christus zijn wij in den dood, maar in en met Hem zijn de Zijnen ontrukt aan den dood der zonde; in en met Hem leven zij Gode. Toen Christus werd opgewekt, was de zonde verzoend en werden dus al de Zijnen gerechtvaardigd voor God; geen vloek, geen eeuwige dood is er meer overgebleven ; onze schuldbrief is verscheurd aan het kruis van Christus, en de kwijtbrief, het bewijs, dat verzoening, rechtvaardiging, wederaanneming tot kinderen is verworven, ligt in de opwekking van Christus uit het graf. — De opwekking dus uit den dood der zonde is voor allen, die des Heeren zijn, geschied, toen Christus verrees. Dat mogen zij gelooven tegen al het zichtbare in en te midden van alle aanvechting en strijd. Maar indien dat nu zoo is, en dat is werkelijk zóó, dan hebben wij onze zaligheid ook juist daar te zoeken, waar Christus is. Juist het medeopgewekt zijn met Christus, juist dat onze gansche verlossing, ons eeuwige leven in Hem voor ons ligt, moet ons die dingen doen zoeken, die boven zijn, waar Christus is. Het medeopgewekt zijn met Christus is de grond, waarop de vermaning van Paulus rust. O, wij kunnen het immers niet loochenen, dat onze gansche opwekking uit den dood der zonde en des vloeks in Christus voor ons ligt, dat Hij die voor ons heeft verworven, maar daarom dan ook moeten wij ons heil, onze zaligheid, onze gerechtigheid, onze heiliging, ons eeuwig leven niet in het een of ander hierbeneden, neen, niet in onszelven, niet in onze eigene wijsheid, onze kracht of macht ten goede, of in allerlei eigenwillige vroomheid zoeken.
Laat ons deze vermaning ter harte nemen en het Evangelie gelooven, dat ons toeroept: „gij zijt medeopgewekt met Christus; in Hem hebt gij uwe volkomene verlossing; Hij verslond uwen dood in Zijnen dood; Hij begroef uw graf in Zijn graf!" En hebben wij dat Evangelie aangenomen, en richt dat Evangelie ons weêr gedurig opnieuw op met zijne vertroostingen o, laat ons dan nu ook bij Christus alleen zoeken, wat bij Hem alleen te vinden is. Laat ons maar niet bang zijn, dat wij dan te kort zullen schieten; laat ons niet bang zijn, dat de menschen dat niet goed zullen vinden, als wij van niets anders willen weten, dan van Christus en van Zijne aanbiddelijke genade. Hij is de Allerhoogste, en het gaat er maar om, dat wij Hem niet verloochenen, het gaat er maar om, dat wij deel hebben aan al hetgeen Hij voor de Zijnen heeft verworven.
Voorwaar, wel eene heerlijke, echt evangelische vermaning van den Apostel Paulus! O, laat ons daarop toch acht geven f Het bewijs, dat wij, ieder voor zich persoonlijk, deel hebben aan de opwekking in en met Christus, ligt juist daarin, dat wij ons door zulk eene vermaning laten gezeggen, dat wij in één woord de dingen, die boven zijn, zoeken, waar Christus is, zittende ter Rechterhand Gods. Indien Hij ons dierbaar is boven allen en alles; indien wij het niet meer in allerlei mensehelijke, vleeschelijke wijsheid en vroomheid, in allerlei eigenwilligen godsdienst kunnen vinden; dan is zulks eene vrucht van het leven, dat in Christus voor ons is en zich in ons verheerlijkt.
De Heere Jesus Christus leve in ons, opdat wij in Hem leven. Hij is en blijft voor al de Zijnen de opstanding ea het leven, Hij, Die ons leert zingen: Ik zal door 's vijands zwaard niet sterven, Maar leven, en des Heeren daan, Waardoor wij zoo veel heils verwerven, Elk tot Zijn eer doen gadeslaan.

5 Juli 1891. W. E. M. E.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Overdenking van Colossensen 3 ; 1,

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1898

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's